Test: Alfa Romeo GT (2004)
Smakelijke mijlpaal
Hoera! Er is weer een mooie auto bij. Alfa zet, op basis van de 156, de GT neer. Om te zien sowieso al een aanwinst voor het wagenpark. En een auto die de GTV overbodig gaat maken. Maar is het ook een rijderscoupé?
In de omgeving van Monaco wordt autogeschiedenis geschreven. We maken de eerste kilometers met de nieuwe Alfa Romeo GT. Een van de testauto's is voorzien van een dieselmotor, een speciaal voor de GT opgekietelde 1.9 JTD MultiJet. Van 150 pk. En wat denkt u? Het is meteen de lekkerste versie. Een mooi gestileerde coupé waarvan de dieselaar de best uitgebalanceerde variant is. Het moet niet gekker worden!
Gran Turismo
Alfa Romeo noemt de nieuwe telg niet voor niets GT. De lettercombinatie staat voor Gran Turismo, een term die slaat op een auto met sportieve lijnen, een spannend koetswerk, bovenmodale prestaties maar waarbij lange ritten geen straf mogen zijn. Zo'n auto hebben de Italianen neer willen zetten en dat is ze met de GT gelukt. Dat kunnen we nu al zeggen. De GT is mooi, praktisch genoeg voor een coupé en met de prestaties zit het wel snor. Naast de 1.9 JTD is er ook benzinegeweld beschikbaar: een viercilinder 2,0-liter JTS van 165 pk en, als topper, de 3.2 V6 van 240 pk. Die laatste nemen we eerst.
Op basis van de 156 houdt tevens in: met voorwielaandrijving. Dan is in het geval van de V6 een vermogen van 240 pk op de voortrein een heleboel. Toch kan de Alfa daar mee omgaan. Bij vol accelereren zoeken de voorbanden naar tractie. Het wordt voorin dan, onrustig maar de grip is snel gevonden en wat rest is een imposante versnelling, vooral als je doortrekt tot boven de 4.000 toeren. Dan laat de Alfa pas echt z"n tanden zien. Het onderstel van de GT V6 is hard, het reageert fel op oneffenheden maar het loopt nooit zo uit de hand dat het je je vullingen kost. Imposant is het neutrale weggedrag van de GT. Aan de zonnige Zuid-Franse Middellandse Zee-kust is het fijn bochtjes rijden als je iets landinwaarts duikt. Het is de Italiaan op het gespierde lijf geschreven want aan onderstuur doet "ie niet. Gezien de bikkelharde bergwanden rechts en de diepe afgrond links nemen we de benodigde reserve in acht, desalniettemin jagen we de Alfa zo illegaal mogelijk door het bergachtige landschap: hij geeft geen krimp. De zesbak mag nog wel iets korter en directer door het schakelpatroon flitsen, maar desondanks is de GT een zeer plezierig handelbare auto. Om hard te gaan, maar ook als je rustig wil cruisen. We lopen echter tegen een ding aan dat behoorlijk begint de irriteren: de draaicirkel is onhandig groot. Steken dus, met je GT als je keren moet. Met behulp van de optionele parkeersensoren achter van 450 euro, is dat overigens een makkie.
De kofferruimte mag er zijn, is te vergroten en zitten is heus mogelijk achter in een GT. Uw testpiloot van 1 meter 78 kan redelijk achter zichzelf zitten. Hoofdruimte is net genoeg, beenruimte net onvoldoende. Maar het maakt de Alfa net praktisch genoeg. Ook weer niet zo vreemd: de GT is langer dan een 156 Sportwagon. Maar dat zie je er door het gespierde ontwerp niet aan af.
De juiste sfeer
Bij Alfa kunnen ze wel een smakelijk autointerieur maken. En ook bij dit paradepaardje hebben ze niet verzuimd. "Onze" V6 ademt absoluut een combinatie van vlotte chique en sportiviteit uit. Je ziet dat er aandacht aan is besteed. De leren bekleding is smaakvol en verzorgd. Helemaal correct voor een GT. Net als de erg omvangrijke standaarduitrusting trouwens, alleen is het stuurwiel nogal groot (op alle Distinctives standaard met bedieningsknoppen voor audio en gsm). De klokkenwinkel erachter mag er zijn, al is de onderkant weer matig afleesbaar, net als in de 156. Een ander puntje van kritiek betreft de hendel voor de richtingaanwijzer; die zit even te ver weg. En, belangrijk, de zitpositie voor de bestuurder is goed voor elkaar. Ook grote Nederlandse voeten kunnen hun gang gaan in het pedalencompartiment, dus niets staat een lekker stukje sturen en stoeien met je nieuwe coupé in de weg.
Revelatie
Tja, en dan stap je van topmodel V6 in de diesel, je maakt een duikvlucht in paardekrachten van 240 naar 150 en... verbazing en plezierige verrassing is ons deel. Wat een uitgebalanceerd geheel hebben we hier onder handen! Het enige probleem is: hoe leg je in vredesnaam uit dat je diesel rijdt, terwijl je zo'n door-en-door gelikt gelijnde coupe onder je kont hebt? Dan vertel je dat diesels niet meer de diesels van vroeger zijn, dat de Fiat-groep tegenwoordig heel fijne, felle, edoch beschaafde zelfontstekers maakt die ook andere merken graag willen kopen. En natuurlijk leg je uit dat het koppelverloop van een diesel het rijplezier ten goede komt. Vooral dat laatste is een sterk argument. En als je dan roept dat rijplezier ook is: een fikse actieradius en efficiënt omgaan met fossiele brandstoffen, dan is het plaatje wel rond.
Concurrenten? Een coupé op basis van de 156, getekend in de studio van Bertone, met invloeden van andere Italiaanse grootmeesters, met een verrassend dieselaanbod en een passend benzinegamma. Dan moeten rivalen van goede huize zijn. Zoals de 3-serie coupé van BMW en de nog altijd zeer fraaie Peugeot 406 Coupé.
Terugdenkend aan onze eerste GT-kilometers rijst de vraag: is die GT van Alfa eigenlijk niet te braaf, te lief? En is hij wel vernieuwend genoeg?
Nee, moet dan het antwoord zijn op de eerste vraag, want het is geen volbloed sportwagen, maar een reis-coupé, een Gran Turismo. En dat maakt hij waar. Nee, spraakmakend qua concept of techniek is hij inderdaad niet. Maar als dat het enige is wat er tegen een Alfa GT is in te brengen, dan hebben we hier een toppertje.
Gelepeld
In december wordt Italië verblijd met deze nieuwe Alfa. Nederland (en de rest van het Europese vasteland) krijgt de auto eind januari. De drie motoren zijn meteen leverbaar. De instapper heeft een 1.8-liter benzinemotor (de bekende TwinSpark) en komt in juni 2004. Het sterke 2,4-liter JTD-kanon staat ook op de nominatie om in de GT gelepeld te worden, maar nog niet volgend jaar.