Zijn auto's passé?
'Mensen geven niks meer om auto's'. Ok dan. Het is niet eens een doorgedraaide autohater die het zegt, maar de bebaarde Amerikaan die BMW een nieuw gezicht gaf: Chris Bangle. In een interview in het tweede nummer van WAFT, een schitterend autotijdschrift-in-boekvorm dat collega Bart Lenaerts met zijn vrouw Lies de Mol bestiert, gaat de controversiële ex-ontwerpchef van het merk met de nieren helemaal los. Is Chris gek geworden?
Bangle is helemaal niet gek. Hij was de oorspronkelijkste denker op zijn vakgebied en misschien de enige die zich niet klein liet houden door de waan van de dag. Dit is de man die zijn raad van bestuur zo gek kreeg alle schepen te verbranden voor een nieuw begin dat BMW tegen de stroom in een Apple-achtige icoonstatus bezorgde. Als trendwatcher verdient hij alle aandacht.
Volgens Bangle hebben jongeren het gezien met de auto. Hij wijst op de statistieken. Jonge Japanners parkeren de auto niet eens meer in hun toptien van grootste interesses. In de VS krimpt met name de markt voor automobilisten tussen zestien en achttien, de kraamkamer van het kopersvee. Met smaak vertelt Bangle hoe zijn opvolger Adrian van Hooijdonk in Barcelona designstudenten opdroeg een interieur te ontwerpen voor een BMW 3-serie. "So he's like: This is the 3-series. Freude am Fahren, you got that? A driving machine, okay?" Waar komen de kids twee weken later mee terug? 'Lounges on wheels' – zithoeken op wielen. Niks driving machine. "Die jongens", zegt Bangle, "hebben niks meer met die egokick van snelheid. Die willen lekker rondhangen met vrienden".
Ho maestro, en jouw M-range dan? Chris had eens moeten zien hoe vorig jaar mannelijke RAI-bezoekers van alle leeftijden – ik was er een van - met het kwijl om de mond hun testosteronrondjes draaiden om die bloedstollende oranje 1 M. Waarom moet een 520D zo nodig 230 halen als het kopers worst is? Gelooft Bangle echt dat petrolheads in de puberleeftijd de Ferrariposters boven hun jongensbedjes inruilen voor een relaxzithoek van Piet-Hein Eek? Doe normaal.
Maar dat bedoelt Bangle niet. Hij bedoelt dat de verhouding met de auto een verstandshuwelijk is geworden. En daar heeft hij een punt. De droom van de liefhebber heeft het afgelegd tegen de realiteit van de file, bijtellingpercentages en een sociale aanvaardbaarheid waarvoor zelfs BMW-rijders gevoelig zijn geworden. De auto als rijdend orgasme is passé. Gek doen we alleen als het een beetje netjes kan, met BlueEfficiency en efficient dynamics.
De automobilist van de toekomst is mijn zoon, die in de folders alleen oog heeft voor de CO2-emissies en de usb-aansluiting – pk's zeggen hem niks. Ons des te meer, maar ook onze generatie automobilisten bevindt zich in een overgangsstadium waarin het prestigecriterium onomkeerbaar verschuift van de motorisering naar een lounge-comfort dat de lamlendige BlueMotion-pruttel goed moet maken. Wat Van Hooijdonk in Barcelona zag, zien wij ook op de weg; weelderig aangeklede salons op wielen. Allemaal rijk voorzien van leer, hout, chroom en alcantara, maar aangedreven door microscopische vierpittertjes onder de dreigend gewelfde motorkappen. Snel genoeg, qua geluids- en rijbeleving geen schim van hun voorgangers, gekocht of geleast onder het verlammende devies vooruit dan maar. We don't give a shit. De man die na zijn RAI-ontmoeting met dat M-monster de slaap niet vatte, stond de dag erop gewoon bij de Opel-dealer om een Zafira EcoFlex te bestellen. Ach ja, zegt hij op de tennisclub, ik zou nog wel een keer zo'n mooie zes-in-lijn in de garage willen hebben. Maar wat mot ik ermee?
Misschien spreekt Bangle voor zijn beurt, maar zijn gelijk gaat hij krijgen.
Deze week kreeg ik iemand aan de telefoon die een Audi S8 had aangeschaft, een mingblauwe van 1999. Pure, heerlijke, gepassioneerde economische zelfmoord; 360 pk, een huiveringwekkend wrede sound en een verbruik dat je dood wordt. Ik kon de freak wel omhelzen. Wij fossielen, dacht ik, wij hebben nog dromen. Mijn zoon zou me nog net niet aangeven bij de milieu-inspectie. Papa toch!

Bas van Putten
Columnist/Schrijver
Bas van Putten is schrijver en columnist voor diverse kranten en tijdschriften. Zijn wortels liggen in de muziek, maar zijn hart gaat al jaren uit naar auto's.