Omleidingsroutes

Vlot en veilig omrijden

Verkeersomleiding Renault Zoe Borden RDW Bouw
AutoWeek 01 2020
AutoWeek 01 2020

Je leest het in AutoWeek 01 2020

Omleidingen: elke automobilist heeft er wel eens mee te maken en ze zorgen meestal voor een gevoel van ongemak. Maar waarom zijn ze er eigenlijk? En hoe komt een goede omleidingsroute tot stand?

Je kent het wel. Je rijdt op een weg waar je wel vaker rijdt, naar een bestemming die je wel vaker aandoet. Hier links, daar rechts en dan ben je er. Elke keer hetzelfde liedje. Tot je op een dag allemaal gele borden ziet. ‘Bestemming X, volg A’. En dan blijkt vervolgens dat A ervoor zorgt dat je vijf minuten langer nodig hebt voor de laatste kilometer. Je bent redelijk bekend in het gebied en vermoedt dat de omleiding je veel verder laat omrijden dan nodig is. ‘Als de borden er de volgende keer nog staan, verzin ik wel m’n eigen route’, zo neem je je voor. Even later vervul je dat voornemen en ben je een minuut eerder op je bestemming dan de voorgaande keer, toen je A volgde.

Wel kruiste je een drukke voorrangsweg en bovendien reed je langs een basisschool, waar je flink in de ankers moest om een aanrijding met twee plots overstekende kleuters te voorkomen. ‘Omleidingsroute A was eigenlijk een stuk relaxter’, concludeer je. Dat kan toch geen toeval zijn?

AFSLUITING

Om een antwoord op die vraag te vinden, gaan we langs bij Traffic Service Nederland (TSNed), vestiging Rotterdam. Dit bedrijf levert alles wat te maken heeft met tijdelijke verkeerssituaties. We ontmoeten hier Nick Vervelde, hij is projectcoördinator in en om de havenstad en houdt zich bezig met alle soorten omleidingen, van klein en simpel tot groot en complex. Hij legt ons uit hoe een goede omleiding tot stand komt en neemt ons mee op inspectie.

Omleidingen komen er als er op of langs een weg een gebeurtenis is die verkeershinder veroorzaakt. Zo nemen aannemers die wegwerkzaamheden uitvoeren, altijd een verkeerskundige in de arm. Die kan besluiten of een omleiding noodzakelijk is. En dan wordt een bedrijf als TSNed ingeschakeld om de omleiding te organiseren.

Vervelde: “Vrijwel altijd wordt een omleidingsroute ingesteld als er sprake is van een afsluiting. Let wel, er is een verschil tussen een afsluiting en een afzetting. Bij een afsluiting is een heel wegvak dicht. Een afzetting betekent dat slechts een deel van de weg is afgesloten. Bijvoorbeeld als twee van de drie rijstroken van een snelweg dicht zijn.” Vaak zijn omleidingen het gevolg van wegwerkzaamheden, maar een (deel van een) weg kan ook worden afgesloten voor een evenement. Tenslotte worden omleidingen ook ingezet om ongebruikelijk grote verkeersstromen te geleiden, zoals het verkeer van en naar een festival. “Kan iets alleen veilig of zonder te grote ongemakken gebeuren als er een omleiding wordt ingezet? Dan plannen we een omleidingsroute”, vat Vervelde samen.

GELIJKWAARDIG

Zodra een verkeerskundige besluit dat er een omleiding nodig is, stelt de omleidingsontwerper eerst een aantal vragen. Wat gaat er precies gebeuren? Moet, om dat veilig te laten verlopen, de weg worden afgezet of afgesloten? Zo ja, over welke route gaan we dan omleiden? Als de ontwerper het antwoord op die laatste vraag denkt te hebben, gaat hij of zij naar de wegbeheerder. Dat kan Rijkswaterstaat zijn, maar ook de provincie, de gemeente of het waterschap.

