Zo wild waren de jaren nul bij Peugeot: 1007 en RCZ
Laat Peugeot maar schuiven
Peugeot staat niet bekend om zijn rare strapatsen, en in de jaren nul zeker niet. Met een degelijk en doordacht modellengamma doet het merk ‘lekker z’n ding’, totdat plots iemand de kolder in de kop krijgt. Een compact wagentje met twee schuifdeuren, de 1007, dat is wat de wereld nodig heeft! Of toch niet? En oh ja, op de valreep van de zero’s verschijnt zomaar de heerlijke RCZ.
We weten het, je mag iemand niet op zijn of haar uiterlijk beoordelen maar stiekem moeten we nog altijd een beetje gniffelen om die bijzondere Peugeot 1007 met zijn bijzondere voorkomen. Hoe inventief en vooruitstrevend het idee op papier ook geweest zal zijn, het model is een regelrechte flop. De 1007 is kort, hoog en ziet er daardoor een beetje koddig en onbeholpen uit.
Interessanter is om na te gaan waarom Peugeot dacht dat het een goed idee was om een compact autootje te bouwen met twee schuifdeuren in plaats van normale portieren. Waarschijnlijk omdat de reacties op de concept-car Sesame uit 2002 overwegend positief waren. Maar zoals zo vaak is er een verschil tussen theorie en praktijk. Zo zijn schuifdeuren zwaar, die hebben elektro-assistentie nodig. In een van de eerste testauto’s hebben we het continu aan de stok met de deurgrepen, die niet altijd begrijpen of we erin of eruit willen. Als ze al reageren, want echt snel gaat het openen en en sluiten allerminst. Het spreekt voor zich dat in- en uitstappen met zo’n grote opening (de schuifdeuren zijn 1,37 m breed) erg prettig gaat, zeker als je met je 1007 in een smal parkeervak staat.
Daarmee heb je de voordelen wel zo'n beetje gehad. Omdat de B-stijl ver naar achteren zit, moet je behoorlijk flexibel zijn om de gordel te kunnen pakken. De trage, weinig subtiele 2Tronic-automaat - een gerobotiseerde handbak - doet het rijplezier geen goed en de slechts 3,73 meter lange/korte 1007 is bovendien stevig geprijsd in vergelijking met de concurrentie (voor zover die er is, feitelijk is de 1007 zijn eigen segment). Als na verloop van tijd blijkt dat de betrouwbaarheid te wensen overlaat, laat de consument de 1007 definitief links liggen. Tussen 2005 en 2010 verkoopt Peugeot in Nederland nog geen 3.000 exemplaren. Toen dus al een zeldzaamheid, en nu helemaal. Inmiddels is de 1007, de eerste Peugeot met de ‘dubbel nul’ aanduiding voor ‘ruimtelijke’ modellen, stilletjes tot cultcar verworden. Dat dan weer wel.
RCZ doet denken aan TT-concept
Op de valreep van de zero’s komt Peugeot met een auto die qua concept doet denken aan de Audi TT. Net als die sportieveling uit Ingolstadt is de RCZ een lage tweezits sportcoupé met een motorengamma dat uiteenloopt van ‘adequaat’ tot ‘beresnel’. Belangrijk verschil is dat de RCZ er alleen met voorwielaandrijving is, terwijl de TT eveneens met vierwielaandrijving verkrijgbaar is. De basismotor van de RCZ, die bij Magna Steyr in Oostenrijk van de productieband rolt, is een 1.6 THP van 156 pk, daarboven zit de versie met 200 pk. Nu bijna niet meer voor te stellen: je had deze sportcoupé (net als de 1007 trouwens) ook met dieselmotor! Een 163 pk sterke 2.0 HDi verschaft de RCZ een top van 216 km/h en een 0-100-tijd van 8,7 seconden. Wie een beetje kalm aan doet, haalt er zomaar 1 op 20 mee.
Beresnel gaat de met een heus ‘double bubble’ dak getooide RCZ (die prachtig overliep in de achterruit) pas na de facelift van 2013, wanneer Peugeot met de RCZ R op de proppen komt. 270 pk en 330 Nm, uit dezelfde 1.6 THP, doen recht aan de uitstekende rijeigenschappen van de RCZ, hoewel de voortrein het zwaar heeft met zoveel vermogen en koppel. De RCZ is tot op de dag van vandaag een beetje onder de radar blijven hangen. Terwijl hij wat betreft rijplezier zeker niet onderdoet voor een TT. Achilleshiel is de THP-motor, die bepaald niet de geschiedenis is in gegaan als de betrouwbaarste krachtbron ooit. Maar wie eens iets anders wil dan een Audi TT, doet zichzelf met een RCZ een groot plezier. Met de RCZ, technisch gebasserd op de in 2007 gelanceerde 308, neemt Peugeot gaandeweg afscheid van de 07-reeks. Na tijdloze klassiekers als de 206, 306 en 406 raakt Peugeot bij de opvolgers het designspoor enigszins bijster.