Chevrolet C20 - Camper op de brug

Waarom deze Chevrolet C20?

“Amerikaanse auto’s, daarvoor heb ik van jongs af aan een passie, en sleutelen kreeg ik thuis met de paplepel ingegoten. Mijn vader was altijd in de weer met brommers en motorfietsen en de halve buurt kwam bij hem langs als er iets gerepareerd moest worden. Dan zette hij een emmer op z’n kop waarop ik kon zitten en zei hij gekscherend ‘Dingeman, kom er eens bij!’” Toen Dinnie een aantal jaar geleden op zoek ging naar een Chevrolet pick-up, mocht daar vanwege die ervaring best wat werk aan zitten. Maar waarom een Chevrolet? “Tja, zo gaat dat een beetje met Amerikanen. Het moest een Chevy zijn, en geen Ford. Je houdt van het een, of van het ander. Daarbij moet ik wel kwijt dat mijn dagelijkse auto een Ford Fiesta is, hahaha! Maar dat telt niet, want die is een stuk moderner.” 
Dinnie startte zijn zoektocht online. Hoewel er geregeld Amerikaanse pick-ups in Nederland worden aangeboden, duurde het even voordat hij de juiste had gevonden. “Ik wilde er zeker van zijn dat de basis goed was. Dit zijn toch werkpaarden en die worden, zeker in de VS, niet gespaard. In Enschede vond ik uiteindelijk deze C20 uit 1973, waarvan de hele historie nog bekend was. Dat is best uitzonderlijk. In Amerika heeft hij twee eigenaren gekend; de eerste in Californië en de tweede in Washington. Daarna is hij terechtgekomen bij de vorige eigenaar in Enschede. Die ging twee keer per jaar naar Amerika, waarbij zijn vrouw op het strand ging liggen en hij zelf ging shoppen voor een mooie klassieke auto of Harley-Davidson. En zo kwam deze C20 in Nederland terecht.” Na een proefrit, een kop koffie en een goed gesprek kwamen Dinnie en de verkoper tot overeenstemming over de aanschaf van de auto. Daarna volgde een grote verrassing. “We waren eigenlijk al rond, toen hij vroeg of ik ook de bijbehorende camper-unit wilde overnemen. Gaaf natuurlijk, maar daar had ik nog helemaal niet over nagedacht, of in financiële zin op gerekend. Na overleg met m’n vrienden heb ik het toch maar gedaan. Toen ben ik met de C20 inclusief de camperopbouw naar huis gereden. Daar bleek dat beide zo lek als een mandje waren. Tijd om aan de slag te gaan.”

