Trabant 601

West-Duitsland had zijn Volkswagen - Oost-Duitsland zijn Trabant. Ook dit wagentje had immers als voornaamste doel de bevolking op een betaalbare manier van transport te voorzien, al moesten Oost-Duitsers soms jaren wachten voor ze een Trabant mochten kopen. De eerste Trabant (de P50) verscheen in 1958 en werd gebouwd in Zwickau in de fabriek die voor de oorlog Horchs maakte.

De meeste carrosseriedelen waren van Duroplast: een wel heel aparte kunststof die als hoofdbestanddelen katoenvezels en phenolhars had. Maar het is niet waar dat de hele carrosserie daarvan gemaakt was. Er is namelijk een stalen binnendeel waaraan alle Duroplast-componenten zijn bevestigd. De motor is een luchtgekoelde tweecilinder tweetakt met een inhoud van 594 cc (de eerste modellen hadden nog 500 cc). De Trabant 601 die in 1964 verscheen is verreweg het meest bekende model. Toen hij nieuw was, was het best een moderne auto, maar het model bleef ongekend lang, praktisch ongewijzigd, in productie en raakte al snel achterop in tegenstelling tot de auto's uit het westen.

De 601 werd tot 1990 geleverd en in dat laatste jaar werden er nog 90.000 gebouwd met een modernere viertaktmotor uit de Volkswagen Polo. Op 1 april 1991 sloten de fabriekspoorten definitief. Tegen die tijd waren er ruim drie miljoen Trabants gebouwd. Naast de tweedeurs 'Limousine' was er ook een station-uitvoering (de Kombi) en een open model (de Kübel). Na de val van de muur beleefde de Trabant een korte opleving buiten voormalig Oost-Duitsland en werden ze overal naar Europa geëxporteerd.

In Nederland was overigens lange tijd een importeur van het merk. Voor 3.575 gulden leverden zij een Trabant 601 in 1965. Echte liefhebbers van deze auto moeten de film Go Trabi Go zien. Hierin staat een Trabantje centraal als onderdeel van de familie Struutz die na de val van de muur op vakantie gaan naar Italië.