Je wilt een Volkswagen (New) Beetle? Hier moet je op letten
Eerste goedkoop, tweede beter
- Elco van der Meer
- Youngtimer
De lente staat voor de deur. Het seizoen van bloemetjes, bijtjes en nuttige insecten, al neemt de stand van de laatste zienderogen af. Daar ga jij wat aan doen, want je wilt zo’n vrolijke Volkswagen Beetle. Waar moet je op letten?
Al in 1994 maakte Volkswagen het publiek warm voor een nieuwe versie van zijn lievelingsmodel. Hoe enthousiast dat publiek destijds ook was, zo lauw waren de reacties bij zijn introductie in 1998. De Beetle zou te lomp en onpraktisch zijn en zijn speelse looks ten spijt gewoon rijden als een Golf. Vinden we maar negatief, zeker bij een auto die je inmiddels voor een habbekrats (een paar jaar geleden hadden we nog een Volkswagen New Beetle in de Barrelbrigade) in handen kunt hebben. De tweede generatie Beetle (vanaf 2011) wordt beter gewaardeerd, maar deze zijn dan ook een stukje duurder. Reken op prijzen vanaf zo’n zes, maar algauw negen mille.
New Beetle is leuke instap-auto
De eerste generatie Beetle heet nog echt New Beetle, en zoals gezegd stap je nu al voor weinig in dit inmiddels 27 jaar oude model. Zelfs de Beetle Cabrio is met prijzen vanaf €2.440,- behoorlijk bereikbaar.
Wie een New Beetle kiest, gaat natuurlijk niet voor praktisch gemak. Dat is maar goed ook, want de kofferbak is moeilijk te beladen en heeft maar 214 liter inhoud, zelfs minder dan een Volkswagen Up. De cabrio met 204 liter maar beperkt krapper. Ook achterpassagiers hebben in een Beetle weinig te zoeken, want ze komen al snel in contact met de achterruit. De remedie is eenvoudig: koop een cabrio en rijd hem open.
De bijzondere Beetle-vorm heeft ook een pluspunt. Zoals het een Volkswagen betaamt, zitten ook lange personen voorin goed. In de bolle Beetle is de hoofdruimte zelfs extra goed voor elkaar. En ook al is het dashboard vrolijker dan dat van een Golf, qua gebruiksvriendelijkheid doet het er weinig voor onder. Dat geldt niet per se voor de interieurkwaliteit. De bekende ‘softlak’ heeft ook bij de New Beetle de neiging om los te laten. Daarnaast is het interieur niet vrij van rammeltjes en kraakjes. Ach, mag het na zoveel jaar?
Nog meer lentekriebels? De Volkswagen New Beetle Cabrio begint ook al even onder de €2.500.
Technische uitdagingen
Tot zover lijkt de nieuwe Beetle kopen best een goed idee. Maar let op, de eerste generatie heeft wat aandachtspunten die we al eens hebben uitgelicht in een uitgebreid koopadvies. We vatten de belangrijkste tekortkomingen graag voor je samen.
Voor alle New Beetles geldt dat dorpels en draagarmen kunnen roesten door ophoping van vuil. Als je de 2,0-liter kiest, kun je te maken krijgen met buitensporig olieverbruik, waarbij één liter op 2.000 kilometer geen uitzondering is. De distributieriem moet elke vijf jaar of 120.000 kilometer worden vernieuwd; alleen bij de 1.8T is het interval 180.000 kilometer. Ook blijft de startmotor nog weleens hangen na het aanslaan van de motor en gaan bobines bovengemiddeld vaak kapot. Die zijn gelukkig niet duur, in tegenstelling tot luchtmassameters, die ook nog wel eens de geest geven. Zijn deze zaken in orde, dan kunnen de motoren probleemloos meerdere tonnen aan.
Bij de cabriolet vormt het dak uiteraard een extra aandachtspunt, waarbij het bijna overbodig is om te zeggen dat het goed moet openen en sluiten. Ook kunnen hydraulische cilinders die het dak bedienen gaan lekken en is het mogelijk dat een gebroken kunststof tandwiel voorkomt dat het dak wordt ver- of ontgrendeld. Vooral cosmetisch van aard: de hemelbekleding kan loskomen ter hoogte van de achterruit.
Beetle vanaf 2011 veel beter
In 2011 presenteerde Volkswagen de tweede generatie, nu gewoon ‘Beetle’ geheten, al kon je op de optielijst ook de typeaanduiding ‘Käfer’ of zelfs ‘Kever’ aanvinken. Het vrolijke bolletje is verdwenen, de nieuwe versie lijkt qua verhoudingen sterker op de oer-Kever. Ook technisch schiet de Beetle een generatie op. Laat je niet misleiden door zijn scherpe looks, waardoor hij naadloos naast de éeen jaar jongere Golf VII past: hij is nog gebaseerd op de Golf V en VI.
Daarvan profiteert de Beetle vooral op het gebied van bouwkwaliteit. Het interieur steekt beter in elkaar en ook roest lijkt tot het verleden te behoren. De rijeigenschappen nemen eveneens een vlucht. Niet dat de Kever zich ineens kan meten met de Mini’s van deze wereld, maar hij voelt wel duidelijk scherper en lichtvoetiger. Ook de interieurruimte neemt toe, waar met name achterpassagiers van profiteren, zodat ook de Beetle Cabrio nu een volwaardige vierzits cabriolet is.
(tekst gaat verder onder foto's)
Let wel op TSI-motoren
Ook onder de motorkap is alles bij de nieuwste Beetle nieuw. Je vindt er de bekende – en ook beruchte – TSI-benzinemotoren. Met name de eerste serie 1.4 TSI tot 2011 heeft een slecht imago vanwege problemen met onder meer de distributieketting, maar ook de 1.2 TSI is niet vrij van dit soort problemen. In 2015 is de 1.2 TSI technisch aangepakt. De stelregel is dat je exemplaren met een distributieriem redelijk zorgeloos kunt kopen. Ook mag de riem lang blijven zitten: maar liefst tien jaar of 210.000 kilometer. Daarna moet hij officieel regelmatig worden geïnspecteerd, maar als je hem preventief vervangt, zit je weer heel lang goed.
De verbeterde 1.2 TSI is goed nieuws, want eigenlijk ben je met deze 105 pk sterke instapmotor al goed bedeeld. De 1.4 TSI is met 150 of 160 pk natuurlijk flink vlotter en als je echt rap vooruit wilt, kun je gaan voor de 2.0 TSI met 200 tot 220 pk. Dan heb je een soort Beetle GTI, al heeft Volkswagen dit sportieve label nooit officieel op de Kever geplakt. Ook de Beetle Cabrio lijkt beter dan zijn voorganger, al is hij natuurlijk minder oud en zullen problemen met de kapconstructie zich misschien pas later openbaren.
Dus welke Beetle is de beste?
Met een 1.4 TSI van na 2011 moet je goed zitten, en dat geldt al helemaal voor de 1.2 TSI van na 2015. Dat is wel erg gemakkelijk gezegd, want dit zijn vanwege hun leeftijd meteen de duurdere exemplaren. Ook met een eerste generatie Beetle kun je gewoon goed zitten. Kies dan bij voorkeur voor een goed onderhouden exemplaar, waarbij aantoonbaar onderhoud belangrijker is dan de kilometerstand. Natuurlijk kun je ook voor 1.500 euro gokken dat je een leuke zomer gaat hebben – dat hoeft niet eens slecht uit te pakken – maar als je lang van je Kever wilt genieten, zijn er betere opties.