Audi TT Coupé 1.8 5V Turbo (2001)

De fraaie constructie met bouten rond de tankdopklep rechtsachter, keert overal in de auto terug. Dat is vaak heel smaakvol (bij de pookknop bijvoorbeeld), maar soms wordt het iets té (rond de knoppen voor de alarmknipperlichtinstallatie bijvoorbeeld). Dat vinden we een beetje "over de top". Heus, er is echt diep nagedacht over het samenspel tussen buiten- en binnenkant, maar soms draaft Audi door. Want de TT is extreem van bumper tot bumper. Bekijks hadden we heel erg veel, dat gelooft u vast wel. Maar wat wil je ook met zo"n opvallende verschijning ("Zien jullie me zitten!?"). Maar stap in (beter; kruip erin en kijk uit voor het hoofd), start de motor en stap er bovenop: u ervaart dan prestaties, die u misschien doen afvragen wat je nog met een 225 pk-versie van deze TT moet? Reken op bloedstollende acceleraties en een stel voorwielen die graaien naar grip elke keer als u het gaspedaal diep intrapt. Zoeken gaat de Audi dan ook, en hij reageert heel heftig op sporen in het wegdek.
Over de hele linie is de auto licht nerveus; op het rechte stuk en in bochten. Maar hij communiceert ook uitgebreid met zijn bestuurder. Z"n beruchte streken (plots opkomend overstuur in bochten) zijn beteugeld door een minuscuul achterspoilertje en het stabiliteitsprogramma ESP.
Dat stelt terecht gerust, want echt gemeen is de TT niet meer, wel attractief. Meer communicatie met het onderstel en het wegdek zorgt ervoor dat de TT hard door de bocht is te jagen. De TT laat de bestuurder het forse afremmen vóór een bocht volop meebeleven. En de Audi accelereert ook lekker snel weg vanuit de bocht, maar de werkelijke bochtsnelheid ligt eigenlijk helemaal niet extreem hoog. De TT is dus een bijzonder leuke auto om te rijden, maar als het erop aankomt is korte, stugge TT geen reisauto. Niet alleen vanwege de vering, maar ook vanwege het lawaai en de benauwd beperkte leefruimte.

Bijzondere motor en bak

"t Leuke van deze sportcoupé is ook nog de aandrijflijn. Audi gaat voor een viercilinder met geforceerde (turbo) cilindervulling om extra vermogen te verwezenlijken. De krachtbron is lekker "wakker". Soepel, snel; kortom superieur.
Over de bak is ook nog wel iets te vertellen. Want die bak van de Audi, die is super. Niet omdat hij kort en direct schakelt en - als een echte sportieveling - daar heus wat kracht voor vraagt. Dat is sowieso al fijn. Nee, de Audi-bak schopt het tot wereldtopper, omdat de mannen uit Ingolstadt erin zijn geslaagd niet alleen een retro-look, maar ook een retro-gevoel en daarbij een retro-geluid te fabriceren. Als je snel schakelt hoor je een "klunk" als van een oude race- of rally-auto. Als je de pook beroert, voel je het mechaniek onder je schuiven en werken. Heel knap gedaan, één van de grote charmes van deze auto.
Op de achterbank van de TT zitten heel optimistisch twee driepuntsgordels. Waarvoor? Om dat tasje boodschappen of je poedeltje vast te zetten, waarschijnlijk... Want mensen, groot of klein, hebben er niks te zoeken. In de TT krijg je sowieso claustrofobie door dat enorme zware dak boven je hoofd. Verkeerslichten zijn lastig te zien, het uitzicht rondom is in z"n geheel petje en de hoeveelheid verse, frisse lucht laat te wensen over. Sommigen noemen dat overigens knus. Opvallend genoeg kun je gelukkig wel wat meenemen in de kofferbak. Dat valt niet tegen.
Veiligheid is een zwaar onderwerp in Duitsland. Grote paniek dan ook toen het onderstel van de eerste TT"s onvoldoende bochtvast bleek. Audi paste het als de wiedeweerga aan. Het ESP-systeem grijpt in als het in een bocht uit de hand begint te lopen. Dat gaat zover dat zelfs bepaalde wielen kunnen worden afgeremd en dat motorvermogen wordt gemanipuleerd om de koets in de bocht te houden. Daarnaast is de auto voorzien van ABS, elektronische remkrachtverdeling én een elektronisch sperdifferentieel met aandrijfslipregeling voor de aangedreven voorwielen. Standaard heeft de TT twee airbags en zij-airbags vóór.
De TT is er nu bijna drie jaar. Heeft de tijd het idee van Audi"s sportcoupé inmiddels ingehaald? Nee. Audi vaart zijn eigen koers met een betrekkelijk spartaanse, erg snelle en zeer opzichtige ("Zien jullie me zitten?") "platgeslagen" Porsche (of Kever?). Een spectaculaire, tijdloze auto, die het in zich heeft een klassieker te worden.