Provence per camper
Reizen als God in Frankrijk
Het is soms een beetje kruip-door-sluip-door, maar dat neem je graag voor lief. Dit gebied in Frankrijk is zo mooi, daar moet wel een hogere macht aan te pas zijn gekomen.
De Provence beslaat 31.400 vierkante kilometer. Delen we dat door 14 dagen, dan komen we op 2.242 km2 per dag. Dat zijn dus te veel vierkante kilometers of te weinig dagen om de Provence in z’n geheel per auto of camper in je op te nemen, want in de Provence is veel te zien en te beleven. Over de wijnboeren en de kunst van het wijn maken is al genoeg gezegd en geschreven. Maar we ontkomen niet aan de talloze kastelen en oude burchten, mooie dorpjes, gebergten, parken, tuinen, rotsformaties, rivieren en watervallen. Betoverend mooie badplaatsen, oude steden, musea, kunstenaars, festivals, Romeinse bouwkunst, kerken, kloosters, voormalige pauselijke buitenverblijven. En natuurlijk het eten, van truffels, macarons en calissons tot nougat, olijven, zeezout en pastis.
Overal vinden we de meest fantastische restaurants. Slecht eten? Dat kennen ze hier waarschijnlijk niet. Laten we vooral ook de heerlijke geuren niet vergeten, van wilde tijm, rozemarijn en natuurlijk lavendel. Deze indrukken gaan gepaard met het allesoverheersende geluid van de cicaden. Zij zorgen voor de dominante soundtrack van de Provence, die toch aangenaam klinkt. Hebben we het al gehad over de zee? Over de bijna mythische Côte d’Azur met steden als Marseille, Toulon, Saint-Tropez, Nice en Cannes? We zullen dus keuzes moeten maken. Reizen in de Provence is vooral een oefening in de kunst van het weglaten.
Het is hartje zomer. Is het slim om deze door de goden zo rijkelijk bedeelde streek dan te bezoeken? Het is 38 graden in de schaduw, maar op de parkeerplaats van Jardin Zen d’Erik Borja in de buurt van Isère vinden we geen schaduw. Of misschien toch? Even verderop staat aan de rand van de weg, die breed genoeg is, een plataan. Die is van ons. Onder deze omstandigheden parkeer je je camper graag in de schaduw. Dat kan ook prima, want we reizen schaamteloos comfortabel. De 6,36 meter lange Fiat Ducato is door Hobby verbouwd tot een chique camper die luistert naar de naam Vantana. Slim is de koelkast onder het plafond. Helaas is deze nauwelijks opgewassen tegen de hitte van de Provençaalse zomer. Zelfs niet wanneer we staan geparkeerd in de schaduw van een plataan.
GRAND CANYON
Als voorproefje op al het natuurschoon bezoeken we de spirituele zentuin van Borja. Helemaal zen komen we eruit. Het is tijd voor de inwendige mens. We zijn vlakbij Valence en dus in de buurt van het restaurant van de lokale godin van de gastronomie, Anne-Sophie Pic. Een lunch in haar sterrenrestaurant kost € 170, maar in haar bistro André kun je al voor € 32 uitgebreid en heerlijk lunchen. Helaas hebben we de fout gemaakt om niet vooraf te reserveren. Anne-Sophie is echter ook de uitbaatster van de Épicerie, waar je voor € 12 kunt genieten van een driegangenmenu zonder pretenties.
In Avignon bekwamen we ons verder in de kunst van het weglaten. Juist als we er aankomen, vindt er het jaarlijkse, geweldige theaterfestival plaats. In Aix begint net het operafestival, maar we laten het aan ons voorbijgaan. Juan-Les-Pins (jazzfestival), Lacoste (theater en dans): we gaan er niet naartoe en rijden verder. Ons doel is Dracénie, de regio rond Draguignan in het departement Var, ook wel de Groene Provence genoemd. Het gebied wordt in het noorden begrensd door de Grand Canyon du Verdon, in het zuiden zorgt de Autoroute du Soleil voor afbakening. Nog verder naar het zuiden ligt de Côte d’Azur met SaintTropez en andere mondaine badplaatsen, waar het in de zomer vaak overvol is. Daarom blijven we in deze regio, vol prachtig groen landschap en rustieke dorpjes.
’s Morgens gezellige marktjes, het ene nog mooier dan het andere. Cotignac, Lorgues, Les Arcs, Salernes, Riez, Tourtour. Wat vinden we daar? Zeep, hoeden, worsten, tafelkleden, kaas, lavendel. Olijven, maar vooral ook de rust van de Provence en de kunst van het leven. In een cafeetje zitten, mensen kijken, jeu de boules spelen, gezellig kletsen. We strijken neer in Lorgues, bij Maison du Midi. Alleen een verweerd bord in een straatje bij het marktplein wijst de weg. In de schilderachtige binnentuin en op het terras serveren Jette en Bernd Møller huisgemaakte gerechten uit de Deense keuken. En dat in Zuid-Frankrijk.
HOLLYWOOD
Begin juli is de beste periode voor lavendel. Onze Vantana brengt ons omhoog naar Valensole, het epicentrum van de echte lavendel, waar half juli jaarlijks het lavendelfeest wordt gevierd. De echte lavendel groeit op hooggelegen velden, het goedkopere lavandin en spijklavendel gedijt beter in lager gelegen gebieden. Deze soorten zijn bestemd voor de toeristen en wordt bijvoorbeeld in geurkussentjes gestopt. De echte geurstof wordt gebruikt in de parfumindustrie en is veel duurder. Tijdens de lunch onder de luifel van onze Vantana genieten we gratis van het uitzicht op een lavendelveld. Daar kan geen restaurant aan tippen!
