Koopwijzer Jaguar XF - alles wat je weten moet over de eerste generatie
Is hij echt 'extra fantastic'?
In 2008 luidt Jaguar met de XF een nieuw tijdperk in. Het ruilt zijn klassieke groene jagersjas in voor een sportieve snit. Ian Callum tekent een voor Jaguar revolutionair, coupéachtig koetswerk. Onderhuids neemt hij wegens tijd- en geldgebrek de techniek over van de S-type. Bijna vijftien jaar later gaan we op pad met een vroege XF. Doorstaat hij de toets der kritiek in de Koopwijzer?
XF betekent Extra Fantastic (ja, echt) en dat model volgt in 2008 de S-type op, die met zijn omstreden retrodesign negen jaar lang de gemoederen bezig heeft gehouden. Met de XF (intern aangeduid als project X250) bewandelt Jaguar een nieuw pad, weg van het conservatisme naar een frisse, progressieve stijl. Callum en zijn team hebben de loodzware taak om het moderne design uit te rollen over het hele gamma en dit bovendien aan te vullen met de kleine XE (2015) en de F-Pace (2016). Jaguar maakt korte metten met zijn illustere verleden en is klaar met de XJ-vormentaal. Nieuwe klandizie is nodig om te overleven. Callum verklaart later dat de XF het moeilijkste ontwerp in zijn carrière is geweest. Samen met Land Rover was Jaguar sinds 1994 onderdeel van Ford Motor Company, maar juist als de XF wordt gelanceerd, stoot Ford het eerbiedwaardige merk af. Nota bene het Indiase Tata neemt beide merken over, wat in het Verenigd Koninkrijk voor gefronste wenkbrauwen moet hebben gezorgd.
Toch is het een gelukkige keus. Onder Ford was Jaguar tot bloei gekomen, maar het moederconcern hield grote veranderingen lange tijd tegen. Wel werkte Jaguar onder leiding van Ford koortsachtig aan kwaliteitsverbetering. Omdat project X250 relatief laat start, besluit Ford de S-type als technische basis te nemen. Bijkomend voordeel: zo kun je een streng budgetregime eenvoudig naleven. Eenmaal onder de Tata-vlag mag Jaguar zijn gang gaan. De Indiërs pompen naar verluidt zo’n dertig miljard pond in de getergde autofabrikant. Deze steekt het hele portfolio in de eerste twee decennia van deze eeuw in een nieuw jasje en breidt het gamma ook uit. De eerste exponent van die vernieuwingsdrang is de XF, die nog onder regie van Ford is ontstaan. De ambitie is er echter niet minder om. Daarom wordt de auto aangeboden met een ruime keuze aan benzine- en dieselmotoren. De 3.0-V6 vormt de basis, gevolgd door de bekende 4.2-V8 en later de 5.0. Natuurlijk levert Jaguar een R-uitvoering, goed voor 502 pk. De XF R-S komt zelfs tot 542 pk. De 2,7-liter V6-diesel stamt af van PSA, evenals de latere 3.0. Op eigen kracht ontwikkelt Jaguar een 2,2-liter viercilinder diesel, die de zakelijke verkopen een duw in de rug geeft. Tegelijk voert het een facelift uit en brengt het in de nadagen de stationwagon Sport Brake op de markt. In 2015 valt het doek voor de X250. Hij krijgt een opvolger in de 190 kilo lichtere Jaguar X260.
Nog even jeugdig
Weg met de contactsleutel, weg met de versnellingspook. Druk op de startknop en de verchroomde ‘Jaguar Drive Selector’ verrijst met gepaste snelheid uit zijn veilige krocht. Tegelijk draaien de ventilatieroosters elektrisch open. Sensationeel in die jaren. Trap op de rem, druk andermaal op de startknop en de V6 of V8 of V6-diesel komt tot leven. Welkom in de nieuwe minimalistische Jaguar-wereld. Dat was echter 2008. Hoewel de XF zich nu youngtimer mag noemen, oogt hij met zijn aalgladde coupévorm nog steeds even jeugdig als bijna vijftien jaar geleden. Een verdienste van de voormalige Aston Martin-designchef. Helaas heeft dit niet het gewenste succes opgeleverd. De XF moest opboksen tegen ‘the Germans’ en heeft het genadeloos afgelegd. Slechts zo’n 240.000 stuks hebben de fabriekspoorten van Castle Bromwich verlaten. Toch heeft Jaguar in 2016 een nieuw model de wereld in gestuurd. Of er hiervan een opvolger komt, valt zeer te betwijfelen in een tijd waarin SUV’s en elektrisch rijden de dienst uitmaken.
