Petjesbus
Ik verbaas me steeds vaker over het fanatisme waarmee Volkswagen Transporter-rijders hun besteller optuigen.
Van matbruin gewrapte exemplaren, al dan niet in combinatie met joekels van wielen eronder, aangepaste grilles en bumpers tot bussen met The-A-Team-achtige striping en vier uitlaateindstukken, ik heb het allemaal al voorbij zien komen.
Een fenomeen dat bij bedrijfswagens van andere merken minder vaak voorkomt. Kom je dan een keer een verbouwde bus met een ander logo tegen, dan is het een Mercedes Vito.
Optische tuning, motoren met meer vermogen, het is niet het eerste waaraan je denkt bij auto's die in eerste instantie bedoeld zijn voor het vervoer van spullen van A naar B. Metselgereedschap en zakken cement erin, palletje erbij, dat soort werk en gaan, zou je denken.
Ik verdenk veel Transporter-bestuurders er zelfs van dat ze hun passagiers verbieden met bemodderde schoenen in te stappen, laat staan dat ze anderen toestaan de 's ochtends vroeg gesmeerde bammetjes op te peuzelen aan boord van hun T5.
Wat is dat toch met de VW Transporter? Zijn de mannen die in dergelijke dikke petjesbussen rondrijden dezelfde personen die ook van aangepaste Golfjes houden ? De T4 kon je zelfs met VR6 krijgen, dus een link is er zeker. Een ding weet ik wel, doemt deze Transporter ooit op in mijn binnenspiegel, ga ik direct aan de kant!

Stephan Vermeulen
Coördinator Tests
Na 20 jaar bij AutoWeek zo’n beetje alles wel gedaan en meegemaakt. Sinds 2012 chef redactie maar streeft er nog altijd naar om tien procent van zijn werk te laten bestaan uit bezigheden met auto’s zelf. Da’s tenslotte toch de reden dat -ie dit werk is gaan doen. Passie voor auto’s van kleins af aan, spelde op zijn twaalfde testjaarboeken, kocht de eerste AutoWeek een paar dagen voor zijn dertiende verjaardag van zijn zakgeld. Jawel, dat ene nummer dat in januari 1990 voor een gulden in de winkel lag. De oorzaak van dat velen nog denken dat AutoWeek de eerste jaren altijd een gulden kostte, maar op de tweede stond toch echt een prijs van Hfl. 1,95! Dat hij twaalf jaar later zelf in dienst zou treden bij het autoblad had hij nooit gedacht. Na de middelbare school bracht de opleiding HEAO-economisch linguistisch, zeg maar een soort CE met extra aandacht voor vreemde talen, hem bij de BMW-importeur, en later die van Opel. Een carrière in de autobranche was het beoogde pad, maar het liep anders. Eind 1999 zocht een journalistiek bureau een autoredacteur, en zo kwam hij terecht in de autojournalistiek. Iets meer dan twee jaar later was daar de overstap naar AutoWeek. Tests, nieuws, bijdrages aan de occasionrubriek en een jaar later ook in bezit van een racelicentie. Twintig jaar bij een werkgever, het is iets dat niet meer van deze tijd lijkt maar sowieso is het werk door de jaren heen zo vaak veranderd dat je bijna geen jaar hetzelfde doet qua werk. En de veranderingen in autoland gaan momenteel sneller dan ooit, dus ook dat maakt de werkzaamheden anders. Sinds 2021 naast chef redactie ook coordinator online.