En dan nu officieel: de Mini Paceman!

Eerst waren er de spionagefoto's, toen mochten we zelf een blokje om met een deels ingepakt exemplaar, vervolgens lekten er een paar foto's uit van een ongecamoufleerde Paceman en nu is het dan eindelijk tijd om het officiële materiaal van Mini's Sport Activity Coupé uit de doeken te doen.

De Paceman kenmerkt zich door z'n driedeurskoets met aflopende daklijn (4 cm lager dan bij de Countryman) en vormt daarmee een mooi compromis voor mensen die een gewone Mini te krap en een Countryman te fors vinden. Opvallend zijn de 'liggende' achterlichtunits; da's nieuw voor Mini en waarschijnlijk de voornaamste reden dat die nog waren afgeplakt op het model waar we onlangs mee konden rijden.

Standaard is de Paceman voorzien van een verlaagd onderstel maar dat kan naar wens weer een centimeter hoger worden gezet voor wat meer comfort. De karakteristiek van de dempers kan worden aangepast met de optionele sportknop. In den beginne is de Paceman leverbaar met twee benzine- en evenzoveel dieselmotoren. Instapmodel is de Cooper met 1,6-liter turbomotor van 122 pk, goed voor een 0-100 tijd in 10,4 seconden. Die motor verbruikt in combinatie met een handbak precies 6 liter op 100 km, 0,1 liter minder dan de sterkste benzine-variant, de 184 pk sterke Cooper S. Die auto stelt daar wel een aanzienlijk vlottere sprinttijd tegenover, en knalt in 7,5 seconden naar de honderd.

Dieselen doe je met de Cooper D (1.6) en Cooper SD (2.0) van respectievelijk 112 en 143 pk. De handgeschakelde D heeft voor het sprintje naar de honderd 10,8 seconden nodig, de SD snoept daar in dezelfde configuratie 1,6 seconden af. Ook hier verschilt het verbruik weinig: de D neemt elke 100 km 4,4 liter tot zich, terwijl zijn snellere broertje daar volgens de fabriek 4,6 liter voor nodig heeft.

Een handgeschakelde zesbak is standaard op alle uitvoeringen. Wie liever niet zelf pookt, kan kiezen voor een zestrapsautomaat. Vierwielaandrijving (ALL4 genaamd) is te bestellen op alle vier versies behalve het basismodel met benzinemotor. Die kun je wel weer laten voorzien van een elektronisch sperdifferentieel, op de overige Pacemannen is deze tractiebevorderende voorziening standaard. De Cooper krijgt 16-inch lichtmetaal aangemeten, de S-versies een maatje groter en op de optielijst staan de maten 17, 18 en 19 inch vermeld. In alle gevallen geldt dat het verbruik iets stijgt door het toevoegen van vierwielaandrijving en/of een automaat.

Het interieur is nagenoeg identiek aan dat van de Countryman, op een paar details na. Zo is de bediening van de zijruiten verplaatst van middenconsole naar de portieren. Een overzichtsfoto van het dashboard hopen we snel toe te kunnen voegen. Standaard is de Paceman voorzien van onder andere een audiosysteem, airconditioning, voor- zij- en gordijnairbags, sportstoelen, een multifunctionele 'center rail' en Isofix-bevestigingspunten achterin. Je kunt je Paceman personaliseren met zaken als striping voor de motorkap en een riante keuze aan materialen en kleuren voor het interieur. Er zijn drie nieuwe lakkleuren leverbaar: Brillant Copper, Blazing Red en Starlight Blue. Die laatste kleur is alleen voor de Paceman beschikbaar. De optielijst vermeldt onder andere een infotainmentsysteem, Harman/Kardon-luidsprekers, adaptieve xenonverlichting en een elektrisch bedienbaar glazen dak.

De Mini Paceman staat rond maart volgend jaar in de Nederlandse showrooms, prijzen zijn op dit moment nog niet bekend. Er zit ook een 218 pk sterke John Cooper Works-versie van de Paceman in de pijplijn, die volgt in een later stadium.