Een flinke klus

Na de aanschaf begon de restauratie. En zoals dat wel vaker gaat, duurde dat proces veel langer dan verwacht. “Ik had het geluk dat ik bij een boer in de buurt een mooie werk- en opslagplek kon regelen. Eerst was de auto aan de beurt en daarmee ben ik uiteindelijk tweeënhalf jaar lang zoet geweest. Als je eenmaal gaat strippen, blijf je namelijk bezig en ik ben een pietje precies. Alle rot en roest is eruit geslepen, er zijn nieuwe stukken ingelast, overal heb ik nieuwe rubbers gemonteerd en ga zo maar door. Ik had de mazzel dat een vriendin regelmatig naar Amerika gaat en dat zij daar wel wat wilde shoppen voor mij. Heel fijn, want anders ga je failliet aan de verzendkosten. Toen de auto eindelijk af was en moest worden gespoten, kwam een vriend en mede-Chevy-liefhebber met een ander voorstel: hij had zijn eigen Chevrolet zelf gerold met muurverf! Het resultaat zag er schitterend uit, dus ik ben meteen gaan zoeken naar die verf. Die bleek om milieu-technische redenen in Nederland niet meer verkrijgbaar, maar in België heb ik de juiste verf nog kunnen vinden. Met dat rollen ben ik wel even bezig geweest, maar het eindresultaat is er wel naar. Het doet echt niet onder voor mooi spuitwerk.” 
Toen de pick-up klaar was, besloot Dinnie om daar eerst eens van te gaan genieten. Maar ja, bij zelfbouwers gaan de handen gewoonlijk al snel weer jeuken; de camper-opbouw werd al korte tijd later aangepakt. Ook voor de restauratie daarvan bleek meer tijd nodig dan verwacht. “Je moet je realiseren dat de Amerikanen zoiets echt niet voor de eeuwigheid bouwen. De aluminium platen waren rechtstreeks in het hout geschroefd en dat gaat natuurlijk corroderen en rotten. Ik ben de boel gaan strippen en uiteindelijk bleven eigenlijk alleen de zijwanden en de aluminium kozijnen met de ramen over. Op die basis heb ik de unit weer compleet opgebouwd.” Dinnie had een mooi eindresultaat voor ogen. “Je gaat niet zomaar nieuwe en moderne spullen door elkaar gebruiken. Ik ben een groot liefhebber van de Amerikaanse cultuur uit de jaren 60 en 70. Daarom is het interieur volledig in die stijl opgetrokken, met hout in combinatie met mooie oude onderdelen en vintage materialen. Het gasstel is bruin, en komt uit een oude Fiat-camper. De gordijntjes stammen uit de jaren 60 en hebben misschien wel veertig jaar ergens op zolder gelegen. Alleen de elektra is heel modern, want ik vind het belangrijk dat alles volgens de veiligheidsnormen van nu werkt. Bovendien wil ik autonoom kunnen kamperen. Ik heb bijna alles zelf gedaan, want de elektra is uitbesteed aan een vriend die zich normaal gesproken bezighoudt met vliegtuig- en helikopterbedradingen. Ik ben hartstikke kleurenblind, dus om nou zelf met die draden aan de slag te gaan… Die vriend is uiteindelijk een maand of vier bezig geweest om alles te vervangen; vanaf de accu ligt er een compleet nieuwe draadboom door de unit. In combinatie met een mobiel zonnepaneel kan ik nu zeker een aantal dagen vrij staan.”

Vakantieplannen

Zoals de Chevrolet er nu bijstaat is het resultaat van vijf jaar noeste arbeid. Het is prachtig gedaan; waar je ook kijkt, de combinatie is om door een ringetje te halen. Dinnie is nog niet met de Chevy op vakantie geweest, maar de eerste plannen gemaakt. “Ik heb al wel in de camper overnacht, afgelopen weekend nog op een rockabilly festival onder het Atomium in Brussel. Ik ga graag naar deze festivals, omdat ik houd van de Amerikaanse sfeer van oude rock-’n-roll. Dan overnacht ik op het festivalterrein. Vaak mag dat wel en helemaal met deze camper, want mensen vinden het ook mooi om deze combinatie te zien.” Een grotere trip staat voor binnenkort op de agenda: “Een vriend van me heeft een kleine camping en B&B in Normandië, en binnenkort rijd ik op mijn gemakje die kant op, mooi via B-wegen langs de kust. Op de lijst van droombestemmingen staat de Noordkaap bovenaan, daar wil ik zeker heenrijden en zoveel mogelijk wildkamperen. Maar misschien moet ik daarmee nog even wachten; over een paar jaar ga ik met pensioen en heb ik flink wat tijd over. Dan kan ik nog veel meer gaan genieten van de Chevy en het huisje erbovenop.”
Intussen is ook Tim van Carrec aangesloten. Hij is zichtbaar gelukkig met de Chevy die voor zijn neus staat. “Gaaf zeg, zo’n Amerikaanse pick-up. Ik heb daar toch wel een zwak voor. En ik pas er gemakkelijk in, dat heb ik niet zo vaak bij klassiekers.” Tijd om in te stappen voor een proefrit dus, een gedachte waarvan Dinnie best een beetje zenuwachtig wordt. “Hier zit toch veel werk en liefde in, dus ik hoop maar dat alles goed gaat.” Als de 7,4-liter V8 aan de praat wordt geslingerd door Tim, verschijnt er een glimlach op Dinnie’s gezicht: “Mooi hè..?” Natuurlijk brengt Tim de Chevy ongeschonden terug en kan de auto de brug op. Tim: “Ongelooflijk eigenlijk, zo’n enorme motor en dan maar 260 pk. Er zijn tweeliter viercilinders die tegenwoordig het dubbele opbrengen! Maar die V8 sleept de combinatie wel vooruit, hoewel je moet bedenken dat alles op jaren-70 tempo gaat.” Als de Chevy op de brug staat en Tim er onderdoor loopt, is hij best onder de indruk: op zijn beruchte gele lijstje vult hij maar af en toe iets in. Hij is onder de indruk van zowel de enorme brandstoftank als van de LPG-tank die daarachter is gemonteerd. Hoeveel gaat daarin? Dinnie: “In die tank past 150 liter benzine en de LPG-tank heeft een inhoud van 120 liter. Er zat aan de andere kant nóg zo’n benzinetank, maar die hebben we weggehaald, want 150 liter tanken is al meer dan genoeg.” Natuurlijk volgt daarop een vraag over het verbruik, maar Dinnie weet dat niet. “Misschien moet ik het maar niet weten ook,” lacht hij. “Dat is het beste voor mijn humeur!”

