Is toch logisch dat zulke dure SUV's het summum zijn?

Begrijp ons niet verkeerd, ook een ‘normale’, meer betaalbare cross-over of SUV kan heus een fijne en goede auto zijn. Als we dat erover schrijven, menen we dat. Toch is er vaak wel een ‘maar’ bij te maken. Denk aan zoiets: fijn ding, maar voor minder geld stap je in een stationwagon die stiekem ruimer en nog fijner is. Het ‘en mooier’ is te persoonlijk om op te schrijven, dus dat houden we dan maar voor ons. Iets soortgelijks gaat ook vaak op voor plug-in hybrides. Dit compromis tussen elektrisch en niet-elektrisch vervoer heeft ontegenzeglijk voordelen, maar levert niet zelden ook zware, minder ruime en minder prettig rijdende auto’s op. Het duo op deze pagina’s heeft al met al genoeg om sceptisch over te zijn, want de BMW X5 en Porsche Cayenne combineren zoals zovelen een SUV-koets met een plug-in aandrijflijn. Toch zijn dit allebei ontzettend fijne auto’s. Alleskunners, feitelijk, en dat komt júist door die combinatie van een praktisch, hoog koetswerk en een deels elektrische aandrijflijn.

Is het gewoon een facelift die de Porsche Cayenne kreeg?

De facelift van de Porsche Cayenne is een bijzonder uitgebreide. Neus én kont zijn flink op de schop gegaan en in het interieur is bijna alles anders. Het nieuwe dashboard lijkt sterk op dat van de elektrische Taycan en oogt strak, opgeruimd en modern, maar ook wat kil. Zeker in het donker missen we wat sfeer en komt de Porsche een stuk ongezelliger over dan de X5, die zijn inzittenden trakteert op warm ogende materialen, mooi uitgedokterde sfeerverlichting en minder felle schermen. Die schermen zijn nieuw, maar toch is de basis van het dashboard nog zichtbaar van de ‘oude’ stempel. Het gevolg is dat het geheel weliswaar sfeervol, maar iets minder strak en coherent oogt. Kwalitatief is ook dit interieur heel hoogstaand, maar de Porsche oogt en voelt toch net wat hoogwaardiger.

Ging de BMW X5 er ook op vooruit bij de facelift?

Wat deze auto’s gemeen hebben, is dat er bij de facelift flink is gekeken naar de aandrijflijn. Bij BMW levert dat zelfs een nieuw typeplaatje op: xDrive45e wordt xDrive50e. Niet zonder reden, want het systeemvermogen ligt met 490 pk bijna 100 pk hoger dan voorheen. De elektrische prestaties krijgen ook een boost: het accupakket gaat van 21,6 naar 25,7 kWh en daarmee stijgt het elektrische bereik in theorie naar 110 kilometer. Indrukwekkend, en in de praktijk haalden we daadwerkelijk meer dan 100 kilometer op stroom. De Porsche gaat wat minder zuinig met zijn stroom om en haalt uit een vergelijkbare accu ‘slechts’ 74 kilometer, wat we ook nagenoeg precies halen. Ook hier betekent dat een flinke verbetering ten opzichte van de vorige Cayenne E-Hybrid, die in 2020 ook al eens werd verbeterd. Ook de Porsche krijgt meer vermogen, al blijft hij met 470 pk iets achter bij de X5. Let wel: in deze uitvoering. Anders dan BMW levert Porsche namelijk meerdere plug-in hybride-versies, met vermogens tot 739 pk! De hier geteste ‘normale’ E-Hybrid is de minst krachtige en door zijn lage CO2-uitstoot in Nederland met afstand de meest voor de hand liggende versie van de Cayenne. De uitvoering zonder stekker heeft veel minder vermogen, maar kost dik 37.000 euro meer. Bij BMW zien we iets soortgelijks: de xDrive50e is veel krachtiger, maar ook goedkoper dan de louter op benzine lopende xDrive40i. Van de twee hoofdrolspelers hier is de Porsche – weinig verrassend – de duurste. De X5 is er met deze aandrijflijn voor net iets minder dan een ton, de Porsche heb je niet voor minder dan €114.000. Op deze pagina’s schittert de Cayenne als Coupé, een meer afgeplatte variant die zelfs minimaal €117.200 kost.

Waarom de Cayenne Coupé naast de X5?

De reguliere Cayenne zou beter bij de X5 passen, maar was niet beschikbaar. Evengoed is deze vergelijking niet gek, want de Coupé is bij Porsche erg populair en zijn directe rivaal bij BMW, de X6, is er niet als plug-in. Behalve meer geld lever je bij de Cayenne Coupé logischerwijs ruimte in. Daarbij gaat het om hoofdruimte achterin, maar ook om bagageruimte. Dat komt niet zo goed uit, want aan de onderkant vreet ook de hybride aandrijflijn ruimte. Het gevolg: daar waar een Cayenne in het gunstigste geval 772 liter bagageruimte heeft, houdt deze platgeslagen hybride het bij 434 liter. Dat is ook in absolute zin echt niet veel, al moet gezegd dat het grote vloeroppervlak dit laadruim praktischer maakt dan de inhoud in liters doet vermoeden.

In deze video gaan we in op alle testonderdelen die bij een vergelijkende test worden meegenomen. Als extra service kun je als ingelogde gebruiker ook nog de pdf uit het magazine downloaden. Dan heb je echt alle gegevens en cijfers op een rij.