BMW 7-serie
Mag het nóg iets krachtiger zijn?
- Arno Böckling
- Eerste rijtest
De vierde generatie van de BMW 7-serie die in 2001 werd geïntroduceerd, was al een imposante auto; goed voor indrukwekkende prestaties. Maar het kan altijd beter. De opgefriste versie ziet er nog krachtiger uit. En vijf van de zes krachtbronnen in het motorengamma leveren nu nog hogere prestaties.
BMW kreeg nogal wat kritiek te verduren, toen in 2001 de vierde generatie van de 7-serie werd geïntroduceerd. Natuurlijk, het topmodel van de Beierse fabrikant was altijd al een prestigieuze automobiel geweest. Maar deze wagen was toch wel erg dik en plomp. Eigenlijk niet mooi meer.
De verkoopcijfers leken er ook op te wijzen dat kopers die tot dan toe voor een 7-serie hadden gekozen nu naar een model van een ander merk omkeken. Maar de cijfers spreken nu toch een andere taal. Met bijna160.000 verkochte exemplaren is die 'lelijke' 7-serie de succesvolste limousine die BMW ooit gebouwd heeft. Misschien deed hij het bij ons in Nederland niet zo goed, maar in 2004 werd hij in Duitsland marktleider in z'n segment. En ook in Azië, het Midden-Oosten, Oost-Europa, Oceanië en zelfs Afrika is de 7-serie van nu een gewilde auto.
Langzamerhand is de kritiek op het model ook verstomd. We zijn aan het design gewend geraakt. En hoe je het ook wendt of keert, de 7-serie is een indrukwekkende verschijning, een wagen die respect afdwingt. Hij ziet er misschien wat gemeen uit. Maar het is dan ook een auto voor mensen die het gemaakt hebben en dat zeker willen weten. Het is daardoor ook bij uitstek een directiewagen; een auto voor 'de man achterin'. Dat bewijzen – opnieuw – de cijfers. Meer dan de helft van de kopers van een 7-serie kiest voor de Li-versie; met lange wielbasis. Maar ook al is een model een succes, na een paar jaar wordt het toch tijd voor een opfrisbeurt. Die heeft de 7-serie nu gekregen. De motorkap - met 'powerdome'; de naam zegt het al – straalt nog meer kracht uit. Nieuwe koplampen en een nieuwe bumperspoiler versterken dat effect nog. Krachtiger aangezet werd ook de achtersteven, met bredere achterlichten en een nieuwe bumper. En krachtiger (sportiever) werd het zijaanzicht; dankzij de sterker geprofileerde dorpels.
Krachtiger en sneller
Wat veranderde er op motorengebied? Daar gaan we. In de 730i en Li – de meeste uitvoeringen van de 7-serie kunnen ook met lange wielbasis geleverd worden - kwam een nieuwe zescilinder lijnmotor; de eerste motor ter wereld met een cilinderblok vervaardigd van een aluminium/magnesium legering. De 2.996 cc machine, die al in de 630i werd gemonteerd, is goed voor 190 kW/258 pk. Ter vergelijking; de vorige motor leverde 170 kW/231 pk. Met 300 Nm, bleef het koppel gelijk. Voor de sprint van nul naar honderd zijn nu 7,8 in plaats van 8 seconden nodig. De topsnelheid bedraagt 244 kilometer per uur. De 745i V8 krachtbron met een inhoud van 4.398 cc werd vervangen door de 750i V8, die een inhoud van 4.799 cc heeft. Het vermogen ging daarbij van 245 kW/333 pk naar 270 kW/367 pk. Het koppel steeg van 450 naar 490 newtonmeter. De acceleratie 0 –100 ging omlaag van 6,3, naar 5,9 s. De topsnelheid bleef afgeregeld op 250 en het verbruik bleef 11,4 l/100 km.
De 735i V8 benzinemotor, met 3.600 cc cilinderinhoud, werd opgevolgd door de 740i V8 die precies 4.000 cc meet. Het vermogen steeg van 200 kW/272 pk naar 225 kW/306 pk en het koppel nam toe van 360 naar 390 Nm. Niets veranderde aan de topsnelheid. Die bleef afgeregeld op 250 km/h. Winst werd er geboekt bij het optrekken van nul naar honderd. De tijd die daarvoor nodig is, zakte van 7,5 naar 6,8 seconden. Het verbruik tenslotte nam toe van 11,1 naar 11,2 l/100 km.