Later op de dag komen we langs het stuwmeer Lac de Sainte-Croix, dat met zijn turkooizen kleur als een stuk Middellandse Zee tussen de bergen glinstert. In Verdon is het goed uitrusten na een wandeling door misschien wel de mooiste kloof van Europa, de Grand Canyon du Verdon. De minder bekende Petit Canyon du Verdon (of Gorge de Baudinard) is zeker ook de moeite waard. Ertussenin vinden we het dorpje Quinson, met het door Norman Foster gebouwde Prehistorisch Museum. Daar is te zien hoe er in het Stenen Tijdperk al mensen in deze regio woonden.
De volgende dag komen we langs Château Miraval, het Franse onderkomen van het voormalige Hollywood-koppel Brad Pitt en Angelina Jolie. Er worden nog steeds uitstekende biologische wijnen geproduceerd. Na de scheiding van het koppel deden geruchten de ronde over een op handen zijnde verkoop, maar dat wordt nu ontkend. Afgezien van een hek en een bewakingscamera is er niets te zien. Eigenlijk waren we op weg naar het dal van Argen bij Châteauvert, waar we toevallig het nieuwe Musée d’Art Contemporain (Museum voor Moderne Kunst) ontdekten, met een grote beeldentuin. De vallei van de Argens is een idylle. We arriveren er op woensdag, wat een goede dag is omdat het dan niet zo druk is bij de vele zwemplekken die hier zijn. We vinden een prachtige parkeerplaats bij een dam. Buiten is het 35 graden en we zijn dringend toe aan verkoeling. En dat dat zullen we weten, als we een duik in het water nemen. Dat is behoorlijk fris, precies wat we nodig hebben.
KASTEELTUIN
Net buiten de bebouwde kom van Barjols, richting Cotignac, ligt nog een fantastische zwemplek. Langs het kronkelweggetje wisselen winkels met brocante elkaar af. Vooral de laatste die we tegenkomen, is spannend; een soort dumpshop met ontstellend lage prijzen. We kopen een paar prima campingstoelen, aangezien de onze niet lekker zitten. Voort gaat de reis, verder omlaag een ravijn in. We passeren één van de vele watervallen. Nog een plek om lekker te zwemmen is een riviertje dat de Fauvery heet. ’s Avonds zitten we op het terras van ‘La Fourchette’ (De Vork) in Entrecasteaux, een dorpje dat is gebouwd rond het gelijknamige kasteel. De kasteeltuin is aangelegd door de beroemde landschapsarchitect André Le Nôtre, die later ook het Park van Versailles zou aanleggen voor Louis XIV. Deze kleinere, meer barokke variant in Entrecasteaux heeft betere tijden gekend: afbladderende verf op de hekken en kale plekken op de stukken aarde waar gras hoort te liggen.
Het eten in een van de plaatselijke restaurants laat gelukkig niets te wensen over. Dit is echt leven als God in Frankrijk. Voor een schrijvend fotograaf is er één festival dat niet mag ontbreken: Les Rencontres de la Photographie in Arles, al jaren het belangrijkste fotofestival ter wereld. De beste fotografen laten hier hun werk zien, er zijn seminars, presentaties en discussies tussen vakgenoten. Door de hele stad hangen foto’s. Op dit moment wordt in Arles gewerkt aan het nieuwe Luma-gebouw, gefinancieerd door de Zwitserse miljardair Maja Hoffmann van Hoffmann-LaRoche. Het Luma-gebouw is een bizar vormgegeven toren, ontworpen door architect Frank Gehry. Het heeft de skyline van Arles, met zijn eeuwenoude kathedraal, voorgoed veranderd. Mooier is het er niet op geworden, al heeft de toren uitstraling.
Vandaag, op woensdag, is het ook markt. Alle grote parkeerplaatsen langs de stadsmuur staan vol kramen. Een enorme markt, maar blijkbaar alleen voor mensen die hier wonen en erheen kunnen lopen. Er is immers geen enkele parkeerplaats om te parkeren. Of knijpt de gendarmerie vandaag een oogje toe? Wij wagen het erop en parkeren onze camper op een parkeerplaats voor touringcars, samen met een heleboel andere campers. We parkeren hier gratis en voor niets, terwijl er op de andere parkeerplaatsen betaalautomaten staan. De kans op een bekeuring nemen we maar op de koop toe.
Over parkeren gesproken: de ideale lengte voor een camper is in de Provence korter dan zes meter. Met onze 6,36 meter lange Ducato is het altijd weer een avontuur, omdat de camper niet in een standaard parkeervak past. We parkeren dus vaak vrij ver weg en lopen veel. Aan de andere kant zijn we dankbaar dat onze camper een normale breedte heeft. Zeker in dorpen en binnensteden zijn de wegen vaak smal. In de Provence geldt: hoe kleiner je camper is, hoe beter. Een bekeuring bleef ons in Arles overigens bespaard.
Omdat we er nu toch zijn, bezoeken we de arena en de kunstenaarswijk met café Van Gogh. We wandelen door het oude centrum en even later langs de Rhône. Arles is magisch. Een must is ook de om de hoek gelegen Camargue, met zijn wilde paarden, stieren en flamingo’s in de zoutpannen waar ook het beroemde fleur de sel wordt gewonnen. Maar helaas moeten we ook nu de kunst van het weglaten toepassen. In onze buitenspiegels zien we het paradijs kleiner worden, maar de bagageruimte is goed gevuld met wijn en olijfolie. De slimme koelkast zit tot de nok vol met macarons en calissons. Hopelijk blijft het koelvak koud. Dat is misschien wel het grootste voordeel van reizen in een camper: je kunt je vakantie in grote hoeveelheden naar huis meenemen.
Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.