Gereden: Audi Q5

Uiterlijk lijkt de Audi Q5 een miniatuurversie van de Q7. Hoewel, miniatuur; met een lengte van 4,63 meter en een wielbasis van 2,81 m - volgens Audi de hoogste waarde in deze klasse - kun je het allerminst een kleintje noemen. Hoe rijdt dat nu, zo'n Q5? Je zou kunnen zeggen als een mix tussen een opgehoogde A4 en een verkleinde Q7. Minder log dan laatstgenoemde en wat minder lichtvoetig dan de eerste. Logisch: de Q5 moet minimaal 1.700 kg voortslepen, zonder bestuurder, en omdat-ie nu eenmaal wat hoger op z'n poten staat, zal-ie nooit zo wendbaar worden als een traditionele personenauto. Toch stuurt de Q5, standaard voorzien van Quattro-aandrijving, voor een auto van dit formaat erg goed, met dat typische scherpe maar ook licht 'gefilterde' Audi-gevoel in het stuur. De afstemming van het onderstel is stevig maar er blijft ruim voldoende comfort over.

De Q5 is in december leverbaar met drie motoren, twee diesels (een 2.0 TDI van 170 pk/350 Nm en een 3.0 TDI van 240 pk/500 Nm) en een benzinemotor, de 2.0 TFSI van 211 pk en 350 Nm. In het eerste kwartaal van volgend jaar komt daar nog een 3,2-liter V6 van 270 pk/330 Nm bij. Wij reden de 2.0 TFSI, standaard gekoppeld aan een 7-traps S-Tronic transmissie. Een prettige combinatie, hoewel de bak soms wat twijfelachtig is bij het oppakken vanaf lage snelheden. Met de motor is weinig mis, deze is stil en ruim voldoende krachtig voor de Q5. Opmerkelijk is dat Audi aan deze motor exact hetzelfde prijskaartje hangt als aan de 2.0 TDI, namelijk 51.550 euro. De 3.0 TDI (net als de 2.0 TFSI van huis uit voorzien van S-Tronic bak) gaat 66.150 euro kosten. In het derde kwartaal van 2009 komen er nog twee motoren bij: een 2.0 TFSI van 177 pk (dit wordt de basisversie) en een 2.0 TDI van 142 pk. 

De volledige rijimpressie van de Audi Q5 kunt u lezen in AutoWeek nummer 30, die vanaf 23 juli in de winkel ligt.