BMW 4-serie Coupé - Eerste rijtest

Eén ding moet je BMW nageven: de mega-nieren die de nieuwe 4-serie zal meekrijgen, zullen zeker niet bij iedereen in de smaak vallen, maar ze trekken in elk geval wel de aandacht. Omdat smaak nu eenmaal iets heel persoonlijks is, checken we vandaag de harde feiten. De 4-serie gooit het wat styling betreft dan wel over een andere boeg, maar hij moet toch ook, willen de BMW-liefhebbers hem accepteren, als vanouds dynamiek en rijplezier bieden.

Vandaag mogen we met twee prototypen op stap om te controleren of dat is gelukt, een 430i met een 2,0-liter viercilinder, 258 pk en achterwielaandrijving alsmede een vierwielaangedreven M440i met een 374 pk sterke zescilinder-in-lijn. De auto’s zijn nog voorzien van een dikke laag isolatiemateriaal, zodat er veel te raden overblijft.

Wat wel meteen in het oog springt: een 4-serie is veel lager dan een 3-serie, zes centimeter om precies te zijn. Bovendien is de spoorbreedte achter met meer dan twee centimeter vergroot. Het zwaartepunt (en de positie van de stoelen) is met twee centimeter verlaagd. Projectleider Thomas Roth (58) licht de belangrijkste ingreep toe. De ingenieurs hebben tien extra rijdynamiekprofielen gemonteerd en andere componenten die de stijfheid ten goede komen. Die stabilisatoren zijn op vooren achteras gemonteerd en maken de sowieso al solide carrosserie nog stijver. “We hebben de controller die daar zijn zegen voor heeft gegeven net een stukje laten rijden. Hij glimlachte van oor tot oor”, aldus Roth. Mooie woorden, maar dat willen we natuurlijk zelf ervaren. We beginnen met de variant met de zescilinder. Het verbaast ons niet dat de motor over turbineachtige loopeigenschappen beschikt en een heerlijk geluid voortbrengt.

ZEER HOGE OGEN

Jos van As, onderstelontwikkelaar en ‘hoofd rijplezier’ bij BMW, rijdt voor ons uit. We knallen met 260 km/h op de teller over de autobahn. Natuurlijk, dat kan deze BMW wel, maar op de bochtige wegen van de Hallertau, een gebied in Beieren dat de BMW-testers de Hopfenrundweg noemen, toont de M440i dat hij je ook in de watten kan leggen met een flinke dosis rijplezier.

De 4-serie Coupé wordt circa 4,70 meter lang, maar hij voelt veel kleiner aan door de sportieve, communicatieve afstelling. Een goede combinatie: een nauwkeurige rechtuitloop op de autobahn en een hoge dwarsacceleratie op provinciale wegen dankzij extra verstevigingen. “De veren, de dempers, de stabilisatorstangen, alles is net een tikje straffer afgesteld dan bij de 3-serie”, legt Van As uit. En dat terwijl die 3 in onze optiek in zijn segment al zeer hoge ogen gooit als het gaat om rijdynamiek.

De fijne achttraps Steptronic-transmissie schakelt lekker snel en desgewenst ook meerdere versnellingen tegelijk terug, waardoor je na de bocht meteen weer de beschikking hebt over een flinke dosis vermogen. Ook kunnen we concluderen dat het optionele adaptieve onderstel de moeite (of beter gezegd het geld) waard is: in de Comfort-modus weet hij zelfs flinke vorstschade soepel weg te werken, terwijl hij in de Sport-stand over een bijzonder straffe afstelling beschikt. In de modus Sport Plus reageert de M440i nog gretiger op bevelen van het gaspedaal. Ook komt er dan zo’n heftig geluid uit de uitlaat dat je er in de bebouwde kom geen vrienden mee maakt.

TWEE CILINDERS TE WEINIG

Even later switchen we naar de 430i. Akkoord, die heeft voor BMW-liefhebbers twee cilinders te weinig. Daar staat dan echter tegenover dat hij wel beschikt over achterwielaandrijving, wat puristen zal plezieren. Ook is hij 200 kilo lichter dan de versie met zes cilinders en vierwielaandrijving. Dat merk je natuurlijk in elke haarspeldbocht. Deze testauto beschikt niet over adaptieve dempers, maar wel over een sportonderstel. Dat zouden wij niet aankruisen op de optielijst. De onderstel afstemming is dan te hard en oneffen heden in de weg worden dan wel heel ongefilterd doorgegeven. Dan kun je beter de spreiding hebben die de adaptieve dempers bieden, van hard tot zacht.

Het is echter wel een feit dat de achterwielaangedreven 4-serie wat lichtvoetiger aanvoelt dan de vierwielaandrijver. Het rijplezier is ook te danken aan het op de achteras geplaatste sportdifferentieel, dat het vermogen met veel precisie naar de plek leidt waar dat het best kan worden omgezet in dynamiek.

In juni zal BMW de camouflagetape van de auto halen. Dan weten we eindelijk hoe de grote nieren de 4-serie zullen staan. In het najaar staat hij in de showroom, in het voorjaar van 2021 volgt de cabrio en in de zomer daarop de Gran Coupé met vier deuren. De enorme dubbele nieren zullen ongetwijfeld tot veel discussie leiden, maar verder is de auto boven elke twijfel verheven. Met de 4-serie laten de BMWonderstel-experts zien dat de slogan ‘BMW maakt rijden geweldig’ niet zo maar uit de lucht is komen vallen.