Bovag 90 jaar
Van afvalligen tot branchevereniging
Negentig kaarsjes uitblazen is bepaald geen makkie, maar met een mondkapje op is het helemaal een klus. Toch gebeurt dat vandaag in het Utrechtse Bunnik, ter ere van het feit dat op 6 mei 1930 de Bovag werd opgericht. Een mooie reden om terug te blikken op een bewogen verleden.
Met Moederdag in aantocht zou het zomaar kunnen zijn dat je dezer dagen op gepaste afstand binnenwandelt bij parfumerie Douglas op de Utrechtse Vredenburg voor het obligate lekkere luchtje. Weet dan dat je een stukje automobiele historie betreedt, want dit mooie pand was ooit Hotel Noord Brabant. Om vijf uur in de middag van dinsdag 6 mei 1930 is daar een groepje automobielhandelaren bijeen om zich af te splitsen van de RAI, door hun eigen belangenvereniging op te richten. Tot op dat moment waren de detailhandelaren in de autobranche een onderdeel van die RAI, met weliswaar een bestuurszetel, maar zonder stemrecht. Dat leidde in toenemende mate tot onvrede en nu de afdeling ook nog eens heeft gebotst met de bandentak, is de maat vol voor voorzitter Gerard Boon, Ford-dealer te Leiden.
De vergadering in Utrecht verloopt voorspoedig en zo wordt de Bond van Automobielhandelaren en Garagehouders, kortweg Bovag, geboren. Boon wordt gekozen tot voorzitter van de kersverse vereniging met zo'n veertig leden. Nog datzelfde jaar verwerft de Bovag koninklijke goedkeuring.
Het betekent een aardschok in de prille automobielwereld van ons land. Tot dusverre hadden de importeurs en dealers van de RAI namelijk exclusiviteit jegens elkaar, maar omdat RAI de Bovag niet erkent, verbiedt het RAI-bestuur zijn leden zaken te doen met wat ze de 'niet-leden' noemen. Ook het blad De Autohandel van de dealertak van de RAI wordt geboycot, voor de Bovag weer aanleiding om hun eigen titel op te zetten: Het Automobielbedrijf, met als redacteur Geerlig Riemer, die het die dagen al behoorlijk druk heeft met het opleiden van een select groepje jonge mensen voor de autobranche, wat uiteindelijk zal uitgroeien tot de IVA in Driebergen.
Nog datzelfde jaar groeit het aantal leden van de Bovag door naar 745. Midden jaren dertig komen Bovag en RAI elkaar weer nader en wordt er een gezamenlijke arbitragecommissie ingesteld. In 1940 zet de Bovag een actie op om de door het eerste oorlogsgeweld gedupeerde leden er weer bovenop te helpen. De Bond van Motorhandelaren sluit zich aan.
Ook na de oorlog zet de Bovag zich weer in voor getroffen bedrijven, onder meer met gereedschap en ander materiaal uit achtergebleven legervoorraden. In 1948 wordt opleidingsorgaan VAM opgezet, het latere Innovam. Andere wapenfeiten van de Bovag in die naoorlogse jaren zijn onder meer de eerste CAO voor de autobranche, het Instituut Erkenning Rijscholen, de eerste koerslijsten voor gebruikte auto's en - hou je vast - een echt Bovag-lied. Later volgen de eerste occasionshow (1956), een garantieverzekering voor gebruikte auto's, een pechhulpdienst, de voor de oudere lezer vast nog herinneringen oproepende campagne 'Blij dat ik Rij', de nog veel meer beklijvende 'Beun de Haas'-campagne. Ook de invoering van de apk, midden jaren tachtig, houdt de Bovag druk bezig.
In 1989 verhuist de Bovag naar het in 2013 nog grondig gerenoveerde huidige pand langs de A12 bij Bunnik, dat er (wist je dat?) vanuit de lucht uitziet als een steeksleutel. De officiële opening door prins Bernhard, een jaar later, valt mooi samen met het zestigjarig jubileum. Zoals de Bovag ooit zelf begon door een afsplitsing, zo dreigt ook in 1993 weer een splijtzwam. Ditmaal wordt het netter opgelost door de oprichting van drie aparte afdelingen: TDA voor truckbedrijven, ABA voor onafhankelijke garagebedrijven en NDA voor merkdealers.
Tegenwoordig bestaat de brancheorganisatie uit 9.000 ondernemers in de mobiliteit, uiteenlopend van autodealers tot tankstations, en van caravans tot motorrevisie.