De Taiwanese verdwijntruc van Yue Loong: geen spoor meer van de Feeling

Yue Loong
Yue Loong Yue Loong FeelingYue Loong Yue Loong Yue Loong Yue Loong

Begin jaren 90 verschijnt het Taiwanese Yue Loong op de Nederlandse markt. Maar nog sneller dan het merk is gekomen is het ook weer verdwenen, inclusief alle verkochte auto’s. Zonder een spoor achter te laten is Yue Loong weg. Wat is er gebeurd?

Begin 1993 verdwijnen er plotseling twee automerken van de Nederlandse markt: Yugo en Yue Loong. Als gevolg van een recessie of mismanagement sluit er wel vaker een autofabriek. Maar dit keer is het anders. Zowel Zastava (het moederbedrijf van Yugo) als Yue Loong blijft namelijk gewoon auto’s bouwen. Alleen komen die auto’s nu niet meer onze kant uit. Als gevolg van de Servische rol in de Balkanoorlog heeft de Europese Unie een boycot uitgevaardigd op Servische producten. De Zastava-fabriek staat in het Servische Kragujevac waardoor er voor Yugo Nederland BV weinig anders rest dan het licht uit te doen. Ook de aanvoer van reserve-onderdelen komt droog te vallen. Waar mogelijk worden de Yugo’s in Nederland nog rijdend gehouden met universele vervangingsonderdelen, maar uiteindelijk verdwijnen ze langzaam uit het straatbeeld.

Hoe anders is het met de Yue Loongs, die verdwijnen juist alsof een grote hand ze in één keer heeft weggeveegd, allemaal. Tegelijkertijd is er van de ene op de andere dag nergens meer een dealerbedrijf te vinden. Dat is best opmerkelijk. Het is dat we de foto’s nog hebben, maar anders zou je je kunnen afvragen of het merk hier wel echt heeft bestaan. Hoe zit dit? Verantwoordelijke voor de grote verdwijntruc van de Yue Loongs is Geert Vermeer. Althans, hij is in 1993 directeur bij Eurimpo BV, destijds de Nederlandse vertegenwoordiging van het Taiwanese merk. Samen met Vermeer -  ruim een jaar geleden afgetreden als voorzitter van het DAF Museum - kijken we terug naar wat er toen is gebeurd. 

Grote ambities van importeur Abemy Group

De Abemy Group heeft al eerder met succes Datsun en Seat naar Nederland gehaald en timmert begin jaren 90 flink aan de weg met Mitsubishi en Hyundai. Een derde merk uit Verre Oosten lijkt het handelshuis een mooie aanvulling van het portfolio. Niet alleen voor de Nederlandse markt, bij de Abemy Group kijken ze dit keer breder. Er is de ambitie om Yue Loong in meerdere landen te introduceren. Eerst Nederland, dat is tenslotte de thuismarkt van de groep, maar aansluitend ook verder Europa in. Zodoende volgt de oprichting van een werkmaatschappij met de weinig aan de verbeelding overlatende naam Eurimpo. Yue Loong heeft nu voet aan wal in Europa en de Abemy Group heeft er een merk bij. 

Niets lijkt in 1991 aan het toeval overgelaten. Al in februari schittert de Feeling op de AutoRAI. Vervolgens wordt er gerept over een netwerk met zo’n veertig dealers (in werkelijkheid 26, red.), en dat moeten er een jaar later zelfs zestig worden. De auto maakt op grootse wijze in het Aviodome op Schiphol zijn opwachting. Het plan is om de Feeling in 1992 ook op de Belgische markt te lanceren en voor 1993 staat Duitsland op de planning. Ondertussen ontvangen media ronkende persberichten, waarin de auto wordt omschreven als ‘een met smaak gestileerde, technisch hoogstaande en compleet uitgeruste middenklasser, die zijn kopers veel veilig rijplezier zal bezorgen’. Bij Eurimpo willen ze het met de Feeling opnemen tegen onder meer de Opel Vectra, de Volkswagen Passat, de Mazda 626 en de Nissan Primera. En wel met een ‘aantrekkelijk prijkaartje dat begint rond de 30.000 gulden’. Het streven is om binnen twee jaar een marktaandeel in de Benelux te veroveren van een half procent, en om die ambitie kracht bij te zetten in het eerste jaar 1.000 tot 1.200 auto’s in Nederland te verkopen. 

