Achtergrond: Fiat-familie Agnelli (deel 1)

De Kennedy's van de autowereld

familie Agnelli Fiat
stamboom familie Agnelli Fiatfabriek Fiat Corso Dante Turijn 1921Fiat 3,5 HP 1900 Agnellifabriek Fiat Lingotto 1926 chassis 509Henry Ford en Giovanni Agnelli FiatGianni en Giovanni Agnelli Fiat 1940
De Fiat-dynastie Agnelli behoort tot de meest vooraanstaande families uit de Italiaanse geschiedenis en wordt vaak vergeleken met de De' Medici en de Kennedy's. De zoon van een onfortuinlijke dorpsburgemeester stichtte een imperium dat van Turijn het Detroit van Zuid-Europa maakte.

Edoardo Agnelli is in het midden van de negentiende eeuw een man van aanzien in zijn woonplaats Villar Perosa, een kleine stad in de heuvels, zo'n dertig kilometer ten zuidwesten van Turijn. Hij is grootgrondbezitter en als burgemeester heeft hij zijn zaakjes aardig voor elkaar, maar niemand kan op dat moment bevroeden hoe ver zijn nazaten het zullen schoppen, in Italië en ver daarbuiten. Edoardo is geen lang leven gegund; hij overlijdt op zijn veertigste, nadat zijn beide dochters Carolina en Felicita al eerder als kind stierven. Het gezin telt echter ook een zoon, Giovanni, en deze stamhouder heeft een veel fortuinlijker toekomst in het verschiet. Giovanni dient enkele jaren in het leger, iets wat in die tijd in Italië gebruikelijk is voor jongemannen van goede komaf. Na zijn terugkeer in Villar Perosa wordt hij, in navolging van zijn vader, burgemeester van het dorp. Rond die tijd groeit zijn interesse voor de eerste automobielen en als hij de kans krijgt te investeren in die ontluikende industrie, grijpt hij die met beide handen aan.

Zodoende staat hij, samen met acht andere welgestelde enthousiastelingen, in 1899 aan de wieg van de Fabbrica Italiana di Automobili Torino. Aanvankelijk wordt het negental geleid door Ludovico Scarfiotti, onder wiens leiding het merk in 1900 de eerste fabriek opent aan de Corso Dante in Turijn. Daar ziet de 3 ½ CV het levenslicht, wat het begin blijkt te zijn van een successtory. Waar andere fabrikanten uit die tijd opstaan en net zo hard weer tenonder gaan, toont Fiat vrijwel meteen gestage groei. De jaarproductie stijgt van enkele tientallen exemplaren naar meer dan duizend in 1906, het jaar dat Fiat naar de beurs gaat. Algauw krijgen de heren onenigheid over het te voeren beleid. De techneut van het stel trekt zich terug en Agnelli neemt zijn plek als hoofd ingenieur in, om in 1902 CEO van Fiat te worden. Samen met twee andere partners investeert Agnelli flink in het jonge bedrijf. Het jaar 1907 dompelt Italië in een crisis die Agnelli en zijn compagnons het water aan de lippen brengt. Het blijkt de eerste vuurproef, die Fiat glansrijk doorstaat.

Inmiddels heeft Fiat een fabriek in de Verenigde Staten opgezet om de hoge invoerrechten voor Europese auto's daar te omzeilen en algauw geldt een Fiat daar als het veel chiquere (en duurdere) alternatief voor een T-Ford. Giovanni raakt bevriend met zakenman Riccardo Gualino, met wie hij gedurende de Eerste Wereldoorlog grondstoffen uit de Verenigde Staten naar Europa vervoert. Na de oorlog stapt het duo in de financiële dienstverlening, een tak van sport waarin ze onder meer een groot aandeel in de uitgeverij van de krant La Stampa verwerven. In 1920 ontstaat veel onrust in de Italiaanse arbeidersklasse, doordat het socialistische gedachtegoed in opkomst is in Europa. Giovanni Agnelli is voor zijn tijd tamelijk liberaal, maar wanneer een lange staking zijn imperium doet wankelen, begint hij sympathieën te ontwikkelen voor de fascistische overtuiging van Benito Mussolini.

Enkele blokken verwijderd van de Corso Dante verrijst rond dezelfde tijd de Lingotto-fabriek, dan de grootste autofabriek van Europa en tot op de dag van vandaag beroemd vanwege de kombaan op het dak. We schrijven inmiddels midden jaren twintig; Lingotto is de eerste Europese fabriek met lopende band-productie en dat is nodig ook; het merk heeft een binnenlands marktaandeel van bijna negentig procent. Naast auto's produceert Fiat in de glorieuze jaren twintig vrachtwagens, locomotieven en vliegtuigen. Bovendien reduceren ze hun afhankelijkheid door hun eigen staal te maken en electriciteit op te wekken.

Giovanni Agnelli realiseert zich dat hij maatregelen moet nemen om te voorkomen dat het bedrijf uit zijn handen groeit en in 1927 richt hij het Industrial Financial Institute (IFI) op. In deze holding wordt een meerderheid van de Fiat-aandelen ondergebracht en Giovanni en zijn zoon Edoardo bezitten een overgroot meerderheidsaandeel IFI. De jonge boom Fiat begint flinke vruchten af te werpen en Giovanni investeert zijn winst in onder meer een luchtvaartmaatschappij, de betonindustrie, een krant (La Stampa), voetbalclub Juventus, drankfabrikant Cinzano en energiemaatschappij SIP. Al die aandelen worden weer ondergebracht in de IFI.