Onderhoudshistorie

Dinnie kocht de pick-up en de camper-unit zo’n vijf jaar geleden voor ongeveer € 12.000. Hoeveel er geld er daarna precies in het project is gegaan, is moeilijk vast te stellen. Alleen al aan onderdelen zal daar nog een 20 mille bovenop gekomen zijn, vermoedt de eigenaar. Alles is onderhanden genomen en ook de motor is gereviseerd. De vele uren werk zijn uiteraard onbetaalbaar en tellen niet mee. Inmiddels is de combinatie klaar voor veel vakantieplezier.

Wat mankeert eraan?

• Er blijft een waarschuwingslamp van de remmen branden in het dashboard.
• De ramen gaan zeer zwaar open en dicht.
• De motor loopt onregelmatig stationair en de motorloop is erg goed voelbaar doordat de hele auto schudt.
• Bijgeluid bij het wiel linksvoor, behalve tijdens remmen.
• Rammel uit de voorwielophanging bij rijden over slecht wegdek.
• Rammel uit de uitlaat bij gas loslaten/uitrollen (zit iets los in de demper).
• Tikje uit de motor.
• Veel pedaalkracht nodig tijdens remmen.
• Bedrading is niet overal netjes weggewerkt en vastgezet.
• Aircosysteem is (deels) verwijderd.
• Motor en versnellingsbak lekken wat olie.
• Motorsteun linksvoor vertoont droogtescheuren.
• Diverse carrosseriesteunen vertonen droogtescheuren.
• Onderste fuseekogel linksvoor heeft wat speling.
• Wiellager linksvoor vertoont speling.
• Benzineslangen en -kleppen van de verwijderde tweede brandstoftank moeten nog even netjes worden vastgezet.

De mening van Carrec Technocenter

Wat een prachtige combinatie is dit! Het is heel duidelijk dat de eigenaar er de afgelopen jaren veel tijd, geld en aandacht aan heeft besteed. Hij geeft echt om deze auto en hij zorgt ervoor dat alles in orde is. Dat resulteert in een heel mooie buitenkant en ook de techniek is zeker niet slecht. Uiteraard blijft het een vijftig jaar oude Amerikaan, en dat merk je direct tijdens het rijden. Ondanks de indrukwekkende 7,4-liter V8 zit er niet al te veel gang in, de besturing is behoorlijk indirect en de vering en demping kunnen nog maar net overweg met het toegenomen gewicht. Ik moest behoorlijk wennen aan de vergrotende spiegels. Dat maakt afstanden inschatten in het begin lastig. Het zal vast wennen. Ook de zitpositie vind ik niet prettig, omdat de bank wat voorover gekanteld is.