Nadat we eind 1991 de eerste kilometers met de Yue Loong maken schrijven we in AutoWeek dat de Feeling een gedateerde indruk maakt en dat hij het op de Nederlandse markt niet makkelijk zal krijgen. De verwachte basisprijs van zo’n 30 mille vinden we te hoog voor het gebodene. Dat de auto destijds al gedateerd op ons overkomt is niet heel erg verrassend, hij leunt technisch op de Datsun Stanza uit 1981 en de Feeling is in Taiwan al bijna zes jaar op de markt.

Vroegtijdig einde

Alle grote ambities ten spijt lukt het niet om de hooggespannen verwachtingen waar te maken. De concurrentie is moordend en de Feeling biedt bepaald niet wat je bij zijn stevige prijs mag verwachten. Zelfs een drastische prijsverlaging in mei 1992 – van 28.745 naar 24.995 gulden – is niet genoeg om het tij te keren. In ruim een jaar tijd zet Yue Loong slechts 130 Feelings nieuw op kenteken. Bij Eurimpo – waar inmiddels Geert Vermeer aan het roer staat – zien ze het met lede ogen aan. Het toekomstperspectief is niet veel beter. Vermeer: “We kregen problemen met nieuwe Europese emissie-eisen. De Feeling met zijn inmiddels verouderde techniek uit de Datsun Stanza was voorzien van een carburatiemotor. Van een injectiesysteem waarmee je binnen de normen kon blijven was geen sprake. Ze waren in Taiwan helemaal niet bezig met wat er hier speelde. Het had voor ons dan ook geen zin meer om te blijven investeren, terwijl we wisten dat we na de invoering van de nieuwe uitstootnormen geen nieuwe auto’s meer mochten leveren”.
De strengere uitstootregels zijn niet de enige reden waarom ze zich bij Eurimpo achter de oren krabben of ze met Yue Loong verder moeten. “Er was ook onzekerheid over het voortbestaan van Yue Loong. Blijft het wel zelfstandig? En inderdaad, het is in andere handen gekomen en heeft een nieuwe naam gekregen. Al met al waren dat de voornaamste redenen om de stekker er uit te trekken. Tja, en de positionering van de auto klopte natuurlijk niet. Als de auto toen voor een kleine 20.000 gulden was aangeboden was het wellicht een heel ander verhaal geweest”.

Omgekeerde marketing

Je kunt er als importeur mee stoppen en overgaan tot de orde van de dag. Een recent voorbeeld kennen we van Daihatsu. Eurimpo kiest een compleet andere aanpak. Vermeer: “Het ging ons ook om het imago. Voor Yue Loong maakte dat niet uit, maar wel voor de Abemy Group. We stelden onszelf de vraag: Hoe kun je het merk van de markt halen zonder schade te berokkenen? Verplaats je in de situatie van de klant, want je zult maar net zo’n auto hebben gekocht. Onze oplossing was om alle verkochte auto’s terug te kopen. Maar ja, we zaten wel met klanten die eerst al aan hun familie moesten uitleggen waarom ze zo’n Yue Loong hadden gekocht. Toen ze hem een half jaar hadden konden ze vervolgens weer uitleggen waarom ze hem moesten inleveren. Daarnaast waren er de dealers. Daar haalden we een stuk broodwinning bij weg terwijl ik kort daarvoor als directeur nog een aantal vestigingen feestelijk mocht openen. Ondertussen hadden we er binnen de Abemy Group een nieuw merk bij: FSO. Het was onze eer om het op een nette manier af te handelen. In feite was het een vorm van omgekeerde marketing.”

