BMW 2-serie Active Tourer - Eerste rijtest

Hightech-familiebusje

BMW 2-serie Active Tourer
AutoWeek 8 2022
AutoWeek 8 2022

Je leest het in AutoWeek 8 2022

In een markt waarin bijna alle fabrikanten hun MPV’s hebben verhoogd of geschrapt, is het opvallend dat BMW – met al zijn SUV’s – wél gewoon doorgaat met zijn brave 2-serie Active Tourer. De tweede generatie heeft nog steeds voorwielaandrijving, maar ook nu zal dat het merk én de berijders worst zijn.

Toen in 2014 de 2-serie Active Tourer op de markt kwam, schreeuwden alle bewakers van heilige huisjes moord en brand. Voorwielaandrijving op een BMW was erger dan ananas op een pizza. Zeven jaar en 430.000 auto’s verder zwijgen de criticasters echter. Opvallend genoeg reed 80 procent van de kopers eerder geen BMW, dus die misten de achterwielaandrijving niet. De fabrikant kreeg wel een reëler beeld van de doelgroep. Bij de lancering van de eerste versie kregen we nog volop beelden te zien van mountain­bikers, bergbeklimmers en surfers die in een Active Tourer stapten. Maar nu vertelt een engineer dat ‘er naast families ook opvallend veel oudere mensen zijn die er eentje kochten.’ Nee, dat meen je niet …Er was dus genoeg succes om met een compleet nieuwe tweede generatie te komen.

De auto is breder, langer en hoger geworden. De wielbasis bleef gelijk, maar de spoorbreedte groeide. Dit alles geeft meer binnenruimte. Op de achterbank zit je als volwassene uitstekend, met veel hoofd- en beenruimte, maar ook een comfortabele zitpositie. De bagageruimte meet maximaal 415 liter; dankzij de in delen verschuifbare achterbank kun je kiezen tussen meer been- of bagageruimte.

gebruikersprofielen

Ook voorin is te merken dat de auto ruimer is geworden. De zwevende middentunnel en het open dashboard met BMW’s nieuwe multimediasysteem met het ‘curved screen’ helpen hierbij. Dat scherm herbergt het nieuwe Operating System 8, dat we verder alleen nog maar vinden in de dikke BMW iX en de nieuwe i4. Het is hypermodern, werkt op veel manieren samen met je smartphone en herbergt gebruikersprofielen die je kunt meenemen naar andere BMW’s. Een grote teleurstelling is wel dat – tegen veel eerdere beloftes in – het de eerste BMW in lange tijd is zonder iDrive-knop. Het systeem krijgt nog altijd de naam iDrive, maar de handige druk- en draaiknop is verdwenen. We waren lyrisch over die knop, juist omdat BMW stug volhield waar andere merken faalden; de combinatie van touchscreen en knop was super. En de iX en i4 hebben hem nog wel. “Het touchscreen in combinatie met voice control is zó goed dat dit beter was”, claimt een BMW-man. Als ik vervolgens 500 meter ver ben en snel op de navigatiekaart wil inzoomen om die onoverzichtelijke rotonde te checken, ervaar ik meteen al het tegendeel. Ik moet met mijn vingers naar de kaart, die langzaam reageert. Hoe lang waren mijn ogen van de weg? Langer dan wanneer ik de knop had kunnen gebruiken. Los van dit jammerlijke gemis is de techniek in de BMW zeer imposant. Er is een goede autopilot, een duidelijk head-up display, een prachtig augmented reality-systeem dat helpt met navigeren en veel, veel meer. De auto strooit met informatie, voor zover nodig. Een imposant supermodern geheel, dat past bij het vooruitstrevende imago dat BMW wil hebben.

Neem de PHEV

Het M-onderstel is voor de versies met verbrandingsmotoren niet aan te raden: de auto wordt er onnodig nerveus en stug van, terwijl je de toegenomen dynamiek in een auto als deze niet zoekt. Vooralsnog zijn er drie benzineversies en één diesel, maar richting de zomer komen daar twee PHEV-versies bij. We konden vast met een prototype van de plug-in op pad en het is simpel: die moet je hebben. Hij heeft standaard vierwielaandrijving, waarbij er één elektromotor op de achteras zit. In totaal heb je 245 of 326 pk, dus snel zijn de auto’s zeker. Belangrijker is dat je op lage snelheid extreem veel koppel hebt, waardoor de auto zalig soepel rijdt. En dat terwijl de benzineversies en met name de driecilinders bij lage snelheid niet heel verfijnd samenwerken. Het is niet slecht, maar bijvoorbeeld bij het net niet stoppen en toch doorrijden is de bedenktijd van de automaat te lang en kom je na meer dan een volle seconde onrustig op gang, ondanks mild-hybrid-kracht. De viercilinder in de 223i doet het al beter, maar de PHEV is daarmee vergeleken een oase van rust en soepelheid. De twee motoren van de vijfde generatie PHEV van BMW (een primeur voor de 2-serie Active Tourer) werken zeer goed samen en schakelacties van de bak met dubbele koppeling (standaard in alle versies) worden door soepele elektrokracht overschaduwd. Met een elektrische range van 90 kilometer (WLTP) dankzij een 16 kWh-accu kun je in de praktijk zeer veel ritten volledig elektrisch afleggen. De PHEV krijgt met het optionele M-onderstel wél de goede FSD-dempers, maar hij wordt niet verlaagd en die combinatie is top. De nieuwe 2 Active Tourer is ineens in balans en biedt comfort terwijl hij ook erg goed rijdt. Dat weegt wel op tegen de 200 kilo extra gewicht. Soms is de plug-in-versie van een model best goed, maar nu is het met afstand de beste versie. De prijzen van de PHEV hebben we nog niet, maar de lage CO2-uitstoot van de PHEV maakt hem hopelijk niet minder aantrekkelijk dan een 220i.

Gerelateerde forum topics

Praat verder op het forum