Tesla gaat laadpalen van derden kwalificeren
Onprettige laadervaringen voorkomen
Tesla wil dat zijn klanten bij het opladen van hun auto geen gedoe ervaren, dus raadt het bedrijf – al dan niet door middel van het navigatiesysteem – hoofdzakelijk het gebruik van diens eigen Superchargers aan. De ook met een Tesla bruikbare laadpalen van derde partijen krijgen vanaf heden een kwalificatie van het merk. Worden ze vaak en succesvol gebruikt door Tesla-eigenaren, dan zijn ze voortaan prominenter aanwezig in Tesla's navigatiesysteem dan overige laadpalen.
Net iets meer dan een jaar geleden stelde Tesla zijn eerste Superchargers open voor gebruik door niet-Tesla-rijders. Eerder waren ze alleen te gebruiken met een auto van het merk zelf. De openstelling bleek succesvol, want al snel voegde Tesla meer van zijn laadstations toe aan het 'open netwerk'. Inmiddels vind je in heel Nederland Tesla-laders die ook door mensen met een EV van een ander merk te gebruiken zijn. Het relatief sterk ontwikkelde laadnetwerk van de Amerikanen biedt daarmee uitkomst voor alle elektrische rijders die regelmatig buiten de deur moeten laden.
Andersom kunnen Tesla's ook laden bij laadstations van andere aanbieders dan het merk zelf. Tot dusver werd dat alleen niet per se toegejuicht door de autobouwer. Voerde je een verder weg liggende bestemming in in het navigatiesysteem van een Tesla, waardoor onderweg laden nodig zou zijn? Dan bedacht de auto een route voor je die je hoofdzakelijk langs Superchargers zou leiden en niet snel langs een andersoortig laadstation.
Tesla's voorwaarden
Toch is Tesla wel met laadpunten van derden aan de slag gegaan, want voortaan maakt het navigatiesysteem in de auto's van het merk onderscheid in goede en minder goede palen. Een 'gekwalificeerde lader van een derde partij' voldoet aan Tesla's kwaliteitswensen en wordt voortaan als zodanig weergegeven. Of laders met dat label als aanvulling op de Superchargers ook vaker onderdeel zullen uitmaken van de route die je Tesla voor je verzint, is niet duidelijk.
Tesla's kwalificaties zijn als volgt: ten eerste moet de oplader natuurlijk de juiste connector hebben. Daarbij moet deze ook minstens één keer per vier dagen door een Tesla-rijder worden gebruikt en moet het percentage succesvol verlopen laadsessies 90 procent of hoger zijn. Voldoet een laadstation minstens 60 dagen lang aan die eisen, dan wordt dat 'semi-permanent' opgenomen in het netwerk van 'goede' laders in de navigatiesystemen van Tesla's.
Wordt een laadstation daarna 14 dagen of langer niet door een Tesla gebruikt of daalt het aantal succesvol verlopen laadsessies tot onder de 70 procent, dan haalt het merk dat station weer uit zijn navigatiesysteem. Het merk wil 'een probleemloze laadervaring' voor Tesla-rijders blijven garanderen, waarvoor het nu dus eisen stelt aan andere laders. De uitrol van de software-update vindt automatisch plaats en als eerste in Europa, dus hier kunnen Tesla-klanten het eerste gebruik maken van de geüpgradede navigatiefuncties.