Mazda RX-7

Legio autofabrikanten storten zich in de jaren zestig op de wankelmotor. Citroën, NSU, Mercedes-Benz en Chevrolet bijvoorbeeld, maar allemaal haken ze gauw weer af. Mazda niet: het merk maakt in 1964 al de prachtige Cosmo die leunt op de techniek van dokter Felix Wankel en daarna volgt een serie van RX-en met wankeltechniek die steeds verder worden geperfectioneerd.

De RX-7 - in 1978 voor het eerst getoond - maakte gebruik van een rotatiemotor met twee schijven, samen goed voor een cilinderinhoud van 2.292 cc en een vermogen van 130 pk bij 6.000 toeren. Het benzineverbruik ligt wel een stuk hoger dan dat van soortgelijke auto's met een conventionele verbrandingsmotor, maar dat doet de klanten niet al te veel terugschrikken. De RX-7 is met name gericht op de Amerikaanse markt waar brandstofverbruik (nog) geen issue is en de auto slaat daar dan ook geweldig goed aan. Auto's worden de eerste maanden doorverkocht voor veel meer geld dan de nieuwprijs.

In eerste instantie is het de bedoeling dat de RX-7 een tweezitter wordt, maar uiteindelijk krijgt hij toch een klein achterbankje. Toegang tot de bagageruimte is eenvoudig dankzij een achterklep die tevens als achterruit dienst doet. Een van de belangrijkste concurrenten van de RX-7, de Porsche 924, heeft dat ook. Net als uitklapbare koplampen. Mazda's RX-7 wordt acht jaar lang gebouwd en is tussendoor amper gewijzigd. In die periode zijn bijna 500.000 exemplaren verkocht, voornamelijk in de Verenigde Staten.