Audi RS6 Avant - Test

In de VS hebben de RS-modellen van Audi een beetje een cultstatus, en dat komt doordat de sportieve topmodellen er tot voor kort niet of nauwelijks verkrijgbaar waren via de officiële kanalen. Een nieuw reclamefilmpje, waarin een jongeman droomt van een blauwe RS2 Avant, staat niet alleen stil bij het 25-jarig jubileum van de RS, maar suggereert ook dat er aan de andere kant van de oceaan met smart wordt uitgekeken naar méér RS-modellen.

Zoals een RS6, waarvan in 2003 alleen de eerste generatie in de VS is geleverd. Als sedan, dus een RS6 Avant is een curiositeit van de bovenste plank. Audi’s keuze om de RS6 alleen als stationwagon te leveren is opvallend; bij Mercedes kun je de versie van de E-klasse in twee smaken bestellen (sedan en stationwagon), terwijl BMW de M5 juist alleen als sedan aanbiedt.

Audi’s redenering: wie geen stationwagon wil, kan terecht bij de RS7. Het is voor Audi wat betreft de RS6 Avant een beetje een gok hoe dat uitpakt in een land waar ze het traditiegetrouw niet zo op stationwagons hebben. Afijn, dat zoeken ze daar maar lekker uit, in Europa – en zeker in Nederland – zijn we ondanks de SUV-opmars nog altijd erg gecharmeerd van de traditionele pakezel. Zeker als er een 4.0 V8 biturbo met 600 pk en 800 Nm onder de kap ligt.

Ten opzichte van zijn voorganger maakt de RS6 dankzij een grotere turbocompressor en 0,2 bar extra laaddruk een sprong van 40 pk en 100 Nm. Goed, de Performanceversie van de vorige RS6 had 605 pk, maar die extra potente uitvoering moet van de nieuwe RS6 nog komen. Audi kan nog niets bevestigen, maar vermoedelijk zal de nieuwe Performance-versie riant over het vermogen van de vorige heen gaan. Rustig rijden is met de RS6 geen probleem, als het moet ‘zeilt’ hij onder lage belasting dankzij het 48V-boordnet met uitgeschakelde V8 voort en als er weinig vermogen wordt gevraagd, worden er tijdelijk vier cilinders op non-actief gesteld.

Maar daar koop je natuurlijk geen RS6 voor. Daarmee wil je knallen. In de normale rijmodi blijft het gegrom van de V8 en de twee uitlaten bescheiden, maar dat verandert als je op het stuur de RS-knop indrukt en je een van de twee RS-configuraties activeert. Heb je de uitlaatsound op Present gezet, dan rommelt het stationair al wat meer in de pijp, en bij vol gas wegtrekken brult hij het uit. Dat hoor je vooral aan de buitenkant; binnenin, waar de geluidsproductie via de speakers wordt geholpen, wordt het nooit heel bruut. Wat dat betreft is het jammer dat het Akrapovic-uitlaatsysteem van de optielijst is geschrapt. De achttraps automaat schakelt soepel en in de meest heftige stand erg snel, maar verwacht geen lompe klappen zoals bij een automaat met dubbele koppeling. De reactietijd bij handmatig terugschakelen voor een bocht zou sneller mogen. Het is fascinerend hoe eenvoudig je (heel) hard gaat met de RS6, het koetswerk blijft daarbij verbazend stabiel tijdens heftig bochtenwerk. Wanneer de achterkant dankzij het optionele Quattrosportdifferentieel voorzichtige stapjes naar buiten zet, trekken de voorwielen de boel razendsnel weer feilloos in het gareel. Wat een tractie, wat een controle.

De versie met Dynamic Ride Control, waarbij de dempers hydraulisch met elkaar zijn ‘verbonden’ om rolneigingen tegen te gaan, is een aanrader. Maar je kunt ook kiezen voor luchtvering; dat is iets comfortabeler en praktischer – de bodemspeling kan met 2 cm worden vergroot – maar je levert wel in op sportiviteit. Dankzij de (optionele) vierwielbesturing reageert de RS6 direct op stuurbewegingen, wat niet betekent dat er veel gevoel in de installatie zit.

ROAD PRESENCE

Op het gebied van onderstelafstemming en pure prestaties valt er weinig op de nieuwe RS6 af te dingen, maar het is misschien wel zijn road presence die de meeste indruk maakt. Zo zijn de wielkasten aan beide kanten liefst 4 cm breder dan bij de normale A6 Avant, waarmee de RS6 alleen de voorportieren, het dak en de achterklep deelt. De lagere neus met smalle ‘brievenbus’, de enorme koelopeningen, de gemeen kijkende koplampen (van de A7), het zwarte gaas, de gigadiffuser en de grote ovale uitlaatsierstukken zorgen samen met de lekker volle wielkasten (21 inch is standaard, 22 als optie) voor een zeer imponerend voorkomen. Zeg maar gerust intimiderend.

Eigenlijk heeft de nieuwe RS6 Avant maar één echte concurrent: de Mercedes-AMG E63 (S), die op de spreekwoordelijke paar tientjes na hetzelfde kost. Maar dan hebben we het wel over bedragen van 170 à 180.000 euro. Daardoor zal de RS6 bij ons een zeldzame verschijning blijven, maar áls je er een tegenkomt, voel je dan vooral niet te veel geïntimideerd en geniet ervan zolang het kan.