Weblog - Naäpers
Autofabrikanten zijn net lemmingen. Beste voorbeeld en wat mij betreft ergste uitwas is de dynamische richtingaanwijzer. Sinds Audi begon was het hek van de dam. Op de enkele uitzonderingen als Porsche en BMW na nam van Jaguar tot Peugeot iedereen het foefje over. Zelfs de fossiele Mondeo en een fokking trailer betrapte ik op die naargeestig bewegende led-slierten.
Wat moeten dat een treurige vergaderingen zijn geweest, waarop de Raden van Bestuur besloten om de trend te volgen. Aan zo’n symbool van overbodigheid zie je hoe onzeker fabrikanten zijn. Ze zien de consument als het gadgetverslaafde kuddedier dat niet mis mag grijpen. De angst de boot te missen is immens. Dus doen ze allemaal ongeveer hetzelfde in dezelfde stijl.
Zo werd het leven van een autojournalist een eeuwigdurend Groundhog Day. Zelden stuit je op een technologische verrassing die iets meer aan veiligheid en welzijn bijdraagt dan nog grotere schermen, nog meer gedragsgestoorde veiligheidsassistenten, nog meer sfeerverlichting, nog meer ledsierlijnen in de intimiderende boksersneuzen. Zeldzaam is dat wow-gevoel van de briljante vondst die je bij niemand anders tegenkomt. Innovatie vooruitgang? Welnee? Imitatie. Het conformisme druipt van de configurators. Ik stap dezer dagen van de ene coupé-suv in de andere en al die auto’s zijn op de logo’s na praktisch hetzelfde.
Zo hebben fabrikanten zichzelf en elkaar tot uitzichtloos kopieergedrag veroordeeld. Het patroon echt doorbreken durft niemand. Dus kom je op de markt steeds minder interessante buitenstaanders tegen, auto’s die ontstaan vanuit een compromisloos uitgewerkt en relevant idee. Waarschijnlijk wordt het commerciële risico te groot geacht. Ik heb twee overtuigende bewijzen voor de deur staan; de Audi A2 en de BMW i3. Juist doordat die auto’s zonder water bij de wijn intelligente en valide mobiliteits- en duurzaamheidscenario’s belichaamden, en dus te eigenzinnig en te duur werden, waren ze veroordeeld tot de marge. Dat lot ontloopt een disruptief bedrijf uitsluitend met uitzonderlijke toegevoegde waarde of met stuntprijzen. Tesla creëerde een Spartaanse interieurarchitectuur die alles op zijn kop zette en liet het er op het punt van afwerkingsniveau soms grof bij zitten, maar bouwde wel EV’s met onverslaanbaar uithoudingsvermogen en een netwerk van supersnelle laders – en de Nederlandse staat deed met het bijtellingregime de rest. Dacia’s zagen er niet uit, maar kostten niks - kassa.
Afgelopen week, in de zoveelste suv-coupé die net zo superieur saai reed als zijn technisch identieke broeders uit hetzelfde huis, vroeg ik me af wat ik in het auto-aanbod nou met recht heb te beklagen nu het algemene peil zo hoog ligt. Dit dus; het totale gebrek aan leuke eigenzinnigheid, aan interessante creatieve vondsten. Ik ga toch elke keer een beetje dood, als ik ’s avonds voor het stoplicht de dynamische verklikkers van mijn testauto zie reflecteren in een glazen gevel.
Terwijl er zoveel werk aan de winkel is. De meest noodzakelijke stap voor autofabrikanten is reductie; van formaat en gewicht, van technische middelen. Je zou ten bate van het energieverbruik de elektrische voorzieningen van EV’s fors kunnen uitkleden. Geen grote schermen meer, geen elektrische ramen, spiegels en stoelen; dat gaat allemaal niet zwaarder met de hand en je smartphone kan toch alles beter dan de multimediafossielen van de industrie. Klik hem in een holder, klaar. Je moet van die staalmassa’s af. Creëer uitzicht en transparantie met glas, zodat je weer met je eigen zintuigen kunt inparkeren in plaats van met een camera. Verder maak je carrosserieën en vooral wielen kleiner, want die enorme wielkasten voor 20 inch en meer vreten kostbare ruimte. Op zo’n elektrisch platform met alle techniek onder de vloer kun je met indeling en ruimte vervolgens ergonomisch goochelen als nooit tevoren.
Heeft dat uitbottingsproces commercieel gezien kans van slagen? Gaan mensen geld uitgeven aan ontblingde auto’s op 14 inch-wielen? Tricky business. Gewichtsbesparing betekent werken met kostbare materialen - aluminium, carbon, kunststof - en dus hoge prijzen. Dan willen kopers voor hun goeie geld toch breedbeeld touchscreens en vet lichtmetaal. En design heeft alleen kans als het binnen de modelijntjes kleurt. Dat lukte bij de A2 en de i3 ook al niet. Form follows function betekent nu helaas; sterk afwijkend van de modenorm, al is die zo onooglijk als de gemiddelde coupé-suv.
Ook daarom ben ik ongelooflijk benieuwd wat die rare zonnesigaar van Lightyear op de markt gaat doen. Dat wordt een lange slungel zonder zichtbare competitieve ambities. De auto wordt een testcase voor de common sense, althans voor wie de anderhalve ton kan opbrengen. En het antwoord op de hamvraag: vreten mensen logica? Momenteel alleen met alles erop en eraan. En dynamische richtingaanwijzers. Maar ik hoop dat het tij keert.

Bas van Putten
Columnist/Schrijver
Bas van Putten is schrijver en columnist voor diverse kranten en tijdschriften. Zijn wortels liggen in de muziek, maar zijn hart gaat al jaren uit naar auto's.