Mini Cooper E blijft puur elektrisch: heftige facelift voor benzine-Mini

Dat we wellicht wat verrast zijn door dit nieuws, komt omdat dit ‘opsplitsen’ van een model niet zo past bij de strategie van BMW. Dat merk kiest er immers doorgaans voor om elektrische modellen en modellen met een verbrandingsmotor in één en hetzelfde jasje te stoppen, zoals dat gebeurt bij de BMW X1 en iX1 en het Mini-broertje van die auto, de nieuwe Countryman.

Bij de driedeurs Mini, die sinds het verschijnen van de nieuwe elektrische generatie als modelnaam ‘Cooper’ heeft, is dat echter anders. Deze auto staat op een ‘dedicated’ EV-platform, ontwikkeld in samenwerking met een Chinese partner, en zal dus niet verschijnen met een verbrandingsmotor in de neus. In plaats daarvan worden de huidige driedeurs- vijfdeurs- en cabrioversies van de Mini nogmaals gefacelift. In 2018én 2021 gebeurde dat ook al eens bij de derde generatie van de ‘new Mini’, die in de basis al sinds 2013 bestaat en dus tien jaar oud is. Hoezo, benzine niet duurzaam?

Dat er weer een facelift op stapel staat, bewijzen deze foto’s. Net als in 2021 gaat het om een behoorlijk ingrijpende vernieuwingsronde, die heel wat nieuw plaatwerk brengt. De ‘clamshell’-motorkap, bijvoorbeeld, krijgt meer strakke vouwen en verliest de U-vormige inkeping direct voor de voorruit. Hij lijkt ook wat verder te worden doorgetrokken naar beneden en krijgt een bredere, meer rechtlijnige opening van de grille, die vooral in de breedte wat lijkt te groeien. Daarnaast zijn er nieuwe koplampen en uiteraard wordt ook de voorbumper stevig aangepakt.

Aan de zij- en achterkant is beter te zien dat hier nog ‘gewoon’ de huidige Mini staat. Zo heeft de auto in tegenstelling tot de geheel nieuwe Cooper E nog aparte, zwarte wielkastranden en zijn de deurgrepen een stuk traditioneler van vorm dan de BMW X1-exemplaren van de Cooper E. Opmerkelijk is wel dat de gefotografeerde testauto’s zijn uitgerust met de nieuwe en aanzienlijk grotere buitenspiegels van de elektrische nieuwkomer. Aan de achterzijde lijkt het accent te liggen op een nogmaals opnieuw getekende en ingedeelde bumper. De achterlichten behouden hun vorm en wellicht ook de huidige Union Jack-indeling, al kan het goed zijn dat Mini die voor het uiteindelijke productiemodel nog wat herziet.

Het feit dat Mini niet met een geheel nieuwe benzine-Mini komt, heeft natuurlijk alles te maken met kostenbesparing. Op termijn zijn alle Mini’s elektrisch en dus wil het merk niet onnodig investeren in ‘oude’ techniek. Reken daarom ook op aandrijflijnen die in elk geval grotendeels zullen worden overgenomen van de huidige generatie. Een elektrische versie van de vijfdeurs Mini komt er trouwens in het geheel niet, omdat zo’n auto volgens Mini te veel zou concurreren met de aanstaande Mini Aceman. Verwacht overigens niet dat VDL Nedcar profiteert van het langer aanhouden van de huidige Mini's, want het contract met Mini's moederbedrijf BMW loopt nog altijd aanstaand voorjaar af.