Designreview BMW 7-serie: 'ode aan maatschappelijke trend van woede en agressie'
Niels van Roij vindt nieuw topmodel mijlen ver afstaan van voorgangers
De jongste BMW 7-serie maakt zoals elke nieuwe BMW de tongen los. Ontwerper Niels van Roij neemt in deze aflevering van zijn designreview het topmodel onder handen. Zowel de buitenkant als het interieur moeten eraan geloven.
Axel Enthoven, groot industrieel vormgever in alle mogelijke interpretaties van die definitie, was hoofddocent op Design Academy Eindhoven ten studententijden van de auteur. Bij de kennismaking bulderde hij richting designstudenten: “Over smaak valt wél te twisten!”
Acquired taste en autodesign
Hij doelde op het leren, kennen en begrijpen van vorm van betekenisvol ontwerp. Die kennismaking is even complex en confronterend als het drinken van het eerste biertje voor een kind dat jaren Fristi-met-een-rietje als buitengewoon appetijtelijke traktatie beschouwde. Drank leren we vaak pas op leeftijd waarderen en begrijpen, geholpen door cultuur en opvoeding die per sekse, leeftijd en geografische locatie kan verschillen. De Engelsen noemen het fraai acquired taste. Verworven smaak, pas genoten na substantiële blootstelling aan het onderwerp. Het beschouwen van autodesign werkt net zo.
Basisprincipes autodesign
Autodesign als theorie is tevens een nieuwe taal. Een die men dient te leren lezen en interpreteren, evenals de sculptuur die een auto is. Zoals het waarderen van Trappistenbier ontstaat die vaardigheid pas na repetitie. Een aantal basisprincipes van die autodesigntaal hebben we onlangs geïllustreerd in een drieluik.
De proporties, surfacing en jewellery van een auto moeten worden getoetst aan het vormenspectrum en de merkgeschiedenis in kwestie: wat zien we, waarom zien we dat en is dat contextueel correct uitgevoerd? Het betreft de beoordeling van de strategie, het concept en uitvoering van de desbetreffende autodesigntaal. Met gebruikmaking van deze multi-gefacetteerde aanpak ontgroeit een discussie over automotive design borrelpraat.
Dan de veelbesproken nieuwe 7-serie. Opnieuw een visueel uitdagende BMW na de 8-, 3- en 4-reeks. Een die, op zijn minst, mijlen ver afstaat van de klassieke schoonheidsidealen van evenwichtige proporties en ranke carrosserie-finesses die we leerden waarderen vanuit vele voorgaande 7-series. Onprettige proporties zien we ook bij de nieuwe Z4, iX en zelfs 3- en 4-serie. Het algehele gebrek aan gratie en de aanwezigheid van abjecte lelijkheid zijn klaarblijkelijk aspecten die als de nieuwe BMW status quo moeten worden beschouwd. Ooit was de 7-serie de meest atletische en dynamische van alle luxe sedans, nu zien we een massief lichaam dat haast de uitstraling van een zwaar gepantserd voertuig heeft. Zelfs de Hofmeister-knik (de voorwaartse hoek nabij de basis van de achterste ruit) geassocieerd met alle belangrijke BMW's uit het rijke merkverleden, werd even argeloos als gewetenloos bij het grofvuil gezet. Gaat binnenkort de blauw-witte roundel eraan?
Uitgesproken statement
Dat de nieuwe 7-serie een uitgesproken statement is moge duidelijk zijn. Het hoge volume van de betekenisloze boodschap is echter nodeloos en irrelevant bovendien, als een merkwaardige ode aan de huidige maatschappelijke tendens van woede en agressie.
De nieuwe BMW 7-serie heeft een gigantsche uitklapmonitor achterin.
Vanbinnen treffen we displays op het dashboard en zelfs, beroerd geïntegreerd, in de achterdeurpanelen aan. De werkelijk enorme uitklapmonitor voor de achterbankpassagiers laat zich theatraal uit de hemelbekleding zakken en is een curieuze blikvanger. Werd er ooit een groter, breder scherm achterin een auto gemonteerd? Het geheel doet vermoeden dat niet het comfort van de gebruiker maar de Instagramable-ness van de auto prioriteit was. Look at me!
Werkelijke noviteiten zien we niet. Een contrast met de tijden van Chris Bangle, die onder meer de i-Drive introduceerde: de human-machine-interface-innovatie, de gebruiksomgeving van interactie tussen mensen en machine. In plaats van 100 knoppen op het dashboard een ronde muisknop op het middenconsole, gekoppeld aan een scherm in het dashboard. Vanzelfsprekend werd de i-Drive verguisd: hij was immers sterk vernieuwend en niet perfect genoeg voor vastgeroeste persfiguren en dito oudere klanten. Twintig jaar na dato heeft menig luxobarge een uitgebreid infotainmentsysteem aan boord met feitelijk een doorontwikkelde variant van de BMW-novelty.
Grote scherms zijn wetenschappelijk bewezen ergonomisch rampzalig.
Sprankje vindingrijkheid: kristallen siertrip!
Is er dan geen spránkje meer over van de vindingrijkheid waarvan we BMW ooit kenden? Nou, de interactieve kristallen sierstrip over het dashboard is tamelijk interessant. Het betreft een originele poging om het touchscreen te ontwikkelen tot een meer decoratief, geïntegreerd en bovendien haptisch onderdeel van het interieur. De alsmaar groeiende platvierkante touchscreens worden veelal als tumor op weloverwogen en precies geboetseerde dashboardvormen geplempt en zijn wetenschappelijk bewezen ergonomisch rampzalige vervangers van fysieke knoppen.
Hoe de BMW Interaction Bar werkt is enkel in de praktijk vast te stellen, maar als een poging om een nieuw facet van human-machine-interface tot stand te brengen is hij oneindig veel inventiever dan de banale cocktail van opdringerige 'sfeerverlichting'' en bezopen Hyperscreens die we bij concurrent Mercedes-Benz, ooit de ster van ergonomische oplossingen, aantreffen. Over smaak valt wél te twisten!