Er is een ruim aanbod van dieselaangedreven XF’s, maar we gaan toch voor een benzineversie, en wel voor de 3.0-V6. Bij Auto Theunissen in Otterlo staat het traditioneel donkerblauw gespoten exemplaar klaar voor een proefrit en een blik onder de motorkap. Het eerste wat opvalt, is de coupévormige daklijn, waardoor je in vergelijking met de Duitse concurrentie je hoofd verder moet intrekken bij het instappen. Wie vaker Jaguar rijdt, weet ook dat XJ’s van de oude stempel opvallend laag zijn. Het zijn niet voor niets ‘sport saloons’, in goed Engels. In het interieur vinden we een combinatie van veel aluminium en houten panelen.
Zitpositie en ergonomie zijn van een nieuwe orde. Met de Jaguar Drive-draaiknop bedien je de zestrapsautomaat. Deze generatie XF kent geen handbak. Inmiddels zwaar verouderd – want klein en traag – is het touchscreen, waarop je ook de ventilatie bedient. Achterin gaat het ondanks de enorme wielbasis van meer dan 2,9 meter krapper aan toe dan je verwacht. En ook hier is het door de lage daklijn lastig instappen. Wie gewend is aan het weldadige Jaguar-rijcomfort komt in de XF bedrogen uit. Op lage snelheid is de vering houterig, op het stoterige af, op hoge snelheid is het op zijn minst stevig. De beoogde concurrenten E-klasse en 5-serie zijn duidelijk comfortabeler afgestemd. Iets om mee rekening te houden als je de XF op je shortlist hebt. De besturing is bijna overbekrachtigd, maar gelukkig wel direct. De V6 is in de dagelijkse omgang krachtig genoeg en verwent de oren met zijn sound. De 4.2 en de 5.0 geven de XF een bijna zenuwachtig karakter. Echt iets voor de fijnproever. En dan zijn er nog drie beresterke diesels, die destijds de verkopen een duidelijke push gaven, maar die tegenwoordig niet meer relevant zijn.
Zoals al gememoreerd heeft Jaguar onder regie van Ford een enorme kwaliteitssprong gemaakt. De XF is de auto die daarvan het eerst profiteert en dat lees je terug in bijvoorbeeld reviews en in het verslag van de 100.000 kilometer duurtest van AutoBild. Eigenlijk kent de kloeke Brit geen zwaarwegende zwakheden. En dat is knap.
Toch gaan de jaren niet helemaal onopgemerkt aan hem voorbij. In het begin klaagden XF-kopers over rammeltjes, piepjes en kraakjes afkomstig uit het dashboard. Sommige bezitters meldden rammels uit de deurpanelen, die zelfs konden loslaten. Dat alles zal in de loop van de afgelopen vijftien jaar zeker zijn verholpen. Jaguar is coulant geweest met de afwikkeling van kwaaltjes. Er zijn ook wat terugroepacties geweest. Voor een gedetailleerd overzicht biedt internet meer dan voldoende informatie.
Wie nu in de markt is voor een XF moet een lijst aan gebreken doornemen waaraan de hele serie kan lijden. Check of de zekeringkast droog is; die vind je rechts onder het dashboard. Door een kapotte wis/waspomp kan er water precies op die locatie binnendringen en de interne elektra beïnvloeden dan wel lamleggen. Een waarschuwingslampje op het instrumentarium zet je op scherp. Er circuleren nog meer elektra-gerelateerde gizmo’s: alarmlichten die niet meer uitgaan, een tankklep die weigert, portieren die niet meer opengaan, een instrumentarium dat donker blijft en zijruiten die ermee stoppen. Een brekende kabelboom van de achterklep kan het slot en de verlichting in de klep stilleggen.
Het lijkt een lange lijst, maar het is niet gezegd dat elke XF aan al deze kwalen lijdt. Het is wel verstandig het lijstje af te gaan, onder het motto ‘better safe than sorry’.
Betrouwbaar
De drieliter-AJV6 in deze XF is in samenwerking met Ford ontworpen. Sterker nog, in feite is het een gemodificeerde Duratec-V6, die je als 2.5-variant van de Mondeo kent. Ten opzichte van deze motor kent de Jaguar versie verstelbare nokkenastiming. Jaguar gebruikt deze motor vanaf de S-type tot 2011. Hij kent nauwelijks zwakheden, behalve minimale lekkage aan de carterpakking, klopsensor, krukassensor, bobines, waterpomp en riemspanners. Goed beschouwd allemaal onderdelen die aan slijtage onderhevig zijn en die in de periferie zijn aan te treffen. Als er al wat over te melden valt, is het de brandstofvoer. Die kan staken door een kapotte flens aan de tank. De 4.2- en 5.0-V8-motoren hebben elk hun specifieke kwalen. De distributie trekt de meeste aandacht naar zich toe. Hoewel tegenwoordig nauwelijks nog relevant staan er voldoende 2.7-, 3.0- en 2.2-diesels te koop. Die houden niet van korte stukjes: typische directe-inspuitingskwaaltjes zorgen voor een snelle interne vervuiling. De XF heeft altijd een zestraps of achttraps automaat van ZF en die gaat, als je de olie regelmatig (elke 60.000 km) ververst, lekker lang mee.
