Opel Grandland X - Seat Ateca - Vergelijkende Test

Sinds kort hebben we een Opel Grandland X in de AutoWeek-duurtestvloot. Hij staat er bij als royaal uitgeruste Business Executive met onder de motorkap een 1,2-liter driecilinder benzinemotor. Om een idee te krijgen waar we deze auto moeten plaatsen, zetten we hem naast een andere midi-SUV waarvan de prijslijst begint bij een driecilinder: de Seat Ateca 1.0 EcoTSI. En die staat er keurig bij in z'n Style Business Intense-uitmonstering. Naast het cilinderaantal hebben beide auto's met elkaar gemeen dat ze onderhuids veel delen met de andere midi-SUV's die in de concerns worden gebouwd.

De Grandland X staat op hetzelfde schaalbare platform dat onder meer voor de Peugeot 3008 wordt gebruikt en de Seat is een heel nauwe verwant van bijvoorbeeld de Volkswagen T-Roc en de Skoda Karoq. De Ateca en de Karoq lopen zelfs gebroederlijk van dezelfde productieband in het Tsjechische Kvasiny, net als de Grandland X en de 3008 dat doen in het Franse Sochaux. De Grandland X hebben we met 130 pk en de Ateca met 115 pk, dichter bij elkaar kunnen we de motoren niet krijgen. Het alternatief dat Seat biedt, is een 150 pk 1,4-liter viercilinder, maar dat is in dit geval weer te veel van het goede. Nu hebben we in elk geval in beide auto's een driecilinder. In dit vergelijk worden de extra pk's van de Opel trouwens weer enigszins rechtgetrokken door zijn grotere massa; hij is 90 kg zwaarder dan de Ateca (wat zorgt voor een hoger mrb-tarief). Maar goed, op papier lijken de twee verder behoorlijk aan elkaar gewaagd, wat nog eens wordt onderstreept door de verbruikscijfers die beide fabrikanten voor de auto's opgeven: allebei 1 op 19,2.

BOVEN DE MIDDELMAAT

Beide auto’s beschikken over een fijne, hoge instap en dito zitpositie. Dientengevolge is er ook goed zicht op het verkeer. Daarmee hebben we meteen de sterke punten van het fenomeen SUV te pakken. En verder? Bij beide auto’s zul je in de optielijst tevergeefs naar een derde zitrij zoeken, want die is er niet. Binnen de Volkswagengroep ben je voor een zevenzitter aangewezen op de Volkswagen Tiguan Allspace of de Skoda Kodiaq en bij PSA is dat de Peugeot 5008. Hier gaat het om vijfzitters, die voorin meer dan genoeg bewegingsvrijheid bieden, de Opel nog net iets meer dan de Seat zelfs, ook wanneer je boven de middelmaat uitsteekt.

Achterin is dat anders. Op geen van de twee achterbanken zit je in de knel, maar zo ruim als het voorin is, dat is het op rij twee bij geen van beiden. Met de rolmaat erbij blijk je achter in de Grandland X een paar centimeter meer hoofdruimte te hebben. Alleen door een net even andere zitpositie (iets meer onderuit) blijkt het in de praktijk in de Ateca toch wat beter te gaan. Een wereld van verschil is het niet, maar wie met een stel doorgeschoten pubers op de achterbank op vakantie wil, zal in de Seat minder snel commentaar vanaf die achterbank krijgen. Als het om bagageruimte gaat, neemt de Grandland X vier liter en tien kilogram meer mee dan de Ateca, een verwaarloosbaar verschil. Aardig is wel dat de bodem van de Opel-kofferbak in hoogte kan worden versteld: laag als je echt iedere liter wilt benutten en hoog wanneer je met neergeklapte achterbankleuning een vlakke laadvloer wilt creëren. Seat biedt die mogelijkheid ook, als optie. Verder zijn beide auto’s (al dan niet afhankelijk van het uitrustingsniveau) verkrijgbaar met een voetsensor om de achterklep te openen. Veel gemakkelijker wordt spullen vervoeren niet.

