Belastingplan 2024: meer mrb voor lpg, oldtimers en campers

Jawel: op lpg rijden moet volgens deze plannen duurder worden. De korting op de zogenaamde brandstoftoeslag in het geval van een zogenaamde G3-installatie zou per 1 januari 2026 moeten verdwijnen, waardoor ook ‘G3-rijders’ ineens het volledige tarief van de motorrijtuigenbelasting (mrb) gaan betalen. Ter illustratie: met een wagengewicht van tussen de 1.251 tot 1.350 kg stijgt het wegenbelastingtarief dan van €277 naar €407 per kwartaal. Deze wijziging geldt als hij wordt goedgekeurd ook voor auto’s op aardgas.

Campers en paardenvervoer

Op lpg of aardgas rijden is echter niet noodzakelijk om meer geld kwijt te zijn. Zo wil het kabinet de motorrijtuigenbelasting voor campers verhogen. Nu betalen eigenaren van een kampeerauto nog het kwarttarief, vanwege de aanname dat zo’n voertuig slechts een deel van het jaar wordt gebruikt. Het kabinet wil dit verhogen naar een halftarief, waarmee voor deze groep het mrb-bedrag in de praktijk dus verdubbelt.

Eigenaren van een voertuig dat speciaal is gemaakt voor het (hobbymatig) vervoer van paarden zijn nog harder de klos. Zij zouden vanaf 1 januari 2026 niet het kwarttarief, maar het volledige mrb-tarief voor personenauto’s gaan betalen. Dat doet zeer, want zo’n ‘paardenbus’ is doorgaans groot, zwaar en voorzien van een dieselmotor. Als voorbeeld: als je paardentransporter, vaak een Renault Master, zo’n 2.600 kg weegt, betaal je daarvoor in het schitterende Zuid-Holland bij voltarief €915 per kwartaal. €305 per maand dus, voor een voertuig dat in veel gevallen toch slechts sporadisch wordt gebruikt.

Oldtimers

Ook de mrb-vrijstelling voor oldtimers moet wederom worden versoberd, vindt ons demissionaire kabinet. Nadat een eerder plan om die vrijstelling helemaal af te schaffen mislukte, is het voorstel nu om de mrb-vrijstelling te ‘bevriezen’ op het bouwjaar 1988. Auto’s van voor die tijd zouden dus nog mrb-vrij worden, nieuwere auto’s niet meer. Deze maatregel moet ingaan vanaf 1 januari 2028, niet geheel toevallig de datum waarop een auto van vóór 1988 sowieso veertig jaar oud is.

Bpm

Voor nieuwe personenauto’s is het idee dat de bpm maar weer eens wordt verhoogd. Het gaat in dit geval om het vaste, dus niet CO2-gerelateerde deel van de aanschafbelasting, die nieuwe auto’s dan ongeveer €200 duurder zouden maken. Als verdediging van deze maatregel voert het kabinet de inflatie aan, maar die inflatie kan er ook voor zorgen dat dit bedrag tussen nu en de invoerdatum van 1 januari 2025 nog wordt aangepast.

Alle voorstellen moeten nog worden besproken en goedgekeurd door de Eerste en Tweede Kamer, dus voor geen van deze voorstellen is er definitief groen licht.