AutoWeek.nl heeft je steun nodig
We zien dat je een adblocker gebruikt. Dat vinden we jammer, want alleen dankzij advertenties kunnen we autoweek.nl gratis toegankelijk houden. We willen je vragen voor autoweek.nl een uitzondering te maken. Wil je jouw adblocker voor ons pauzeren? Zo werkt het

Test: Citroën Grand C4 Picasso (2006)

Schilderen met licht

Citroën C4 Picasso
Citroën C4 Picasso
Citroën C4 Picasso
Citroën C4 Picasso
Citroën C4 Picasso
Citroën C4 Picasso
AutoWeek 41 2006
AutoWeek 41 2006

Je leest het in AutoWeek 41 2006

Citroën heeft zich bij het ontwerp van zijn nieuwe ruimtewagen laten inspireren door de naamgever van de zevenzitter, Pablo Picasso. Een duidelijk geval van 'schilderen met licht'. Zácht licht, om precies te zijn.

Heel eerlijk? Hou bij de foto's even een paar vingers voor het karakteristieke Citroën-merkteken op de neus en je kijkt naar een auto die net zo makkelijk uit Japan zou kunnen komen. Het exterieurdesign van de nieuwe C4 Picasso is lang niet zo eigenzinnig als dat van zijn eironde voorganger. Of nee, dat moeten we anders zeggen: zijn eironde oudere broer. Want de Xsara Picasso blijft voorlopig nog een jaar of drie in productie. Ze rollen in dezelfde Spaanse fabriek (in Vigo) van de band.

Daarmee heb je de overeenkomsten eigenlijk wel gehad. Hun namen mogen dan op elkaar lijken en hun wiegjes op dezelfde plek hebben gestaan, maar de nieuwe C4 Picasso is een compleet andere auto. Veel moderner, technisch aanzienlijk geavanceerder, slimmer ontworpen en even afgezien van zijn wat gladde uiterlijk ook veel meer 'Citroën'. Vooral op de beide voorstoelen biedt hij een voortreffelijk rijcomfort. Maar éérst werpen we een blik op de grote lijnen. Met een lengte van 4,59 meter en zeven zitplaatsen schuift Citroën de C4 Picasso ergens tussen de populaire MPV's en de echt grote ruimtemonsters in. Ook prijstechnisch trouwens, want een instapbedrag van 26 mille ligt riant boven dat van bijvoorbeeld een succesnummer als de Opel Zafira. Die is welliswaar een slagje kleiner, maar ook een zevenzitter.

Ruimte zat

Het eerste dat je na afloop van de testritten noteert, is dat de C4 Picasso zo slim is gemaakt dat het eigenlijk onzin is om een grotere te kopen. Op de verschuifbare achterbank heb je plek zat en de uitklapbare noodstoeltjes achterin kunnen twee kinderen huisvesten. Volwassen personen zitten er met hun kruin klem tegen het dak en met de benen opgetrokken als Kermit de kikker. De drie stoelen op de tweede zitrij hadden wat ons betreft ook wel wat hoger mogen zijn. Het gáát, maar een rit naar pakweg een van de drie Picasso-musea in Europa (Parijs, Barcelona en Málaga) lijkt ons geen echte vreugde.

Maar goed, dat is een kwaal waar zelfs grote MPV's als de Espace aan lijden. Het 'waarom' is ons in dit geval alleen niet duidelijk, want de C4 Picasso heeft geen uitneembare stoelen. Als je de volle 206 centimeter laadlengte wenst te benutten, laat je de achterste stoelen in de vloer verzinken en klap je de middenrij plat voorover.

Wanneer de zesde en zevende stoel in gebruik zijn, komt onder de vloer een kloek bergvak vrij. Dat komt goed uit, want in die opstelling houdt het met een 'kleine-boodschappenauto-achtige' bagageruimte op. Laat je ze verzinken, dan heb je in vijfpersoonsversie opeens minstens 576 liter ruimte en met de middenstoelen plat zelfs een bestelwagenachtige twee kuub. Plek zat. Geinig detail: dankzij de luchtvering in de meest luxe versie kun je de laadhoogte daar ook nog naar behoefte variëren.

