Waarom de tweede BMW 7-serie bij Mercedes-Benz voor paniek zorgde
Ook Derrick was gecharmeerd van de E32
- AutoBild Klassik, vertaling en bewerking Albert-Jan Cornelissen
- Achtergrond
De BMW 7-serie van de E32 is onlosmakelijk verbonden met Stephan Derrick, die in juni 1987 voor het eerst ten tonele verscheen in BMW’s nieuwe topmodel. Een half jaar daarvoor zorgde het merk uit München met de lancering van de nieuwe 7-serie al voor paniek bij zijn aartsrivaal Mercedes-Benz. BMW had zijn plek in het topsegment definitief opgeëist.
Wonderlijk eigenlijk, hoe sommige citaten uit tv-series door de jaren heen een compleet eigen leven zijn gaan leiden. Zo spreekt Oberinspektor Stephan Derrick van de Kriminalpolizei München de zin 'Harry, hol mal schon den Wagen' – in tegenstelling tot wat veel mensen denken – in geen enkele van de 281 afleveringen van de serie Derrick uit tegen zijn trouwe assistent Harry Klei. Het is overigens ook heel bijzonder dat een rechercheur met een relatief bescheiden salaris een gouden Rolex om zijn pols heeft zitten en in een splinternieuwe BMW 7-serie rondrijdt, waar zelfs de politiecommissaris alleen maar van kan dromen. Dat neemt echter niet weg dat Derrick op 19 juni 1987 voor het eerst op tv verschijnt in de tweede generatie van de 7-serie, intern E32 genaamd. Dat dit uitgerekend gebeurt in de aflevering met de naam ‘Die Nacht des Jaguars’ is vast niet helemaal toevallig. Dat ligt niet zozeer aan het feit dat acteur Horst Tappert privé hoofdzakelijk in Britse twaalfcilinders rijdt, maar eerder aan het gegeven dat BMW’s sierlijke gelijnde topmodel al snel als een soort Duitse Jaguar wordt beschouwd. Gelukkig is hij wel een stuk betrouwbaarder dan zijn Britse opponent, want anders zou hij zijn belangrijkste doel waarschijnlijk voorbij zijn geschoten: de aansluiting vinden bij de oppermachtige concurrentie uit Stuttgart. Van de eerste generatie 7-serie (E23) die sinds 1977 werd verkocht, had de S-klasse wat verkoopaantallen betreft namelijk maar weinig te duchten. Bestuursleden en presidenten kozen zelden voor de top-BMW, dat gebeurde hooguit in Beieren.
De BMW 7-serie van de tweede generatie is 36 jaar geleden onthuld, maar oogt nog helemaal niet oud.
Italiaanse ontwerper
Als in september 1986 de nieuwe 7-serie zijn debuut maakt, wordt de directie van Daimler-Benz ruw wakker geschud. Veel autojournalisten zijn van mening dat de BMW beter is dan de Mercedes, wat voorheen ondenkbaar leek. Ook bij het koperspubliek valt de E32 direct in de smaak als hij een maand later in de showroom verschijnt. Dat was voor een deel te danken aan zijn elegante en ingetogen vormgeving, die – hoe kan het ook anders – door een Italiaanse vormgever werd gerealiseerd. Ercole Spada wist een ontwerp te creëren dat klasse uitstraalt, maar beslist niet poenerig overkomt.
Toch zal het design van de 7-serie bij veel kopers nog niet eens van doorslaggevend belang zijn geweest, want Bruno Sacco’s W126 waarmee hij de degens kruist, vormt in de historie van de S-klasse immers eveneens een stilistisch hoogtepunt. Nee, het succes van de nieuwe Siebener komt vooral voort uit het gegeven dat BMW in technisch opzicht alles uit de kast had gehaald voor dit nieuwe topmodel. Zo maakt in maart 1987 de 300 pk sterke 750i zijn debuut, de eerste naoorlogse twaalfcilinder van Duitse bodem.
Bij Mercedes-Benz moeten de verkopers op dat moment nog nee verkopen als klanten vragen of ze meer dan acht cilinders kunnen krijgen. Pas met de 600 SE van de modelgeneratie W140 die in 1991 wordt gepresenteerd, slaat de fabrikant uit Stuttgart terug – en doet er met 108 extra paardenkrachten nog eens een flink schepje bovenop in de losbarstende pk-strijd. In esthetisch opzicht ligt BMW nu echter op kop, ten opzichte van de ietwat lompe nieuwe S-klasse die al snel de bijnaam ‘Kathedraal’ krijgt, ogen de lijnen van de 7-serie nog ranker en verfijnder. Het is het sierlijke en sportieve alternatief voor mensen die in het topsegment winkelen, maar die hun wilde haren nog niet helemaal kwijt zijn. Overigens is luxe in de jaren 80 en 90 ook in de hoogste regionen van de automarkt een relatief begrip. De goed gesitueerde autokoper moet in die periode met weinig tevreden zijn – of diep in de buidel tasten voor extra's die vandaag de dag vanzelfsprekend zijn. Zo rolt het basismodel 730i in 1986 van de lopende band op sobere stalen wielen met (jawel) wieldoppen. En een airconditioning staat zelfs bij late exemplaren (tot 1994 is de E32 gebouwd) nog gewoon op de optielijst.
Zelf schakelen moest toen zelfs nog in een BMW 7-serie. Niet bij de V12 natuurlijk maar bij zescilinder of de latere V8's kon het wel.
Lage cw-waarde van 0,32
Aan boord van een E32 is het zelfs enkele decennia later nog opvallend stil is, dat is te danken aan de aerodynamische fijnslijperij. BMW’s vlaggenschip liet na vele uren in de windtunnel een Cw-waarde van slechts 0,32 noteren. De inspanningen op aerodynamisch vlak worden overigens niet alleen zichtbaar gemaakt door de smalle carrosserienaden en subtiele spoilerranden. “Als je de deur sluit, vouwen de deurrubbers zich samen als de bladeren van een klaproos”, meldde een autojournalist indertijd al. Of Derrick ook zoveel gevoel voor poëzie had? Daar hebben we hem in al die jaren niet van kunnen betichten. Twee weken nadat hij de sleutels van zijn nieuwe dienstauto in ontvangst had genomen, kreeg hij in aflevering 154 (die nota bene de naam ‘Ein Weg in die Freiheit’ draagt) al zijn eerste lekke band. Die ellende had hij zich kunnen besparen, want (al heetten ze toen nog niet zo) de runflat-band prijkte bij BMW indertijd al op de optielijst. We zeiden het al: deze BMW had niet alleen een voorsprong door esthetiek, maar ook door techniek. En dat maakt hem vandaag de dag tot een zeer interessante youngtimer, bijna klassieker.
Dit artikel is eerder gepubliceerd in AutoWeek Classics 4 2015.
Op zoek naar een BMW 7-serie van generatie E32? Bekijk hier het aanbod.