Facelift Friday: Mazda 626 (GF)
Voor de ommekeer
Met de presentatie van de eerste Mazda 6 in 2002 brak voor Mazda een succesvol nieuw tijdperk aan. De laatste 626 is daarmee automatisch een soort symbool geworden voor het ‘oude’, suffere Mazda, maar zette in 1999 toch echt al een voorzichtig stapje richting zijn opvolger.
Was het Mazda van voor 2002 suf? Nee zeg, horen we de liefhebbers al roepen. En terecht. De RX-7 was er al ruim voor die tijd, de MX-5 was al sinds 1989 dé sportieve roadster en Mazda had in de jaren 90 net een bloeiperiode met kleine V6-motoren, sportieve 323-derivaten en luxueuze Xedos-modellen achter de rug.
‘Never a dull moment’, zou je zeggen, maar toch was die eerste 6 cruciaal. Zijn scherpe, strakke koets oogde veel frisser en moderner dan die van zijn voorganger, wat later ook voor 323-opvolger 3 zou gelden. Ook het interieur, voorheen vrijwel helemaal opgebouwd uit muisgrijze materialen, zette een enorme stap. Tel daar aansprekende prestaties en sportieve rijeigenschappen bij op en we kunnen wel degelijk van een nieuw tijdperk spreken.
Liftback
Nu was het ook niet zo moeilijk om met een frivoler model dan de laatste 626 te komen, want echt sprankelend is deze auto nooit geweest. In 1997 werd de lekker typische, extreem afgeronde GC-626 afgelost door een dertien-in-een-dozijn-middenklasser, die volgens de regels van die tijd leverbaar was als sedan, als stationwagon én als vijfdeurs liftback. 1,8- en 2,0-liter viercilindermotoren erin, aircootje erop en klaar was de grootste Mazda van Europa.
Aan de buitenkant is er weinig opvallends te vinden aan de 626, al zijn de donkere koplampen en relatief grote, strakke achterlichtunits nog best geinig. Ook opvallend: de stootstrips van zo’n 626 zijn niet zwart, maar grijs. Het is weer eens wat anders…
Samengeknepen
In 1999 vond Mazda het tijd om de 626 meer in de pas te laten lopen met de geheel nieuwe Premacy, die in datzelfde jaar werd onthuld. Daarvoor werd een compleet nieuw front aangevoerd. De donkere koplampen maakten plaats voor wat meer samengeknepen, heldere exemplaren, de grille werd een maatje kleiner en de strakkere bumper werd geheel in carrosseriekleur uitgevoerd.
Dat laatste gold ook voor alle stootstrips rondom en de deurgrepen. De achterzijde kreeg nieuw ingedeelde lichtunits, waarbij de donkere delen plaatsmaakten voor fris, wit-achtig glas. Een nieuw stuurwiel en wat andere materialen in het interieur stoomden de Japanse middenklasser vanbinnen klaar voor de eeuwwisseling.