Dit wordt de toekomst van Alpina
Bezoek aan Buchloe
Vanaf 2026 worden er in Buchloe geen Alpina’s meer gebouwd zoals we die kennen. BMW neemt de naam over en heeft andere plannen voor het merk. Tijdens een fabrieksrondleiding maken we kennis met het verleden en heden van Alpina, en wordt een tip van de sluier opgelicht over de toekomst.
Het voormalige woonhuis van Burkard Bovensiepen symboliseert de ziel van zijn merk en staat nog altijd fier overeind tussen de fabriekshallen die er in de loop der decennia half omheen zijn gebouwd. Het bedrijf is letterlijk in de achtertuin van de bevlogen en eigenzinnige Alpina-oprichter ontstaan; tot kort voor zijn overlijden in 2023 woonde hij ‘boven op’ zijn levenswerk en bemoeide hij zich actief met het reilen en zeilen, ook al had hij de leiding inmiddels overgedragen aan zoons Andreas en Florian.

We brachten de Alpina B4 GT terug naar Buchloe.
Alpina gaat verder dan motor en versnellingsbak
Wat die ziel van Alpina is, hebben we op weg naar Buchloe, een dikke zeventig kilometer ten westen van München, ervaren in de nieuwe B4 GT Gran Coupé. In algemene zin kun je stellen dat een Alpina een subtieler en comfortabeler alternatief is voor een M-model. Dat zit hem niet alleen in meer kracht/koppel, maar in de som der delen die een combinatie van dynamiek, raffinement, comfort en luxe oplevert. Geen detail wordt daarvoor over het hoofd gezien, en dat gaat (veel) verder dan het aanpakken van de motor en versnellingsbak.
Omdat een Alpina geen begrensde top heeft, worden bijvoorbeeld de deurrubbers onder de loep genomen, de afdichting van het schuifdak en de bekleding van de wielkasten. Je wilt immers geen onnodig gesuis op hogere snelheden. Ook niet dat het dak een beetje uit zijn voegen raakt, wat ooit gebeurde bij een hogesnelheidssessie op Nardo met een standaard BMW-afdekking. En uiteraard worden er allerlei mechanische en aerodynamische aanpassingen gedaan om bij 300 km/h voor opperste stabiliteit en een relatief ontspannen stuurbeleving te zorgen. Dankzij dit ‘totaalconcept’ verwierf Alpina in 1983 de status van fabrikant.

BMW 1500, de eerste BMW die Alpina aanpakte.
Bovensiepen had een ruimere auto nodig dan zijn Porsche 356
Gezinsuitbreiding ligt ten grondslag aan het ontstaan van Alpina. Burkard Bovensiepen reed een Porsche 356, maar had een ruimere auto nodig. Dat werd een BMW 1500. Gewend aan een beetje sportief rijden besloot Bovensiepen een tuningkit te ontwikkelen die het vermogen opschroefde naar een nog steeds bescheiden, maar net iets lekkerder 90 pk. BMW was daar wel over te spreken en niet lang daarna werd een samenwerking gestart die tot de dag van vandaag voortduurt. Alpina profileerde zich vanaf eind jaren 60 eerst als leverancier van tuningkits en bouwer van raceversies - bestuurd door onder (heel veel) anderen Jacky Ickx, Derek Bell, Niki Lauda en Hans-Joachim Stuck. Voor Lauda bood het contract met Alpina, dat hem als werknemer bestempelde, een uitweg: hij hoefde niet in militaire dienst. Bovendien kon de Oostenrijker het prijzengeld uit de toerwagenracerij goed gebruiken om zijn schulden bij het Formule 1-team van March af te lossen.

