'Bereikbaarheid platteland prima dankzij auto, OV onder druk'
Niet zo'n probleem als gedacht
Bewoners van landelijke gebieden in Nederland zijn helemaal niet ontevreden over de bereikbaarheid van voorzieningen. Een belangrijke voorwaarde is dat ze een eigen auto kunnen gebruiken. Het openbaar vervoer op het platteland staat echter onder druk.
Bewoners van het platteland ervaren nauwelijks problemen met de bereikbaarheid van voorzieningen als werk, school en winkels. Dat blijkt uit een rapport van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) dat maandag verschijnt. Terwijl politiek Den Haag volop debatteert over het afkalvende openbaar vervoer in de regio, zegt het overgrote deel van de inwoners niet of nauwelijks bereikbaarheidsproblemen te ervaren. Een belangrijke reden is dat het met de auto allemaal wel prima gaat. Het autobezit in de landelijke gebieden ligt hoog.
Op een schaal van 1 tot 7 belonen plattelandsbewoners hun regio met het cijfer 6 of iets lager, valt te lezen in de studie. Bewoners zijn kortom best tevreden en het verschilt eigenlijk amper van de tevredenheid onder inwoners van stedelijke gebieden. "De verschillen in de beleving zijn veel kleiner dan was verwacht", constateren onderzoekers Peter Jorritsma, Olaf Jonkeren en Lizet Krabbenborg.
Het bezit van een eigen auto zorgt dus voor goede bereikbaarheid in de landelijke gebieden, het openbaar vervoer verdient volgens de onderzoekers mogelijk een andere inrichting. Het vaststellen van een minimumaanbod aan openbaar vervoer zou soelaas kunnen bieden. "Kleinschalig openbaar vervoer, taxi’s en kleine busjes (vervoer op maat) kunnen daarin een rol krijgen naast en in plaats van het reguliere openbaar vervoer.” Verder blijken veel plattelanders in het bezit van een elektrische fiets en kan de aanleg van snelfietsroutes de aansluiting met stedelijke gebieden nog verder verbeteren.