Deze auto’s deden het met twee verbrandingsmotoren

Bij een EV eenvoudig, bij verbrandingsmotoren extreem lastig

Volkswagen Scirocco Bimotor

Van een elektrische auto met twee motoren kijken we niet meer op. Het is een handige manier om een EV meer vermogen te geven. Bij een auto met verbrandingsmotor gaat dat niet zo gemakkelijk. In het verleden waren er echter diverse projecten waarbij fabrikanten twee dezelfde krachtbronnen in een auto propten.

Volkswagen Scirocco Bimotor (1984)

In 1983 (zie foto 2 boven dit artikel) liet Volkswagen al een tweemotorig monster zien op basis van de Scirocco II. De twee 1.6-viercilinders werden voorzien van een cilinderkop van de Golf I GTI Oettinger die in Frankrijk als GTI 16S werd verkocht. De tuner leverde namelijk al een zestienkleps versie van de eerste Golf GTI. De cilinderinhoud werd vergroot naar 1,8 liter. Beide motoren bezorgde de Scirocco 360 pk. Een jaar later verscheen een tweede versie, met uitgeklopte carrosserie. 

Mosler TwinStar (1999)

Het Amerikaanse bedrijf Mosler zette voor 22.000 dollar de zaag in je Cadillac Eldorado om ruimte te maken voor een tweede Northstar V8. Met een slordige 600 pk was het ding snel (0-60 mph in 4,6 s), maar je Caddy werd er niet fraaier op. Er werden er uiteindelijk slechts vijf gebouwd.

Alfa Romeo GP 16C Bimotore (1935)

Als antwoord op de toenemende Duitse concurrentie experimenteerde de Scuderia Ferrari met twee prototypes met één acht-in-lijn in de neus en één in de staart. De bijna 550 pk sterke en 320 km/h snelle racewagen had geen vierwielaandrijving; elke motor dreef één achterwiel aan. Een hoog brandstofverbruik en overmatige bandenslijtage verhinderden sportief succes.

DAF TurboTwin (1986)

In de jaren 80 boezemde Jan de Rooy tijdens Parijs-Dakar de concurrentie (trucks én auto’s) angst in met zijn TurboTwin, voorzien van twee 11,6-liter zescilinder (bi- en tri-) turbodiesels met meer dan 1.200 pk en een top van bijna 250 km/h.

Mercedes A190 Twin (1998)

AMG bouwde eind jaren 90 een handjevol A190 Twins met twee 1,9-liter viercilinders. Daarvan was de tweede (die ook gedeactiveerd kon worden) onder de vloer van de bagageruimte gefrommeld. De 250 pk sterke ‘A38’ was goed voor een 0-100-tijd van 5,7 seconden en een top van 230 km/h.

Mini Twini (1963)

Na de Mini Moke werd het twin engine-concept overgeheveld naar de ‘gewone’ Mini. In 1963 verscheen de 180 pk sterke, vierwielaangedreven ‘Twini’ of ‘Twinny Minny’ aan de start van de Targa Florio. Het bleek geen succes (te zwaar, slechte koeling) en het project werd gestaakt nadat John Cooper zich bijna dood reed in een Twini.

Saab 93 Monstret (1959)

Van een eigenwijs merk als Saab kun je eigenzinnige experimenten verwachten. Met zijn twee dwars voorin geplaatste driecilinder tweetaktmotoren was dit ‘Monster’ goed voor 140 pk en een topsnelheid van 196 km/h. De reglementen verhinderden dat deze brute 93 ooit een officiële wedstrijd reed.

Citroën 2CV Sahara (1958)

Net als de Cadillac voorzien van twee contactsleutels. In dit geval om één (voorwielaandrijving) of twee (4WD) luchtgekoelde tweepitters te activeren. Met een productieaantal van bijna 700 de succesvolste ‘bimotore’ uit dit rijtje.

Lezersreacties (41)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.