Alpina B6
B6 2.8 en B7 Turbo
Na het winnen van het Europees toerwagenkampioenschap in 1977 stopte Alpina met de racerij om zich te storten op de ontwikkeling van complete straatauto’s. De eerste volledige BMW-Alpina’s zagen in 1978 het levenslicht, in de vorm van de B6 2.8 (gebaseerd op de E21 3-serie) en de B7 Turbo (E12 5-serie). In de beginperiode kwamen er standaard BMW’s naar Buchloe, die daar gestript en omgebouwd werden. Sinds lange tijd is de productie (rond de 2.300 auto’s per jaar) echter geïntegreerd in de lijnen van BMW, waar Alpina just in time alle specifieke onderdelen voor een besteld model levert. Tot 2009 werden wel de complete motoren nog in eigen huis gebouwd, maar ook daarvan vindt de assemblage tegenwoordig plaats bij BMW.
Voor de meeste onderdelen wordt de uiteindelijke productie overigens uitbesteed; in Buchloe vinden voornamelijk de ontwikkeling en het testwerk plaats, zo vertelt Mirko Ellenrieder, de man die ons rondleidt. Althans, zo is de situatie nu. In de toekomst zal eigen fabricage een grotere rol gaan spelen. In 2026 komt het merk Alpina in handen van BMW en stopt men in Buchloe met een aanzienlijk deel van de huidige werkzaamheden. Er rollen hier straks geen B3’s, B4’s, XB7’s en B8’s meer van het terrein.
Wat ze in München precies met het merk willen gaat doen en hoe, is nog een vraagteken. De kans is groot dat BMW de naam als luxelabel gaat gebruiken voor met name grotere modellen, wellicht zelfs EV’s. Hoe dan ook gaat dat volledig onder eigen regie plaatsvinden. De fabriek in Buchloe, inclusief de 300 werknemers en alle knowhow, is geen onderdeel van de deal en blijft in handen van de familie Bovensiepen.
Classic
“We mogen de naam Alpina nog wel in combinatie met Classic gebruiken”, vertelt Ellenrieder. “Er komt meer focus op de klassiekersafdeling. In de toekomst kunnen mensen hun auto bijvoorbeeld hier brengen voor onderhoud, revisie of restauratie. Daarnaast blijven we onderdelen produceren voor alle modellen die we ooit hebben gemaakt, en zullen bepaalde historische delen opnieuw worden uitgegeven, met herziene specificaties. Eigenaren van gewone, standaard BMW’s kunnen straks eveneens bij ons terecht voor allerlei upgrades.”
Dat er veel van wordt verwacht, blijkt wel uit de plannen voor een nieuw onderdelenmagazijn. Ellenrieder sluit daarnaast een rol als engineeringpartner of adviseur voor BMW niet uit. “Denk bijvoorbeeld aan set-ups voor de chassis’ en ESP-systemen. We doen ook nu al ontwikkelingswerk voor andere BMW-modellen, in die zin blijft onze vriendschap bestaan.” Met een geheimzinnige glimlach voegt hij toe: “Maar we zijn tevens bezig met een compleet nieuw automotive-project.” Met BMW of met een ander merk? “Daar kunnen we later dit jaar meer over zeggen.”
Terug naar het heden, waarin auto’s die bijna gereed zijn naar het Alpina-hoofdkwartier komen voor de finishing touch: het uitlaatsysteem, de spoilers, de wielen en de bekleding. En natuurlijk de typerende striping, indien die is aangevinkt op de bestellijst. De aerodynamische flappen en lippen zijn allerminst voor de show en vergen tijdens de ontwikkelingsfase veel simulatie- en testwerk. Ze moeten ervoor zorgen dat er op hoge snelheden geen ‘lift’ optreedt en dat de drukverdeling tussen voor- en achteras gelijk blijft. Tegelijkertijd dienen ze niet al te veel neerwaartse druk op te wekken, dat zou immers ten koste gaan van het verbruik.
Eenmaal ontwikkeld is het een kwestie van produceren, iets dat niet voor het interieur geldt. De aankleding wordt immers specifiek afgestemd op de wensen van de klant, die elke denkbare kleur kan kiezen alsook een keur aan stiksels. Een belangrijke rol is weggelegd voor het fijne Lavalina-leder, een soort die ook Rolls-Royce gebruikt. Het leer wordt plantaardig gelooid en is zeer licht en ademend. Het vergt 90 tot 120 man-/vrouwuren om het handmatig te snijden, vormen en stikken op de verschillende interieuronderdelen.
Na een finale testrit is de Alpina klaar om naar de klant te gaan. In totaal worden dagelijks zes tot zeven auto’s afgestempeld. Als slotakkoord zullen, naast de bestaande bestellingen van andere modellen, 99 stuks van de onlangs gepresenteerde, 635 pk sterke B8 GT de fabriekspoort verlaten. Een waardig eerbetoon aan Burkard Bovensiepen, en de inleiding van een nieuw Alpina-tijdperk.

BMW 8-serie