Rij-impressie Audi TT RS
Ambitieuze plannen
63 reacties
Video
Helaas kunnen wij deze video niet weergeven, omdat je niet akkoord bent gegaan met de
cookie voorwaarden.
Onze video speler heeft rechten nodig voor de "Social Media".
Wijzig je cookie instellingen
Ooit maakte Audi in de oer-Quattro furore met machtige vijfcilinders. Daarna was het jarenlang stil rond de vijfpitters, maar met de TT RS, de meest potente TT, is het geweld volop terug. We reden het rode monster op het circuit van Zolder.
Ken je dat? Je loopt over straat en je hoort achter je auto naderen. Zonder om te kijken weet je al precies wat voor merk en model er over een paar seconden voorbij komt rijden. Sommige motoren hebben nu eenmaal een uniek, uitgesproken eigen geluid; zo'n ratelende Mercedes-diesel, een uit duizenden herkenbare boxer-roffel van Subaru of Porsche, dat holle geluid van die oude Volvo-vierpitters (en vergeet de vijfpitters niet!) of een zoemende Saab turbo. Tot midden jaren negentig kon je ook een Audi van verre horen aankomen. Tenminste, als het een vijfcilinder betrof. Na 1994 was het afgelopen met de traditie van vijfcilinders die Audi zelf in 1977 inzette met de 100 5E. De meeste bekendheid kreeg de vijfpitter vanaf 1980 met de oer-Quattro en diens bijbehorende rallysuccessen. Tot halverwege de jaren negentig bediende de vijfcilinder, aangevuld met een turbo, ook de sportieve modellen van Audi, zoals de 315 pk sterke RS2. Daarna waren de S- en RS-modellen alleen verkrijgbaar met 4-, 6-, 8- of 10-cilinders. Met de nieuwe TT RS keert Audi dus een beetje terug naar vervlogen tijden. De basis van het TT RS-blok wordt gevormd door een uit de Amerikaanse Volkswagen Jetta afkomstige, dwarsgeplaatste 2,5-liter vijf-in-lijn. Die levert in de Jetta 170 pk, de TT RS komt tot het dubbele, met dank aan de nodige interne aanpassingen en verstevigingen en de toevoeging van directe benzine-inspuiting, een turbo en een intercooler. Met z'n 340 pk en 450 Nm koppel moet de TT RS is staat zijn tot een 0-100-sprint in 4,6 seconden en een topsnelheid van 280 km/h. Wie dat overigens wat al te rap vindt, kan de begrenzer ook 'gewoon' op 250 km/h laten zitten.
Heerlijk roffelende brul
Wanneer we op het circuit van het Belgische Zolder arriveren, horen we al direct dat het met de geluidsproductie van de TT RS wel snor zit; een heerlijke roffelende brul weerkaatst tussen de bomen en de muur langs de baan. Dat vette geluid is niet helemaal 100% puur natuur want een kleppenstelsel in het uitlaatsysteem draagt hier een aanzienlijk steentje aan bij. Druk de S-knop onder de pook in en je hoort de kleppen in de uitlaat omklappen en het geluid nog donkerder en dieper worden. Die bewuste knop zorgt overigens ook voor een alertere gaspedaalrespons. Het maximale koppel is al vanaf 1.600 tpm beschikbaar en blijft volledig paraat tot 5.300 tpm, wat er in de praktijk op neerkomt dat je altijd en overal trekkracht in overvloed hebt. Op de Duitse Autobahn is er geen kunst aan om de snelheidsmeter met een noodgang naar rechts onderin af te laten dalen. Op het circuit merk je echter dat de TT RS geen lichtgewicht is met z'n 1.450 kg. De remmen (370 mm, vier zuigers per remklauw) hebben het zwaar, er zit ondanks de 10 mm verlaagde koets en de hardere vering en demping nog best wat 'rol' in de auto en de besturing is wat wollig voor een supersporter als de TT RS. Zet je deze zaken af tegen z'n grootste concurrent(en), de Porsche Cayman (en Boxster), kun je er niet omheen dat die laatste een scherper onderstel en stuurgedrag heeft. Het wat zwaarlijvige karakter van de TT RS heeft voor een aanzienlijk deel te maken met de standaard quattro vierwielaandrijving. Zou het niet veel leuker zijn om de TT RS met achterwielaandrijving te leveren? Laatste kritiekpuntje: een geweldig ding, die geblazen vijfcilinder, maar we missen een beetje het opgefokte karakter, die echte vijfpitsroffel, het gehijg, gefluit en gesis van turbo en blow off valve zoals bij de Ford Focus RS. Bij Audi blijft men dan toch blijkbaar toch liever wat keuriger tussen de lijntjes en dat is wel eens jammer.
In disbalans
Aan de buitenkant is de TT RS van de 'gewone' TT en de TT S te onderscheiden door met name de prominentere luchtinlaten en een anders gevormde splitter aan de voorkant en de grotere diffusor met twee ovale eindpijpen aan de achterkant. En dan die achterspoiler; persoonlijk vinden we dat hoekige ding compleet in disbalans met de ronde vormen van de TT. Gelukkig kun je ook kiezen voor het subtielere, geïntegreerde exemplaar van de TTS. Binnenin geen overdreven tierlantijnen, de robuuste cockpit straalt zelfverzekerde, zakelijke sportiviteit uit. De fraaie kuipstoelen zitten uitstekend, het extra dikke stuurwiel met afgeplatte onderkant ligt prima in de hand en het pookje van de soepel schakelende zesbak staat binnen handbereik. Geen S-Tronic voor de TT RS, daarvoor is het koppel van de vijfcilinder turbo te hoog. Op de optielijst kun je het vakje 'Magnetic ride' aanvinken, hiermee wordt het adaptieve dempersysteem bedoeld dat we helaas niet hebben kunnen uitproberen tijdens de introductie. Het eerste gevoel dat we aan de TT RS overhouden is ambivalent; aan de ene kant is het een machtige rijmachine met een dijk van een motor en tot de verbeelding sprekende prestaties, aan de andere kant hadden we 'm graag nog iets bruter, scherper en lichtvoetiger gehad. Als je dan tóch de ultieme TT bouwt… Maar goed, dat is nu eenmaal de beschaafdheid die uiteindelijk alle Audi's in zich herbergen. De TT RS staat eind juli bij de dealers.
Lezersreacties (63) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.