Dus Mercedes en BMW zijn de beschermheren van de echte coupé?

Laten we de merken vooral niet alleen maar lof geven op dit vlak. Mercedes was immers ook het merk dat de ‘vierdeurs coupé’ heeft grootgemaakt met de CLS, terwijl BMW met de X6 ooit de ‘coupé-SUV’ introduceerde. Deze auto's zijn in feite dus goedmakertjes voor eerdere 'zonden'. In het geval van Mercedes komt er nog één dingetje bij: de komst van de CLE betekent ook dat er een coupé verdwijnt. De CLE volgt immers zowel de C-klasse Coupé als de E-klasse Coupé op. Die twee modelleb hebben gedurende twee generaties naast elkaar bestaan en volgden samen weer de CLK op, waarvan eveneens twee generaties bestaan. De geschiedenis herhaalt zich dus, want ook die CLK werd door Mercedes net als de nieuwe CLE tussen de C- en E-klasse in gepositioneerd.

Vallen deze auto's ook echt tussen twee segmenten in, of alleen mrt hun naam?

Met een lengte van 4,85 zit de CLE in dat opzicht werkelijk exact tussen de C-klasse (4,75) en E-klasse (4,95) in. Hij strekt zich ook zo’n 8 centimeter verder uit dan een 4-serie Coupé, die om dit verhaal compleet te maken wel weer zo’n 5,5 centimeter langer is dan een vierdeurs 3-serie. In die zin doet de 4-serie het cijfer in zijn typenaam recht aan, al was die afscheiding van de 3-serie in 2013 eerder het gevolg van de keuze om tweedeursmodellen een aparte typenaam te geven. Wie als autofabrikant een model maakt dat tussen twee modellijnen in valt, zou wel gek zijn om die auto technisch te baseren op de grotere en duurdere van die twee. Veel slimmer is het om het kleinere model wat ‘op te krikken’ naar het hogere niveau, om aldus met de winstmarges hetzelfde te doen. Bij beide auto’s is goed zichtbaar dat dit ook hier de benaderingswijze was. De 4-serie deelt zijn wielbasis en interieur met de 3-serie, de CLE deelt zijn wielbasis en interieur met een C-klasse. Dat is gelukkig helemaal geen schande. Vooral bij Mercedes valt op dat het interieur nog altijd van topklasse is, ook in dit wat hogere prijssegment.

Je koopt zo'n coupé natuurlijk vooral om het uiterlijk. Wat valt op bij het design van de CLE en de 4-serie?

De huidige 4-serie komen we in Nederland erg veel tegen, maar dat komt vooral doordat vijfdeurs Gran Coupé als elektrische i4 niet aan te slepen is bij de zakelijke rijder. Dat maakt de tweedeurs 4-serie coupé misschien net wat minder opvallend, maar niet minder exclusief. De Mercedes springt evenmin direct in het oog. Zijn design is een vrij brave mix van alles wat we van het huidige Mercedes kennen, waarbij de neus opvallend veel gelijkenis vertoont met die van de kleinere CLA. Jammer is wel dat de CLE in één opzicht duidelijk breekt met de E-klasse coupé: hij heeft gewoon een B-stijl en de achterste zijruiten blijven dicht. Bij de BMW is dat ook het geval, maar Mercedes heeft een lange traditie van ‘hardtop coupés’ zonder vaste ‘pilaar’ tussen de zijruiten.

De Mercedes CLE en BMW 4-serie zien er sportief uit, maar zijn ze dat ook?

Wat betreft hun rijgedrag zijn de verschillen tussen een CLE en een C-klasse niet overweldigend. Althans: in de geteste uitvoering. Wij rijden de CLE als bescheiden CLE 200 zonder Dynamic Body Control. De auto vermoeit je als een echte Mercedes niet te veel met wat er onder de wielen gebeurt en maakt vooral indruk met stilte en luxe, maar heeft stiekem wel een steengoede wegligging. De CLE volgt eigenlijk altijd het ingezette spoor, maar nodigt niet uit om de grens op te zoeken. In Nederland is dit model altijd uitgevoerd als AMG Line en daarbij hoort een sportonderstel. Dat betekent dat de CLE niet meer zijdezacht is, maar verwacht niet meteen een superdirecte sportwagen. De BMW geeft dat gevoel veel meer. Ook hier is het de moeite waard om te noemen dat opties veel invloed kunnen hebben op het rijgedrag, alleen zijn die opties hier wél aangevinkt. De 4-serie laat echt met zich spelen en is daarmee heel vermakelijk, maar tevens heel geschikt om comfortabel lange afstanden mee af te leggen. De aandrijflijn speelt eveneens een rol: de motor van de BMW is krachtiger dan die van de Mercedes en zijn automaat soepeler.

Dat de BMW sneller is, is niet zo gek, want jullie vergelijken een 430i met een CLE 200. Was een 420i niet beter geweest?

Voor het geld dat de CLE 200 kost - €71.277 zonder opties – kun je met gemak een stapje omhoog doen bij BMW. Zelfs met de xDrive-vierwielaandrijving van de testauto kost de 430i minder dan de simpelste CLE, die je tegen meerprijs ook met vierwielaandrijving kunt krijgen. Toch zegt dat niet alles, want bij Mercedes is de standaarduitrusting erg riant. Volledig opgetuigd zoals de auto’s op deze pagina’s moet je in beide gevallen rekenen op een bedrag rond de 85 mille, waarbij de Benz luxueuzer is dan de BMW. Wie op hetzelfde luxeniveau wil eindigen, kan in plaats van xDrive beter elektrisch verstelbare stoelen en keyless entry aanvinken. Inderdaad: dat ontbreekt bij de geteste BMW van €86.000 …