VriMiBolide: Covini C6W
Met een breed stel sloffen kan je menig supercar al behoorlijk snel de hoek om sturen. Maar waarom zou je bij het aloude concept van 'slechts twee voorwielen' moeten blijven? Dat moeten de heren van het Italiaanse Covini gedacht hebben toen ze de eerste schetsen voor de C6W op papier zetten. Na ruim dertig jaar denken, schroeven, aanpassen en vooral veel sturen is dit apparaat het resultaat.
Een schoonheidsprijs heeft de controversiele supercar nooit gewonnen: kijk vlug naar het model en de kans is groot dat je associaties legt met een slechte photoshop die ergens op een schimmige zolderkamer in elkaar is geflanst. Niets is minder waar, gelukkig.
Covini heeft eens goed naar de eveneens zeswielige Tyrrell P34 gekeken, een racewagen uit de jaren zeventig (foto 13). 'Dat kunnen wij ook!' - klonk het uit de mond van Ferruccio Covini, al dan niet met een aangebroken fles Prosecco in zijn hand. In 1974 ging het project van start, maar werd al vlug in halt toegeroepen omdat er destijds weinig banden met laag profiel voor handen waren. Lang, erg lang bleef het stil in de vergaderkamertjes in Castel San Giovanni. Het project leek een stille dood gestorven.
Totdat het ludieke project in 2003 weer opgepakt werd, vanaf toen ging het hard. Jarenlang van niets doen heeft de Italiaanse heren gemotiveerd en in 2004 stond-ie daar dan: het prototype van de C6W. In 2005 naam Covini een herziene versie van de bizarre supercar mee de Salon International de l'Auto, en wat bleek? Productierijp! Jaarlijks zouden 6 tot 8 exemplaren op de weg gezet worden. Schaarser en in ieder geval meer bijzonder dan de standaard Ferrari'tjes en Lambo'tjes van je rijke Italiaanse buren.
Maar waar keken we destijds nou eigenlijk naar? De C6W is een op z'n zachtst gezegd bijzonder apparaat met twee voorassen. Vier meesturende wielen zorgt voor een flinke dosis extra grip, en dat was nou net het voornaamste doel van Covini: hard de hoek om gaan. Onder de kap legde het merk een V8, afkomstig van de planken van Audi. Met 4200 kubieke centimeters produceerde het ding 434 pk bij 6400 tpm en een koppel van 470 Nm bij 2.700 tpm. Het geweld werd linea recta naar de achterwielen gezonden, waardoor de C6W een topsnelheid van 299 km/h wist te behalen.
Voordelen van aan elke kant twee voorwielen? Minder onderstuur, meer grip en minder kans op aquaplaning omdat de voorste as de weg vrij maakt voor de as erachter. Covini claimde zelfs dat zijn eigenzinnige sportieveling meer grip en minder onderstuur had dan welke andere supercar dan ook. Hoewel de auto in bochten inderdaad op de weg kleefde, kreeg je als bestuurder toch minder feedback. Andere nadelen waren het feit dat er meer onderdelen nodig waren om de bijzondere constructie mee op te bouwen. Gevolg? Meer gewicht, meer slijtage en vooral een hoog kostenplaatje. Ach, de Covini opereerde gelukkig niet in een markt waar elke stuiver omgedraaid hoefde te worden. Bovendien wist Covini het wagengewicht laag te houden (1.200 kg) door gebruik te maken van koolstofvezel.
Mooi of niet, de Covini C6W is een uniek geval, geboren uit pure waanzin danwel pure genialiteit. Wie graag een Covini wil bemachtigen moet goed zoeken, aangezien er nooit meer dan een handjevol van geproduceerd zijn.
Video
Helaas kunnen wij deze video niet weergeven, omdat je niet akkoord bent gegaan met de
cookie voorwaarden.
Onze video speler heeft rechten nodig voor de "Social Media".
Wijzig je cookie instellingen