Gereden: Mercedes GLE en GLE Coupé
Goed, maar geen koopje
Nou ja, behalve dan het stokoude, hoekige werkpaard, die heet gewoon G. En die G staat altijd voor Gelände, ook al hebben sommige instapmodellen dan alleen maar achterwielaandrijving, zoals dat ook bij de nieuwe GLE 250d het geval is. Hoe dan ook, het spectrum omvat de G, de GLA, de GLC, de GLE en de GLS. En er komt waarschijnlijk ook nog een GLB.
Vandaag maken we kennis met de GLE en de GLE Coupé. De GLE is de opvolger van de ML en daarbij gaat het om een facelift. Echt nieuw is de versie met schuin aflopende achterpartij, die natuurlijk het antwoord uit Stuttgart is op de BMW X6, die al in 2007 het levenslicht zag en waarvan de tweede generatie sinds vorig jaar in de showroom staat. De Coupé (eigenlijk een fastback of liftback, maar die woorden zijn allang uit de mode) is langer en lager dan de gewone GLE en zou ook meer rijdynamiek moeten bieden.
Geplof
We zijn dan ook het nieuwsgierigst naar die versie en stapten vandaag achter het stuur van een 450 AMG. De Airmatic luchtvering is in verschillende modi instelbaar. Eerst maar eens Comfort inschakelen. Dan is de GLE Coupé inderdaad weldadig comfortabel, waarbij al te sterk overhellen gelukkig wordt tegengegaan door het Active Curve System. In de modus Sport werkt het veersysteem een stuk straffer en doet de auto lichtvoetiger aan, ook al ben je natuurlijk wel met ruim twee ton onderweg en dat kan geen enkel veersysteem volledig wegpoetsen. Kies je voor Sport Plus, dan wordt het echt leuk. De V6 klinkt opzwepend, bij gas loslaten hoor je luid geplof in de uitlaten. De eerste indruk: een fijne rijmachine die de X6 op veel fronten van repliek weet te dienen. Maar een koopje is het uiteraard niet, prijzen variëren van een kleine 88.000 euro voor de 350d tot bijna 186.000 voor de 585 pk sterke AMG 63S.
Lees de volledige eerste rijtest met de Mercedes GLE en GLE Coupé binnenkort in AutoWeek