Duitsland opent deur voor duurzame brandstoffen
VDA blij met besluit
Een besluit van de Duitse regering zorgt ervoor dat behalve de meer voor de hand liggende elektrische weg ook hernieuwbare brandstoffen een belangrijk wapen kunnen worden in de strijd om het terugdringen van de CO2-uitstoot. De auto-industrie reageert enthousiast.
In Duitsland werkt men voor de transportsector met een zogenaamd Treibhausgasminderungsquote, ofwel een ‘broeikasgasverminderingsquotum’. Het quotum verplicht brandstofleveranciers om broeikasgasemissies met een bepaald percentage te verminderen. Door de doelstellingen te verhogen naar 22 procent voor 2030, wordt de druk op andere oplossingen verminderd en de spreiding groter.
Volgens het Verband der Automobilindustrie (VDA) is de bijdrage van duurzame brandstoffen cruciaal. “Zonder brandstof uit hernieuwbare bronnen kunnen we geen klimaatneutrale mobiliteit bereiken”, laat de vereniging bij monde van voorzitster Hildegard Müller weten. “Het klimaatprobleem is niet de verbrandingsmotor, maar de fossiele brandstof zelf.”
Het VDA rekent ook vast even voor hoe de toekomst eruit komt te zien. Uitgaande van 10 miljoen elektrische auto’s in Duitsland in 2030, moet het aandeel van hernieuwbare brandstoffen stijgen naar 23 procent om de beoogde doelstellingen te halen.
Tot ‘hernieuwbare brandstoffen’ worden synthetische varianten van benzine of diesel bedoeld, maar ook waterstof. Of deze brandstoffen ooit voor personenauto’s een grote rol gaan spelen is de vraag, maar met name voor grotere voertuigen -vrachtwagens, bijvoorbeeld – wordt dit wel breed als belangrijke oplossing gezien. Voor deze voertuigen is de batterij-elektrische weg veel minder vanzelfsprekend, omdat gewicht, kosten en laadsnelheden dan snel oplopen.