Car of the Year: vijf opvallende vorige winnaars
Voorgangers van de Yaris
De Toyota Yaris werd deze week uitgeroepen tot Car of the Year 2021. Al sinds 1964 krijgt ieder jaar een andere auto dit predicaat. Tijd om eens te kijken welke opvallende modellen die eer eerder ten deel viel.
Voor de tweede keer in de geschiedenis van de Car of the Year-verkiezingen is de Toyota Yaris uitgeroepen tot winnaar. Dat gebeurde namelijk ook al eens in 2000, bij de eerste generatie. Hoewel vast niet iedereen het had verwacht, is de Yaris natuurlijk geen heel opmerkelijke winnaar. In het verleden kwamen er echter auto's als eerste aan de eindstreep bij COTY waarvan je met terugwerkende kracht wél kunt stellen dat het bijzonder was.
NSU RO 80 (1968)
We gaan gewoon chronologisch te werk en dan is sinds de eerste editie van Car of the Year in 1964 de NSU Ro 80 toch de eerste echt opvallende winnaar. In 1968 wist dit model uit het voormalige West-Duitsland de jury het meest te overtuigen. Niet in de laatste plaats vanwege zijn opvallend gestroomlijnde koetswerk. Voor die tijd was de NSU een uiterst modern ogende auto die op diverse andere vlakken liet zien dat zijn scheppers innovatief te werk waren gegaan. Hét handelsmerk van de Ro 80 was, zoals 'Ro' al aangeeft, zijn rotatiemotor. Die liet zijn 115 pk los op de voorwielen via een drietraps semi-automaat, ook bijzonder voor die tijd. Daarbij had de NSU schijfremmen voor én achter en was-ie knap snel voor zijn klasse. Helaas zat het met de betrouwbaarheid en het verbruik van de wankelmotor niet lekker en ondanks de innovatieve insteek besloot men het later (toen NSU overgegaan was in Audi) wat conventioneler aan te pakken.
Rover SD1 (1977)
De Rover SD1 trad in 1977 in de voetsporen van zijn voorganger, de P6, door Car of the Year te worden. De P6 was de eerste auto die dat predicaat kreeg en 13 jaar later wist Rover de jury dus opnieuw te overtuigen. De SD1, die in het begin enkel een V8 in de neus had en zodoende als 3500 begon, viel direct op met zijn gestroomlijnde, futuristische, Citroën CX-achtige koets, opmerkelijke knipperlichten en avantgardistische interieur. We noemen de CX niet voor niets, want het was duidelijk dat Rover goed over een aantal schuttingen had gekeken voor de SD1. Dat deed er echter niets aan af dat het nieuw een indrukwekkende auto was. Met de nadruk op 'nieuw', want helaas was dit ook nog een Rover uit de tijd dat Britse auto-industrie niet per se een synoniem was voor kwaliteit. Zijn opvolger, de 800-serie, was wat dat betreft mede dankzij samenwerking met Honda een stuk beter, maar ook lang niet zo spraakmakend als de SD1.
Porsche 928 (1978)
Waar de Car of the Year-jury sinds de jaren 90 en vooral de afgelopen 20 jaar vrijwel uitsluitend auto's 'voor de gewone man' als winnaar bekroonde, was dat in de jaren 70 nog wel anders. De spectaculairste winnaar ooit is misschien wel de Porsche 928. Dat was het vooruitstrevendste model van Porsche in decennia. Eigenlijk ging Zuffenhausen pas weer zó buiten de gebaande paden toen het zo'n twintig jaar later met de Cayenne kwam. Een Porsche met een motor voorin, meesturende achterwielen en dan ook nog eens een V8 in plaats van een boxermotor, het was ongekend. Hoewel de bravere en relatief goedkope 924 op dat gebied de 928 al twee jaar vooruit was gesneld. Hoe dan ook: de 928 was bloedsnel, strak gelijnd en zat goed in elkaar. Daar lag het niet aan, maar uiteindelijk stapte Porsche toch weer van het concept van deze ooit als 911-opvolger bedoelde auto af en bleef de 911 met het aloude concept het paradepaardje van het merk.
Chrysler-Simca Horizon (1979)
De auto die toch vooral als Talbot Horizon bekend is maar zijn leven begon als Chrysler-Simca Horizon, is nou niet echt de geschiedenis ingegaan als één van de huzarenstukjes van de auto-industrie. Toch was het deze auto die zich in 1979 de titel toe-eigende. Te midden van alle onrust binnen het bedrijf dat hem voortbracht. De Horizon was het slotstuk voor zowel Chrysler Europe als Simca, want in het jaar dat-ie op de markt verscheen (1978), nam Peugeot de boel over en drukte er de Talbot-naam op. Een tumultueuze geboorte dus, maar de eerste indruk was verre van verkeerd. De juryleden vonden 'm stevig, veilig en comfortabel aanvoelen en bovendien een goede mix van wat je ongeveer kunt zoeken in een auto tegen een prima prijskaartje. Voor de eeuwigheid bleken ze echter niet gemaakt en vanwege zijn moeilijke conceptie en niet echt spraakmakende uiterlijk is de Horizon toch altijd een beetje een buitenbeentje gebleven.
Citroën XM (1990)
15 jaar na zijn illustere voorganger CX sleepte ook de Citroën XM de felbegeerde titel binnen. Eén van de laatste echt grote auto's die tot Car of the Year werden bekroond en zonder meer één van de meer excentrieke. Zowel op technisch als op esthetisch vlak. De XM trok de vooruitstrevende lijn van de DS en CX door de jaren 90 in. Opnieuw met techniek die er een erg fijne auto van maakte, maar tegelijkertijd ook erg kwetsbaar. In 1990 koos de jury vrijwel unaniem voor de XM als winnaar. Het van Bertone afkomstige lijnenspel en de jongste versie van Citroëns hydropneumatische veersysteem, Hydractive, gooiden hoge ogen. Vooral dat laatste, in combinatie met de 3.0 V6, maakte er volgens de jury een fenomenaal rijdende auto van. Helaas zorgden vooral elektronische problemen in het begin van de levensloop van de XM voor een problematische start. Opnieuw bleek een grote Franse limousine niet zonder gebreken en na de XM durfde Citroën het dan ook een tijdje niet meer aan in dat segment. De XM is nog immer Citroëns recentste Auto van het Jaar.
Lees ook
Toyota Yaris is de Auto van het Jaar 2021