Zowel carrosserie als interieur is van een goede kwaliteit. Roest is op de XF vooralsnog ver te zoeken dankzij de uitstekende lakkwaliteit. Toch kan het geen kwaad de carrosserie te controleren met een lakdiktemeter. Zo komen ook eventuele gerepareerde schades aan het licht. Tegelijk kijk je of de plaatdelen gelijkmatig op elkaar aansluiten. Ook til je de kofferbakmat op om te kijken of hij wellicht een tikkie van achteren heeft gehad. Toch ontdekken we als we onder deze Jag doorlopen wel degelijk beginnende – zij het nu nog onschuldige – corrosie achter aan de dorpel. Dat is het dan ook.
Een opvallend punt van onderzoek betreft het delamineren van de voor- en achterruit. Het is waar jongere auto’s aan lijden. Ruiten worden gelijmd aan de carrosserie, maar bestaan uit twee aan elkaar gelamineerde – gelijmde – lagen. Iets om te controleren als je een rondje om de auto loopt. Intussen kijk je of de wisserbladen nog oké zijn, want die slijten hard op een XF. Je kunt tevens de koplampen inspecteren: als die hun glans kwijt zijn, verliezen ze hun lichtwerking. Ze laten polijsten is een kleine investering en brengt het licht weer enige tijd terug.
Als nieuw
De kwaliteit van leer, hout en alu is hoog; op een auto die meer dan twee ton achter de rug heeft, vertoont het interieur geen opvallende slijtage. De ventilatieroosters werken nog als nieuw en de Jaguar Drive komt in dit geval braaf uit zijn catacombe. Dat laatste is niet altijd het geval; dat krijg je met al die gevoelige elektronica. Als die zijn diensten staakt, kom je overigens niet meer weg en mag je de Wegenwacht bellen. De hele module dient dan te worden vernieuwd.
Het onderstel heeft een kluif aan het gewicht en het acceleratie- en deceleratiepotentieel. Een gedegen check is verstandig. Zo komen versleten fuseekogels en draagarm- en stabilisatorstangrubbers aan het licht. Aan de achterwielophanging controleer je meteen de verticale stangetjes aan het uiteinde van de stabilisatorstang. Het is niet ongebruikelijk dat het subframe is aangetast door roest. Het kan echter geen kwaad. Nu kunnen de remschijven op hun dikte en de remzuigers op gangbaarheid worden gecontroleerd. Het zal je niet verrassen dat de remblokken bij een auto als de XF sneller slijten dan bij een Aygo. De combinatie van een hoog gewicht en een automaat eisen hun tol.
Nu de auto toch op de brug staat, krijgen we ook de kans de remleidingen te controleren. Die gaan echter schuil achter grote platen plastic bodembescherming. Ze zijn van de ‘zwarte soort’. De paar stukjes leiding die zich blootgeven, vertonen geen enkel spoor van corrosie. Keurig!
Geef hem een kans
Wie had dat gedacht: een Jaguar die zich op alle vlakken met gemak kan meten met de heilige Duitse concurrentie van Audi, BMW en Mercedes. De XF bewijst dat het mogelijk is, al komt hij natuurlijk niet aan de miljoenenaantallen van de Duitse merken, die immers de fondsen hebben om hun modellen elke zeven jaar weer up-to-date te brengen. Bij Jaguar is het altijd weer sappelen; zo is het feitelijk altijd geweest. De geschiedenis lijkt zich bovendien voor de zoveelste keer te herhalen, want Tata steekt op het moment vrijwel alle energie in Land Rover, het andere merk van het bedrijf. Van de XJ komt er bijvoorbeeld geen opvolger en het is de vraag of er van de modellen die lager in de pikorde staan, zoals deze XF, een nieuwe oplage komt. Deze X250 heeft niettemin bewezen dat Jaguar in staat is een volwaardig Brits alternatief te zijn voor de niet te kraken Duitse tegenstrevers. Daarom, nu het nog kan: laat die Duitsers nu eens links liggen en gun jezelf een proefrit met een XF. Neem deze Koopwijzer mee onder de arm en geef de Brit een kans.
Uitgelicht aanbod
Lees ook

Test: Jaguar XF 3.0D - Infiniti M30d

Test: BMW 530d - Jaguar XF 3.0D V6 S

Jaguar XFR (2010)

Jaguar XF 3.0 V6 Premium Luxury (2010)

Jaguar XF 3.0D V6 S Luxury (2009)

Test: Audi A6 3.0 TDI - Jaguar XF 3.0D V6 - Mercedes-Benz E 350 CDI
Gerelateerde forum topics
Lezersreacties (34) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.