Steeds minder gijzelingen om verkeersboetes
Maatwerk voor wie niet kán betalen
Er worden steeds minder mensen op last van justitie gegijzeld omdat ze hun verkeersboete niet betalen. In 2019 werden ongeveer 200 mensen vastgezet om ze te dwingen hun boete te betalen
Dat schrijft minister Sander Dekker (Rechtsbescherming) aan de Tweede Kamer. In 2014 ging het nog om circa 10.000 gijzelingen, maar na een wijziging in het beleid was dat aantal in 2016 al flink teruggelopen naar bijna 800. Die forse daling volgde op een kritisch rapport van de Ombudsman over deze praktijken. Sindsdien is de inning van de boetes veranderd. Zo houdt het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) rekening met de persoonlijke omstandigheden van diegene die de boete niet betaalde. Ook de officier van justitie en de rechter hebben hier oog voor. Ook zijn er meer betalingsmogelijkheden gerealiseerd en is het CJIB beter bereikbaar geworden voor overleg over oplossingen.
Volgens Dekker worden mensen niet meer gegijzeld als zij "aantoonbaar niet kunnen en wel willen betalen." Een verhoging van de boete, als die niet tijdig wordt betaald, zou ze nog verder in de schulden brengen. Voor deze mensen wordt maatwerk gezocht als zij aan de bel trekken. Zo kan de inning tijdelijk worden stopgezet als iemand schuldhulpverlening van de gemeente accepteert. De beleidsomslag heeft een groot effect gehad. Van de jaarlijks circa 9 miljoen verkeersboetes, leidt volgens de minister nog maar 0,002 procent tot een gijzeling. Dat ontslaat overigens niet van de verplichting om te betalen.
Onderzoek toont aan dat 84 procent van de opgelegde boetes wordt betaald voor de eerste verhoging en 91 procent wordt betaald na de tweede verhoging. Volgens de minister werkt het huidige systeem goed en is hij niet van plan nieuwe maatregelen te nemen om mensen die een boete krijgen nog meer tegemoet te komen.