Infiniti weg uit Europa

Infiniti, het luxemerk van Nissan, bestaat net als Lexus al sinds 1989. Hoewel Infiniti zeker in de Verenigde Staten best wel wat succes heeft gekend, is het toch opvallend dat het merk nooit helemaal uit de schaduw van Lexus heeft kunnen stappen. In Europa is dat zelfs nooit gelukt. In 2004 werd aangekondigd dat het eerst vooral op de Amerikaanse markt gerichte Infiniti in 2008 de oversteek naar de Oude Wereld zou maken. Echt onbekend was het merk hier toen al niet meer, vooral dankzij de eerste generatie van de FX. Die middelgrote SUV is nooit officieel in Europa geleverd, maar wist via de grijze import toch geregeld zijn weg naar ons continent te vinden. Ook in Nederland is deze auto, als zescilinder FX 35 en achtcilinder FX 45, geen zeldzaamheid. Dat de FX hier relatief populair was, is niet zo gek. Met zijn lange neus, dikke kont en wulpse flanken ziet hij er nog altijd indrukwekkend uit. Het is een SUV die sportief en sierlijk tegelijk is, voorwaar geen gemakkelijke combinatie.

GROOT EN KLEIN

Toen Infiniti in 2008 een officiële importeur en echte dealers kreeg, was de FX ook van de partij. Daarbij ging het inmiddels om de tweede generatie van het model. Door zijn wat drukke neus was deze versie minder gemakkelijk verteerbaar dan het origineel, maar een opvallende verschijning was het nog steeds. Infiniti maakte het zichzelf bovendien niet al te gemakkelijk door te besluiten de auto speciaal voor Europa ook met dieselmotoren uit te rusten. De eerste officieel gevoerde FX kreeg gezelschap van een kleiner model, de EX. In theorie was dat een goede zet voor de Europese markt, maar in de praktijk is deze concurrent van de BMW X3 een echte zeldzaamheid.

De Infiniti G37 was iets populairder, maar bleef toch een muurbloempje. Dit was Infiniti’s alternatief voor de BMW 3-serie, met in theorie voldoende kwaliteiten in huis. Zijn sierlijke koets mag er nog steeds zijn en met minimaal 300 pk was er aan vermogen geen gebrek. Die kracht ging bovendien naar de achterste wielen. Daarnaast was de G37 er niet alleen als sedan, maar ook als coupé en cabriolet; die laatste had het ooit erg modieuze, driedelige klapdak. Het mocht allemaal niet baten. En omdat een luxemerk nu eenmaal niet zonder toplimousine kan, voerde Infiniti de grote sedans M37 met benzinemotor en de dieselende M30d. Vanaf 2011 was er daarnaast zelfs een zeer indrukwekkende en vooral krachtige hybride, de M35h.

NAMENBRIJ

Misschien was het Infiniti beter vergaan indien het voor een andere namenstrategie had gekozen. Dankzij ogenschijnlijk lukraak gekozen letters of combinatie van letters was aan de typeaanduiding geen touw vast te knopen. Vanaf 2013 werd dat nog erger, omdat het volgens Infiniti toen tijd was om alle modellen opnieuw heel anders te gaan aanduiden. Daarbij werd de letter Q steeds de beginkapitaal. De FX werd de QX70, de EX ging verder als de QX50 en de M mocht zijn loopbaan vortzetten als Q70.

De enige auto die bij de naamsverandering ook zelf veranderde, was de Infiniti G37. Dit werd de Q50, die alles in huis had om het de premiumconcurrenten moeilijk te maken. Een gelikte koets, moderne motoren, zeventraps automaten, achterwielaandrijving en een modern interieur vormden een uitstekend begin. Omdat elektrificatie ook in 2013 al een thema was, verscheen de Q50 bovendien als S Hybrid. Die combineerde zijn elektromotor met een krachtige V6 en veegde met zijn vermogen van 364 pk de vloer aan met een concurrent als de BMW 3-serie in Active Hybrid-trim. Innovatie was er ook in de vorm van het steer-by-wire-systeem, een heuse primeur. Coupéliefhebbers werden getrakteerd op de bijzonder gelijnde, driedeurs Q60.

DAN TOCH?

Het hoogtepunt van de Europese Infiniti-carrière is zonder twijfel de Q30, die debuteerde in 2015. Deze compacte cross-over is speciaal voor de Europese markt ontwikkeld en zou hier ook het populairste model worden. De Q30 is gebaseerd op de Mercedes-Benz GLA, maar schreeuwt dat zeker niet van de daken. Het model kreeg een compleet eigen koets aangemeten, waarbij de opmerkelijke C-stijl en stevig gewelfde flank voor een eigen gezicht zorgden. Ook het interieur is grotendeels Infiniti, maar onder meer de raam knoppen en de sleutel zijn van Mercedes-origine. En opnieuw stak een vreemde naam de kop op, want naast de reguliere Q30 kwam de QX30, een met het blote oog nauwelijks van de Q30 te onderscheiden ‘ruigere’ versie.

Op 31 maart aanstaande valt het doek officieel voor Infiniti in Europa, maar de importeur lijkt daarop nu al vooruit te lopen. Wie nu Infiniti.nl bezoekt, wordt enkel getrakteerd op occasions. Verder belooft het merk dat het na maart Infiniti-rijders blijft ondersteunen met garantie, onderhoud en reparaties. Dat is hoogstwaarschijnlijk de enige activiteit die we nog van het merk gaan zien, tenzij de grijze-importbranche wederom aan de haal gaat met het Japanse merk. Of wanneer de elektrische toekomst speciale plannen in petto heeft.