De 740d met V8 dieselmotor maakte plaats voor de 745d met V8-diesel. De nieuwe motor heeft een volledig aluminium – 30 kilo lichter - cilinderblok; is voorzien van een dieselpartikelfilter en werkt met piëzo-elektrisch gestuurde inspuittechniek. De oude krachtbron meet 3.901 cc; de nieuwe heeft 4.423 cc inhoud. Bij de wisseling van motor ging het vermogen omhoog van 190 kW/258 pk naar 220 kW/300 pk. Het koppel maakte een sprong van 600 naar 700 newtonmeter en de tijd nodig om op te trekken van nul naar honderd ging omlaag van 7,4 naar 6,8 seconden. De topsnelheid blijft, onveranderd, afgeregeld op 250 km/h. Het verbruik ging omlaag van 9,7 naar 9,5 l/100 km.
Nog altijd zes cilinders in lijn heeft de 2.993 cc dieselmotor van de 730d. Maar het cilinderblok is nu van aluminium een weegt daardoor 25 kg minder. Ook deze zescilinder werkt met piëzo-elektrisch gestuurde inspuittechniek en is uitgerust met een roetfilter. Het vermogen ging omhoog van 160 kW/218 pk naar 170 kW/231 pk. Ook het koppel laat een vooruitgang zien en bedraagt nu 520 Nm in plaats van 500 newtonmeter. Voor de sprint van nul naar honderd zijn geen 8 seconden maar 7,8 s nodig. Het verbruik ging omlaag van 8,5 naar 8,2 l/100 km. De topsnelheid tenslotte, bedraagt 238 km/h.
Vermogen en comfort
We reden de 750i en Li. BMW had deze twee versies voor de internationale introductie ingezet omdat de 750i de 745i opvolgt, en de 745i het meest werd verkocht. Meer dan de helft van de kopers van een 7-serie koos voor deze motorisering. Boven de 750i vinden we alleen nog de 760i; de 7-serie met de sterkste krachtbron onder de indrukwekkende motorkap. Maar wat hebben we te klagen, met een topsnelheid van 250 en de mogelijkheid om in 5,9 seconden vanuit stilstand naar honderd op te trekken. Het koppel van 490 newtonmeter liegt er ook al niet om. Dus als andere wagens moeizaam een lange steile helling op kruipen, neemt onze 7-serie hem alsof er niets aan de hand is. Je hoort niet eens dat de motor van de - een kleine twee ton wegende - limousine zich moet inspannen. Niet alleen omdat hij het werk makkelijk aan kan, maar ook omdat het motorgeluid uitstekend wordt gedempt. Eigenlijk ook weer een beetje jammer, want de sportieve automobilist – en daar richt BMW zich toch in het bijzonder op – zou best wel eens een mooie V8-roffel willen horen.
Aan de andere kant; een 7-serie is een luxe zakenauto, en bij wagens in die categorie wil je juist weer rust in het interieur. Voor die rust is gezorgd. De standaard zesversnellingsautomaat doet eraan mee. Je voelt geen schakelschokjes en daardoor merk je nauwelijks dat hij iets doet. Maar als er krachtig geaccelereerd moet worden, is hij paraat. We rijden de invoegstrook op van een stuk snelweg dat omhoog loopt. Een vrachtwagen die ons ziet, gaat maar vast een rijstrook opzij. Helemaal niet nodig. Als we het serieus gas geven, gaan we lang voor het einde van de wat korte invoegstrook, meer dan snel genoeg. Terwijl de vrachtwagen rap in onze achteruitkijkspiegel krimpt, zien we hem weer naar rechts gaan. We vervolgen onze rit in alle comfort. Daaraan draagt ook het Adaptive Drive-onderstel bij. Het past de dempingskracht voortdurend traploos aan de omstandigheden aan. Ga je sneller; agressiever rijden, dan wordt de demping ook meteen steviger. Heb je het over comfort, dan heb je het ook over ruimte. En voor mensen die zich een auto met chauffeur kunnen permitteren, is de ruimte achterin belangrijk. Daarom is de 7-serie met lange wielbasis ook zo in trek. Want die biedt achterin een zee aan ruimte.