Op z'n minst wennen

Daarmee komen we achter het stuurwiel terecht. Het deel van de C4 Picasso dat hem duidelijk wél van de massa onderscheidt. Iedereen moet maar zelf uitmaken wat hij of zij van het nogal eigenzinnige stuurwiel en dashboard vindt. Op het niet meedraaiende hart van het stuur vind je een berg knopjes en schakelaars om bang van te worden. Sommige daarvan hebben curieuze functies. Zo kun je via het 'sterretje' linksonder telkens méér details op de informatiepaneeltjes uitschakelen. Als een soort night panel van Saab. Alleen is het in dit geval toch al een zacht verlicht beeldschermpje, dus waarom zou je bijvoorbeeld de kilometerstand willen uitzetten? Maar goed, dat zal wel aan ons liggen.

Over verlichting gesproken: de Fransen geven hem in alle hoeken en kastjes een soort instelbare sfeerverlichting mee. Moet je van houden. Ook het naar het midden verplaatsen van de meters is duidelijk wennen. Het maakt wel plek vrij voor grote bergbakken links én rechts boven het dashboard. De C4 Picasso heeft sowieso erg veel bergruimte, inclusief vakken in de vloer en een koelvak midden onderaan het dashboard. Als je tenminste een automaat kiest, want anders staat daar namelijk de pook. De automaat heeft een subtiel piefje boven op de stuurkolom.

Licht

Als we aan de nieuweling één detail met stip moeten noteren, dan wordt het zijn zicht rondom en omhoog. Bij zijn Xsara Picasso-broeder is dat vooral schuin 'links vooruit' beroerd geregeld. Dat heeft de designers kennelijk geïnspireerd om dat nu subliem op te lossen. Extreem smalle raamstijlen gunnen je een ongekend goed zicht naar voren. Een tot boven je hoofd doorlopende voorruit gunt je zelfs vrij zicht op een hoog hangend verkeerslicht. De C4 ruimtewagen heeft een jumbo-glasoppervlak, zelfs zonder het optionele panoramadak. Niet voor niets krijgt hij als handigheidje een ventilatiesysteem mee dat je ook na het neerzetten van de auto een tijdje kunt laten werken. Het is immers een rijdende broeikas.

Citroën weet dat ook wel. De Franse fabrikant voorziet alle ramen die daarvoor in aanmerking komen van zonneschermpjes. Bovendien kun je het bovenstuk van de voorruit bedekken met twee paneeltjes die uit het dak naar voren schuiven, samen met de zonnekleppen. Minder fraai: airco is in ons land niet standaard en bovendien niet als extra beschikbaar. Je moet daarvoor de Ligne Prestige kiezen en die kost meteen E 27.500.

Zacht

Rijden dan maar. Naast het voortreffelijke zicht valt dan op dat de C4 Picasso zeker in de meest luxe 'Exclusive'-versie met luchtvering achter (een soort luchtbalgen in plaats van schroefveren) een echte Citroën is. Het onderstel is nadrukkelijk comfortabel afgestemd. Op het gebied van dynamiek moet je daarvoor helaas wat inleveren.

Een echte reisauto. Als je voorin zit tenminste, want daar beschikt hij over fraaie kuipstoelen met opvallend grote lendensteunen. Zolang je geen wilde dingen doet, zoeft hij soepel door bochten. Gaat het harder, dan helt hij nogal veel over en wordt een bovenmodale portie 'onderstuur' ingezet. Wat ook opvalt, is het iets te goed hoorbare geluid van banden en onderstel. De eerlijkheid gebiedt echter te melden dat het effect wordt versterkt omdat de Picasso zich verder juist opmerkelijk koest houdt. Een compliment waard. Dat werd onder andere mogelijk door toepassing van dempende blokken in de structuur van de auto en de toepassing van isolerend glas. Ook de zijruiten zijn net als bijvoorbeeld bij de chique C6 als extra leverbaar in gelaagd glas. Veilig én dempend.

Tot slot de aandrijving. Als alternatief voor de handgeschakelde vijfbak valt vooral de gerobotiseerd werkende EBV6-zesbak op, die wordt bediend met schakelflippers achter het stuurwiel. Werkt prima. Motorisch is er keus uit twee benzinekrachtbronnen – 125 pk 1.8 en 143 pk 2.0 – en twee diesels – de bekende 110 pk 1.6 HDiF en 138 pk 2.0 HDiF. We reden de tweeliter benzine en de zestienhonderd diesel. Beide kunnen er prima mee door, niet in de laatste plaats omdat het karakter van de C4 Picasso niet om gespierde prestaties vraagt.