Zijn groeiende imperium bezorgt de modieuze en charismatische Agnelli in de jaren dertig een ware sterrenstatus. Hij krijgt de symbolische titel senator die hem voor de rest van zijn leven de bijnaam il Senatore oplevert. Giovanni maakt illustere vrienden, maar ook minder fraaie, onder wie Mussolini. De aanstormende fascistische dictator schuwt geen middel om zijn zin te krijgen. Zo laat hij in 1924 een politiek opponent vermoorden en komt hij daar later doodleuk voor uit. Wanneer Ford in Italië auto's wil gaan bouwen, steekt Mussolini daar een stokje voor om de nering van zijn vriend Agnelli veilig te stellen. In 1932 sluit Agnelli zich aan bij Mussolini's Partito Nazionale Fascista (PNF). Desgevraagd laat de familie Agnelli weten dat Giovanni als grootindustrieel weinig keus had.

Hoewel hij er geen moeite mee heeft om niet-Agnelli's in leidinggevende posities toe te laten, houdt il Senatore zelf de voorzittersstoel warm. Hij wil uitsluitend een directe afstammeling als hoofd van de 'familie' en dat sluit zijn schoonzoon Carlo Nasi uit, ondanks diens leeftijd en kwaliteiten. Giovanni's enige zoon Edoardo is de kroonprins en wordt klaargestoomd voor het bekleden van de functie. Vanaf 1922 mag hij zijn managementcapaciteiten oefenen bij Juventus, maar evenwel zal hij de gedroomde plek nooit bekleden. In 1935 raakt zijn watervliegtuig tijdens de landing een ronddrijvende boomstam. Edoardo schiet door de klap naar voren en komt met zijn hoofd in de propeller; hij wordt slechts 43 jaar.

Giovanni loopt richting de zeventig, als hij een nieuwe opvolger zoekt onder zijn kleinzoons. Gelukkig heeft hij vrij ruime keus. Edoardo laat vijf kinderen na, onder wie drie jongens. Bovendien heeft zijn dochter Aniceta met haar man Carlo Nasi ook nog vijf kinderen, waarvan twee jongens. Het is de oudste, naar zijn opa vernoemde zoon van Edoardo, Giovanni (vaak Gianni genoemd), die aan het langste eind trekt, hoewel hij op dat moment pas veertien jaar is. Dat levert wel een probleem op; Edoardo's weduwe Virginia laat geen gras groeien over het graf van haar man; enkele maanden na zijn dood krijgt ze een relatie met schrijver en journalist Curzio Malaparte, die door zijn kritische houding tegenover Mussolini uit de PNF is gezet. Een man als hij mag niet de stiefvader worden van zijn kroonprins en Giovanni begint een juridische procedure om haar de voogdij te ontnemen, waarop Virginia afziet van een huwelijk met Malaparte. Die verbintenis zou toch niet lang hebben geduurd; in 1945 botst Virginia frontaal op een Amerikaanse legertruck, waardoor de aanstormende padre familias op zijn 24e — hij studeert dan rechten — wees is.

Het PNF-lidmaatschap van Agnelli senior legt Fiat geen windeieren in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog. Onder Mussolini verlaten vliegtuigen, tanks en pantserwagens de fabriekspoorten. Als in 1945 de Duitse bezetter is verjaagd, verordonneert de Comitato di Liberazione Nazionale, een conglomeraat van antifascistische politieke partijen die zijn voortgekomen uit het verzet, dat de Agnelli's vanwege hun banden met het Mussolini-regime geen leidinggevende functies meer bij Fiat mogen bekleden. Ook de CEO, Vittorio Valletta met de bijnaam 'il Professore' ondergaat dat lot, maar hij wordt in 1946 alweer teruggehaald als voorzitter van de raad van bestuur. Dat maakt Agnelli senior niet meer mee; hij overlijdt in december 1945.

Valetta weet tijdens zijn aanstellingsperiode het naoorlogse Fiat tot grote hoogte te stuwen, zowel in Italië als daarbuiten. Zo laat hij zich niet afschrikken door de bekoelde verstandhoudingen tussen Oost en West en weet hij in 1966 een overeenkomst met het Sovjetregime te sluiten over de bouw van een autofabriek in de USSR. De nieuwe stad die daartoe aan de oever van de Wolga wordt gesticht, Toljatti, wordt zelfs vernoemd naar de kort daarvoor overleden, veel bejubelde leider van de Italiaanse communistische partij, Palmiro Togliatti.

Terwijl Valetta zorgt dat Fiat van de oorlog herstelt, leidt Gianni het leven van een playboy. De combinatie van Italiaanse charme en zakken vol geld levert hem een indrukwekkend aantal veroveringen op, onder wie Pamela Harriman (ex-schoondochter van Winston Churchill) en Jacqueline Lee Bouvier, de latere Jackie Kennedy. In november 1953 trouwt hij met Marella Caracciolo di Castagneto, maar dat belet hem niet om zijn vertier af en toe elders te zoeken. L'Avvocato (de advocaat, red.) zoals Gianni dankzij zijn juridische titel ook wel wordt genoemd, 'vergadert' buiten de deur met onder meer actrice Anita Ekberg (La Dolce Vita). Dat betekent niet dat hij zijn eigen vrouw geen blik meer waardig gunt; met haar krijgt Gianni twee kinderen, Edoardo (vernoemd naar zijn verongelukte vader) en Margherita.

Lees in deel 2 hoe Agnelli een omstreden deal sluit met de Libiërs en worstelt met zijn opvolging, waardoor een felle machtsstrijd ontstaat.

Dit verhaal verscheen eerder in AutoWeek 18/2017.

PRIVATE LEASE Fiat

Lezersreacties (109)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.