Een van die partijen oordeelt vervolgens of de omleiding uitvoerbaar is. Daarbij is gelijkwaardige omleiding de belangrijkste maatstaf. Een voorbeeld daarvan is dat snelwegverkeer in principe niet over een N-weg wordt omgeleid. Andersom is wel mogelijk. “Vervolgens bekijken we hoe het omliggende wegennet is ingericht. Wat zijn de stroom-, ontsluitingsen toegangswegen? Ook niet te vergeten: waar moeten vrachtwagens met gevaarlijke stoffen langs rijden? Wat zijn rustige woonstraten of basisschoollocaties? Allemaal zaken langs en op het wegennet om rekening mee te houden”, aldus Vervelde. “Het eeuwige dilemma bij een groot deel van de keuzes die we maken, is bereikbaarheid en doorstroming versus veiligheid. Tijdverlies wordt enerzijds steeds kostbaarder, terwijl anderzijds het besef groeit dat veiligheidsmaatregelen keihard nodig zijn.”

Als alle partijen alles hebben overwogen wat overwogen moet worden, bepaalt de ontwerper wat er allemaal nodig is voor de omleiding. Het resultaat van dat besluit vind je als automobilist uiteindelijk terug langs de wegen. De middelen die de ontwerper inzet en de volgorde waarin hij ze plaatst, vind je in het overzicht op deze pagina. De letter die voor een omleidingsroute wordt gebruikt, komt niet uit de lucht vallen. “Bij voorkeur heeft de letter te maken met de bestemming of richting van de omleidingsroute. ‘Volg R’ voor Rotterdam, bijvoorbeeld. Er zijn ook letters die we liever niet gebruiken, zoals de P en de H.

Die letters zorgen sneller voor verwarring omdat ze ook worden gebruikt voor parkeerlocaties en ziekenhuizen. Cijferaanduidingen vermijden we zo veel mogelijk, want die kunnen conflicteren met permanente omleidingsroutes (zie kader)”, aldus de projectcoördinator. Naast gele borden, tekstwagens en DRIP’s (dynamische routeinformatiepanelen), hebben omleiders nog een middel om verkeer om te leiden: verkeersregelaars. In deze tijd van apps als Google Maps en Waze laat menig automobilist zich leiden door navigatie op basis van actuele verkeersinformatie. Dat hoeft de effectiviteit van omleidingen niet te doorkruisen, vindt Vervelde. “In principe helpt Maps, want afsluitingen worden erin weergegeven. Ze zorgen echter ook voor extra sluipverkeer, omdat mensen een alternatieve route volgen met behulp van die apps. Dat is ongewenst en daarom zetten we soms verkeersregelaars in. Die zorgen ervoor dat sommige wegen in het geval van een omleiding alleen voor bestemmingsverkeer bereikbaar zijn.”

Al met al is een omleiding volgens TSNed geslaagd als de automobilist, bij het volgen van de tijdelijke geplaatste hardware, zo vlot en veilig mogelijk verder kan naar zijn bestemming. Het is dus zaak om de automobilist te verleiden vooral de omleidingsroute te volgen. “Daarom willen we dat het geheel eenduidig, duidelijk en realistisch is. Een vaste volgorde van informatie die op een duidelijke manier de beste route weergeeft, tot de blauwe bewegwijzeringsborden het weer overnemen”, vat Vervelde samen. We stappen bij hem in de auto om dat eens in de praktijk te bekijken.

HET VELD IN

Per Renault Zoe, compleet met zwaailicht en TSNed-bestickering, rijden we de haven van Rotterdam door. Nabij de Calandbrug en de Thomassentunnel is sprake van twee omleidingen, waarvan we er één inspecteren. Wat is daar aan de hand? De verbindingsweg tussen de Calandbrug en de A15 is dicht in verband met de aanleg van een spoorbrug. Daarom wordt het verkeer dat vanaf de Calandbrug komt via de Moezelweg even verderop de A15 op geleid. Deze omleiding is met name relevant voor transport van gevaarlijke stoffen, want dat mag niet door de Thomassentunnel die de A15 onder het Calandkanaal door leidt. Weggebruikers krijgen al vóór de Calandbrug de drie boodschappen te verwerken: er is een omleiding en de verbindingsweg is dicht, dus wil je dáárheen, volg dan E (voor Europoort). Als onderdeel van de inspectie rijden we de omleidingsroute af tot we stuiten op een pijlbord met een doorgestreepte E.

Het einde van de omleiding is bereikt en dat betekent dat het verkeer weer de reguliere bewegwijzering kan volgen. Dat gegeven maakt deze omleiding tot een complete. Dit soort omleidingen zijn er elke dag, overal in Nederland. Als je ze de volgende keer tegenkomt, weet je dus dat er goed over is nagedacht.

Verder lezen?

Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.

Inloggen of Registreren

Lezersreacties (0)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.