Personeelstekort in de autobranche zit iedereen in de weg
“Er zijn genoeg jongens die nog steeds van olie houden”
Weken wachten op een servicebeurt, druk op de werkplaatsen: iedereen zal dit beeld helaas herkennen. De autobranche schreeuwt om mensen. Volgens de Bovag noemt 47 procent van de bedrijven personeelstekort een van hun grootste problemen.
Personeelstekort is een hardnekkig pijnpunt in de auto- en motorbranche. Het speelt in heel Nederland, bij kleine en grote spelers. In het eerste kwartaal van 2023 stonden daar volgens het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) 8400 vacatures open. Ter vergelijking: in het eerste kwartaal van 2018 waren dat er 4300, haast een verdubbeling in vijf jaar. Bovag-woordvoerder Paul de Waal: “Wij vragen onze leden regelmatig naar hun grootste knelpunten. Daar komt een top-tien uit en daarin staat personeelstekort op 1; 47 procent van de bedrijven noemt het een van hun grootste problemen.” Dan gaat het niet alleen over techneuten, maar die zijn wel de bulk van het probleem.
Met een belangrijke nuance, zegt Eric Berkhof, ervaringsdeskundige bij uitstek als directeur van de Van Mossel Group met meer dan 340 dealers in Nederland, België, Duitsland, Frankrijk en Luxemburg. “Er zijn niet minder monteurs dan vijf jaar geleden.” Het echte probleem, stelt hij, is dat ze veel meer werk hebben dan gedacht. Gevolg, zegt hij, van ‘verkeerde inschattingen’ over de evolutie van het wagenpark. “Ten eerste dachten we dat alles elektrisch werd, maar dat gaat minder snel dan we verwachtten.” Verder kocht en verkocht Nederland veel minder nieuw en meer gebruikt, ‘waardoor we inmiddels het op één na oudste wagenpark van Europa hebben, en oudere auto’s hebben nu eenmaal meer reparaties nodig. Ten slotte bleken EV’s minder onderhoudsarm dan voorspeld, want ook daar is ook heus wel eens iets mee’. Die mistaxaties leverden dus wel een overvloed aan banen op. Van Mossel, Louwman, Hedin - ze zoeken allemaal tientallen monteurs.
Drie oorzaken personeelstekort
Grofweg zijn er drie oorzaken voor het personeelstekort, zegt Bovag-woordvoerder De Waal. “De vraag naar technisch personeel is groot. Dus er wordt ook door zonnepaneelbedrijven, maar een bedrijf als ASML hoor je ook vaak noemen, sterk aan monteurs getrokken. Probleem twee is de uitstroom door vergrijzing. Probleem drie dat de instroom op de opleidingen weliswaar redelijk op peil blijft, maar het voor bedrijven ontzettend moeilijk blijkt om mensen vast te houden.” En dat is ook omdat jongere werknemers anders in het leven staan dan de oude garde sleutelaars. Ze hebben geen zin in een contract voor veertig uur, of willen er weleens een dagje tussenuit, en ze willen niet worden afgeblaft door een chef die star de regels voorschrijft. De Waal: “Ze hebben meer behoefte aan flexibiliteit en zijn minder gediend van traditionele gezagsverhoudingen op de werkvloer.” En misschien willen ze ook een beetje meer erkenning dan ze krijgen.
Te weinig leerkrachten
Gosse Bloem, marketing- en HR-directeur van de Louwman Dealer Group: “We zullen met elkaar dat vak naar de toekomst toe veel aantrekkelijker moeten maken. Want er zijn genoeg jongens die nog steeds van olie houden. Daar blijft werk voor, die hoeven echt niet in de windmolens.” Anderzijds wordt juist de tech-kant van het vak door de elektrificatie van de auto steeds uitdagender, en ook daar ziet Bloem behalve interessante carrièreperspectieven voor een nieuwe generatie technici ook beren op de weg liggen. De meer op IT-georiënteerde techneuten mijden uit vooringenomenheid het autovak - ‘die zien nog steeds die man met zwarte handen in de put staan’ – en opleidingen sluiten niet altijd goed op de praktijk aan. Niet alle opleidingen spelen even adequaat in op de energietransitie, constateert hij. “Er is geen auto meer met een V-snaar te vinden, maar het zit nog wel in de opleiding. Dan zegt de MBO-raad: ‘Ja, maar wij hebben te weinig leerkrachten die elektrisch kunnen geven’. ROC’s proberen bij te schakelen maar het merendeel doet dat nog onvoldoende.”
Dus misschien is het keerpunt in zicht. In de praktijk zien de mannen aan de knoppen positieve signalen. Martijn Bovée van Louwman: “Waar je vicieuze cirkels had bij bedrijven – dat mensen weggingen die andere mensen meenamen, en dat de achterblijvers het nog drukker kregen – zie ik die trend bij verschillende vestigingen keren. Dat er mensen aan het terugkomen zijn, en dat we eigenlijk weer een positieve instroom hebben.” Aandacht en dialoog helpen echt.
Meer over hoe autobedrijven de personeelstekorten voelen en hoe de opleidingen inspelen op de toekomst, lees je in de uitgebreide reportage die Bas van Putten schreef voor AutoWeek 31 die deze week in de winkel ligt.