ECHTE KNOPPEN

Waar Peugeot de 3008 de zogenoemde i-Cockpit meegeeft, met het instrumentarium boven het kleine stuurwiel, heeft z’n Opel-evenknie een conventioneel opgezet dashboard. Op dit onderdeel varen de zustermerken elk geheel hun eigen koers. En dat is wel zo prettig. Het Peugeot-minimalisme is (nog) niet in Rüsselsheim geland. De bediening van de Crossland X doet veel meer denken aan wat we kennen van bijvoorbeeld de Opel Insignia. Je kunt de airconditioning nog gewoon met fysieke toetsen regelen en bent daarvoor niet, zoals bij Peugeot, aangewezen op een (niet altijd even prettig werkend) multimediasysteem waarbij je je een weg moet banen door menustructuren. Wanneer je dan toch per se een stukje Peugeot in de Opel wilt vinden, kom je eigenlijk niet veel verder dan de knoppen voor de elektrische raambediening en spiegelverstelling in de portieren.Opel heeft alle bedieningsorganen logisch gegroepeerd en daar geplaatst waar je ze verwacht.

Bij Seat varen ze qua bediening min of meer dezelfde overzichtelijke koers als bij Opel, wat onder meer betekent dat je ook in de Ateca het klimaat regelt met echte knoppen. De logica en structuur van het Seat-multimediasysteem kennen we ook van andere merken uit de Volkswagengroep, daar is weinig mee mis en het komt in grote lijnen ook overeen met dat wat Opel levert; zijn vlot reagerende en niet al te moeilijk te doorgronden systeem. En om het makkelijk te houden: het Seat-scherm wordt geflankeerd door toetsen waarmee je de hoofdfuncties selecteert. Opel is op een vergelijkbare wijze aan de slag gegaan, alleen zitten die toetsen in deze auto niet naast het scherm, maar daar lekker overzichtelijk onder. Goed af te lezen zijn ook de instrumentaria en net als in de Grandland X zien we in de Ateca twee grote analoge klokken (een toerenteller en een snelheidsmeter) plus een brandstofmeter, een koelwatertemperatuurmeter en een boordcomputer.

De vormgeving is net even anders, maar aan duidelijkheid laat het in beide gevallen niets te wensen over. Over de verdere vormgeving van het interieur hebben Opel en Seat elk hun eigen ideeen. Bij de Ateca is het strak en zakelijk, op het saaie af, terwijl Opel het met rondere vormen wat sierlijker heeft gemaakt. En wanneer we toch alles onder de loep nemen: de materialen in de Opel Grandland X voelen prettiger aan dan die in de Seat Ateca. Er zit geen hele kwaliteitsklasse tussen, maar wanneer je er een paar jaar tegenaan wilt kijken, kan dat wellicht net het verschil maken om voor een bepaalde aquto te kiezen. Overigens biedt Seat (meer nog dan Opel) wel genoeg mogelijkheden om het interieur naar eigen smaak in te kleuren en aan te kleden.

ZONDER WANKLANKEN

Opel beschikt over een prima 1,0-liter driecilinder benzinemotor. We kennen hem met 105 pk uit de Astra en een 115 pkvariant van die motor monteert Opel in de Adam (en tot voor kort ook in de Corsa). Voor de Grandland X wordt echter een compleet andere driecilinder als instapmotorisering gebruikt. Binnen het PSAconcern waartoe Opel tegenwoordig behoort, is er namelijk ook een potentere driepitter beschikbaar, de 1,2-liter PureTech, en die heeft met z’n 130 pk net even wat meer potentieel voor een stevige middenklasser. Dat heeft die motor inmiddels bewezen, onder meer in de 3008 en 5008. Deze keuze past ook helemaal in de nieuwe PSA-strategie om binnen een paar jaar uit te komen op nog maar vier motorenfamilies (inclusief diesels) voor het hele concern. De 130 pk-versie in de Grandland X doet goed z’n best en doet dat dan ook nog eens zonder wanklanken. Over een prettig breed toerengebied levert-ie meer dan genoeg trekkracht. Hierdoor is schakelen niet altijd direct nodig. Met een blik op de specificatielijstjes moet de Seat-motor zijn meerdere erkennen in die van de Opel. In de praktijk valt dat overigens reuze mee.

De 1.0 EcoTSI doet minstens zo makkelijk z’n werk, hij heeft geen enkele moeite om de Ateca te versnellen en daarbij draait de Seat-motor net even wat rustiger, alsof-ie beter in balans is (of beter in z’n rubbers hangt). Het gaat hierbij echter om details, de verschillen zijn minimaal. En dat geldt net zo goed voor het bedienen van de versnellingsbak, wat bij de Ateca fractioneel strakker gaat, zeker niet wereldschokkend. Bij 130 km/h draaien de motoren hun rondjes met hetzelfde toerental: een comfortabele 2.800 omwentelingen per minuut. Wie liever niet zelf schakelt: in combinatie met de 130 pk driecilinder is de Grandland X ook verkrijgbaar met een achttraps automaat, bij de Ateca ben je voor een automatische transmissie aangewezen op de 1,4-liter viercilinder.

