Niet de eerste keer dat kleine Mazda kloon is: deze 121 was een Ford Fiesta
Zoals 2 Hybrid nu een Toyota Yaris is
Het is niet voor het eerst dat Mazda een auto van een ander merk kloont en onder de eigen naam op de markt brengt, zoals het nu doet met Toyota Yaris. Want dat is wat een Mazda 2 Hybrid is. In 1996 kreeg de Ford Fiesta op dezelfde manier een Japans tweelingbroertje.
Het klonen van auto’s is Mazda niet vreemd, maar dat gebeurde in vroeger jaren meestal andersom dan nu. De eigen modellen waren dan het uitgangspunt voor auto’s die elders in licentie werden gebouwd. Zo rolden de Mazda’s 1200 en 818 in de jaren 70 in Zuid-Korea van de band als Kia Brisa en ook werd er weleens een Mazda als Suzuki of Nissan verkocht. Verder was de fabrikant er een ster in om de eigen auto’s onder verschillende merknamen en via bijbehorende dealers te vermarkten: Eunos, Autozam en ēfini zochten naast Mazda zelf elk een eigen kopersgroep.
In de periode dat Ford mede-eigenaar was van Mazda (van 1974 tot 2015) was het sowieso bal, met de 323 die ook te koop was als Ford Laser en de 626 die tevens als Ford Telstar door het leven ging. De eerste 121 werd zelfs met meerdere merken gedeeld. Binnen dit spectrum valt de hier getoonde 121, die in 1996 arriveerde als de strak gelijnde vervanger van het jolige ‘Bolhoedje’.
Bij gebrek aan een goed eigen model én bij absentie van een Europese productiefaciliteit, iets waarover de andere grote Japanse merken toen wél konden beschikken, moest Ford te hulp schieten. De toen nieuwe, in Engeland gebouwde Fiesta van de vierde generatie verscheen aldus in de Mazda-showrooms als 121, en die verschilde slechts op sierstrip-niveau van de Ford. Als Mazda-koper kon je het slechter treffen. Althans, zolang de auto maar Fords indrukwekkende nieuwe 1.25-motor onder de kap had. Deze Zetec-SE, een zestienklepper met twee bovenliggende nokkenassen, was een wondertje van techniek en ook van levenslust; de viercilinder draaide toeren dat het een aard had en hielp de compacte hatchbacks aan prestaties die je eerder bij motoren met beduidend meer inhoud zou verwachten.
Verder was de 121 een goede, maar niet bijster bijzondere auto. Zeker wanneer je hem in gedachten nog eens in de Mazda-showroom van 1996 ziet staan, tussen de andere modellen van toen. Dat waren echte aandachtstrekkers, van de dynamische 323F en de gestroomlijnde 626 tot de beeldschone Xedos 6 en het sportieve geweld van de MX-3, MX-5, MX-6 en natuurlijk RX-7. De 121 moet zich er, zeker als helft van een tweeling, behoorlijk eenzaam hebben gevoeld.