Test: Citroen C4 Picasso 1.8 16V Prestige (2007)

De C4 Picasso heeft het nieuwe Citroënfamiliegezicht. Aan de achterkant is het bijna een klassieke hatchback. De C4 is ondanks een iets minder riante bagageruimte (500 liter) een heus transportwondertje. Hij biedt bijvoorbeeld de achterpassagiers ook een handig opbergvak in de vloer.
De instap voor achterpassagiers is prima en vergeleken met zijn voorganger zijn de stoelen ook geschikt voor volwassenen. Veel groter zijn ze niet, maar wel comfortabeler. Het houdt in de nieuwe generatie met alleen een schuif- en omklapmechaniek nog steeds niet over met drie stoelen naast elkaar en ze zijn nog aan de platte kant ook, maar het gáát. Hoofd- en beenruimte zijn zelfs riant; ook in de voorste positie kun je nog (net) redelijk zitten. Voorin zit je vanwege het tot boven je hoofd doorlopende glas in een soort lichtkoepel. Als het licht te fel wordt, moet je de verschuifbare zonwering met zonneklep naar voren halen. Wat verder opvalt, is de soms hinderlijke weerspiegeling van het dashboard in de ruit. Over de stoelen heeft Citroën nagedacht. De C4 Picasso beschikt over uitstekend gevormde, comfortabele stoelen met veel zijdelingse steun. De zithouding is zodanig instelbaar dat je altijd maatwerk kunt realiseren. De stoel is bovendien over een indrukwekkende afstand verschuifbaar.
Het dashboard ziet er keurig uit, met een radio die achter een klepje verborgen zit. Wat we van centraal geplaatste digitale meters vinden, is inmiddels bekend. In dit geval zijn ze extra lastig afleesbaar, omdat ze priegelig zijn uitgevoerd. Daarbij noteren we gelukkig wel een op het beeldscherm gesimuleerde toerenteller. De schakelpook staat ook hier hoog en droog, en werkt met relatief grote slagen, maar veel trefzekerder. Daarachter kijk je uit over een tamelijk massief dashboard met vakken, links en rechts bakjes onder een klep en ook nog twee dashboardkastjes. Verder zijn er vakken tussen de stoelen en kun je in de deurbakken het nodige kwijt.

Gemak
Je merkt aan alles dat de C4 Picasso een modernere auto is. Je zit voor- en achterin beter, de cabine is ruimer en slimmer ingericht, de afwerkingkwaliteit getuigt van de opkomst van merken als Audi en Toyota, het geheel laat zich soepeler bedienen en de technische uitrusting staat op 2007-niveau. Denk aan de elektrische handrem met heuvelrem, stabiliteitsregeling, 16-inchwielen, in diepte verstelbaar stuurwiel, gordijnairbags en zelfs een knieairbag. Het rijcomfort is van een andere orde. Het onderstel van de moderne MPV wordt gewoon beter onder controle gehouden. Toch voelt hij zacht – bijna té zacht – aan. De besturing is net iets te ongevoelig licht, maar de Fransman laat zich ondanks een tamelijk beweeglijk koetswerk in bochten toch voorspelbaar dirigeren. Net als zijn voorganger, die meer dynamiek in huis heeft, is hij in aanleg onderstuurd, maar dat is gemakkelijk te corrigeren.
Op ruw wegdek is goed merkbaar dat trillingen, onderstel- en motorgeluid in de moderne uitvoering beter zijn geïsoleerd. Het verschil is groter dan je aan de hand van de dB-meter zou denken. Kennelijk scheelt de subjectieve beleving van het geluid meer dan het absolute geluidsniveau bij 120 kilometer per uur.