ALLEMANSVRIENDEN

Net als onder de motorkap ontlopen de auto’s elkaar ook qua onderstel minimaal. De verschillen zijn niet heel groot, wat dat betreft houden de fabrikanten elkaar scherp in de gaten. Te eigenwijs gedrag kunnen ze zich in deze volumemarkt niet veroorloven. De verschillen die er zijn, zijn hoofdzakelijk nuances, maar … ze zijn er wel. Het Opel-onderstel is de soepelere van de twee. Die souplesse resulteert in meer beweging in de koets, je zou het onrust kunnen noemen. Op de wegligging heeft het verder weinig invloed, mooi stabiel gaat de auto over het asfalt en keurig neutraal gaat-ie de bocht om. Het Seat-onderstel laat een iets meer uitgebalanceerde indruk achter. Zonder oncomfortabel te worden, voelt het net even wat steviger aan. Ook lichtvoetiger. Nu is dat laatste niet helemaal verwonderlijk, de Ateca is ook daadwerkelijk lichter. Maar verwacht geen Spaans temperament, want dat is hem vreemd. De besturing maakt een enigszins afstandelijke indruk, hetzelfde wat we ook bij de Opel zien. Het onderstel hoeft natuurlijk ook geen waanzinnige aandrijfkrachten te kanaliseren, allemansvrienden als het zijn.

OUDE OF NIEUWE CO2

De prijslijst van de Grandland X begint bij € 31.549, althans de prijslijst zoals die geldt vanaf 16 juli dit jaar. Opel heeft ook nog een voorraadprijslijst (per 4 mei) en daarin vind je de auto met gelijke uitrusting al vanaf € 30.799. Het verschil zit hem voor een deel in de bpm en dat heeft weer te maken met de CO2-uitstoot. Fysiek is er aan de auto niets veranderd, maar met de nieuwe regels op basis van de WLTP-meetmethode komt de CO2-uitstoot een paar gram per kilometer hoger uit. In geval van de Grandland X 1.2 Turbo was de uitstoot in eerste instantie 117 gram CO2 per kilometer en met de WLTP is dat nu 120 g/km. Opel heeft nog auto’s op voorraad waarbij de CO2-uitstoot volgens de oude meetcyclus (de NEDC) is gemeten en heeft daar een speciale prijslijst voor gemaakt — zolang de voorraad strekt.

Seat heeft zo’n lijst met voorraadauto’s niet, doch alleen de gewone lijst met de prijzen per 16 april. Volgens deze lijst heb je de Ateca met de 1.0 EcoTSI al vanaf € 27.700, een verschil van bijna 14 procent met de basisversie van de Grandland X. Leggen we de uitrustingsstaatjes van die twee basisversies naast elkaar, dan blijkt de Opel completer te zijn, die beschikt standaard bijvoorbeeld wél over cruisecontrol met snelheidsbegrenzer, parkeersensoren, verkeersbordherkenning, usb-aansluitingen en Apple CarPlay-ondersteuning. Seat kan deze voorzieningen ook leveren, maar dan verdwijnt het prijsvoordeel. Het is dus een kwestie van je eigen wensen in kaart brengen, en getuige de lange lijst met uitrustingsniveaus, pakketten en losse opties bieden beide merken je de gelegenheid die te bevredigen.

Ook als het gaat om veiligheidsvoorzieningen lopen de auto’s redelijk bij elkaar in de pas. Standaard krijgt zowel de Opel als de Seat de meest gangbare systemen mee, maar er zijn verschillen. De Ateca beschikt al vanaf de basisversie over vermoeidheidsherkenning, bij de Grandland X is dat op het instapmodel alleen als onderdeel van een pakket te bestellen, hetzelfde pakket waarin ook een rijbaanassistent en een noodstopsysteem met voetgangersherkenning zit. Opel geeft daarentegen juist standaard verkeersbordherkenning mee op alle versies, iets wat bij Seat in een pakket is ondergebracht, samen met een rijbaanassistent, adaptieve cruisecontrol en grootlichtassistentie. In beide gevallen gaat het om pakketten met louter veiligheidsvoorzieningen, het is dus niet zo dat je er ook leren bekleding of een uitgebreid audiosysteem bij moet aanschaffen.