Eurimpo koopt alle Yue Loongs op. Krijgen de mensen hun geld volledig terug, of wordt er een stukje afschrijving in mindering gebracht? De eigenaren hebben er per slot van rekening een half of wellicht zelfs een heel jaar mee gereden. Hoe gaat zo’n proces? “We hadden het voordeel dat we het binnen de Abemy Group konden houden: we konden een andere auto aanbieden. ‘Lever je Yue Loong in en je kunt er een ander merk van de groep voor terugkrijgen’. In veel gevallen was dat een Hyundai, een Pony of een Lantra. Soms ook een Mitsubishi Colt. Maar de voorkeur ging toch vaak – omdat het merk in hetzelfde segment zat – uit naar de Hyundais. Dat heeft heel veel goodwill gecreëerd. Men kreeg er een auto voor terug die zeker niet slechter was. Zeker in die tijd, qua imago. Yue Loong was wat dat betreft toch een beetje een moeilijk merk. We zijn uitgegaan van de volledige nieuwprijs. Niet van: hij is al een half jaar oud en heeft 20.000 km gereden. Daarover was geen discussie. Nee, het ging gewoon van: ‘Je levert hem in. Wat heeft-ie gekost? 28.000 gulden? Zoek maar wat anders uit voor 28.000 gulden!’ We moesten wel met alle klanten individueel in gesprek, en ik ben zelfs bij mensen thuis geweest, maar het ging vaak via dealers. Want die dealer wilde de klant wel graag houden. Alleen hoe? Met welke auto? Met welk merk? Hyundai timmerde destijds al flink aan de weg, was al een grotere speler en had een flinke voorraad. We ging namelijk zoveel mogelijk uit van voorraadauto’s. Maar je kon niet altijd aan alle wensen voldoen. Het heeft hier en daar wel eens wat discussie opgeleverd, maar eigenlijk … en daar ben ik best trots op, hoewel het best lang geleden is allemaal … dat we het zonder veel ellende en schade hebben weten rond te breien. Al was het wel een helse klus. Het is trouwens ook in overleg gegaan met Taiwan. Zij hebben financieel een stuk bijgedragen. Maar dat neemt niet weg dat het de Abemy Group heel veel geld heeft gekost. Maar dat was het waard, wanneer je het niet goed oplost had het waarschijnlijk nog heel veel meer geld gekost. Het was een kort maar prijzig avontuur: op de AutoRAI in 1991 is het merk geïntroduceerd en op de eerst volgende AutoRAI is het weer van de markt gehaald. We hebben in 1993 ook veel Yue Loong-rijders op de RAI uitgenodigd om te praten. Die konden daar meteen naar een Hyundai kijken.”

Export naar landen waar katalysator minder noodzakelijk was

Zijn al die ingeleverde Yue Loongs allemaal door de shredder gegaan? Of op de boot gezet naar Afrika? Wat is er met die 130 auto’s gebeurd? “Nou, het waren niet alleen die 130 auto’s, het was nog erger. We hadden in Rotterdam nog een hele voorraad staan”, bekent Vermeer. “Dat waren ook nog eens zo’n 200 auto’s. Alles bij elkaar dus best een flinke hoeveelheid. Die zijn allemaal naar andere landen gegaan. Laten we zeggen, landen waar een katalysator wat minder noodzakelijk was.” Eurimpo wordt van importeur plotsklaps exporteur. We denken onmiddellijk aan Afrika, maar een speurneus heeft op een Russisch forum een witte Feeling gevonden, met een Russisch kenteken. Na inzoomen blijkt de auto voorzien van een Nederlandse dealersticker: de firma Weesepoel uit Stedum. Uiteindelijk is er één Feeling niet teruggekomen. Die staat tot 1 oktober in het DAF Museum, op de tentoonstelling ‘Blik op de Weg in de 90’er jaren’.

It’s a Feeling

De Taiwanese auto-industrie bestaat voornamelijk uit producenten van (lichte) bedrijfswagens en assemblagebedrijven waar auto’s van andere Aziatische merken in elkaar gezet worden. Eén van de grootse assembleurs is tegenwoordig de Yulon Motor Company, tot dertig jaar geleden bekend als de Yue Loong Motor Company. In 1960 begint Yue Loong met de assemblage van de Datsun Bluebird en ruim zestig jaar later zetten ze nog steeds Nissans in elkaar, evenals eigen modellen. Op basis van Datsun Stanza-techniek ontwikkelen de Taiwanezen een vijfdeurs hatchback die in 1986 debuteert als de Yue Loong Feeling. In eigen land weet de middenklasser geen potten te breken, na een jaar met tegenvallende verkoopcijfers beginnen ze bij Yue Loong voorzichtig naar het buitenland te kijken. In 1987 staat de Feeling al in Japan op de Tokyo Motor Show en ook Europa lonkt. Het duurt even maar dan ontstaat er ook in het Westen belangstelling, bij de Nederlandse Abemy Group om precies te zijn.

 

Dit artikel is eerder gepubliceerd in AutoWeek Classics 6 2023.

Lezersreacties (30)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.