Weblog Joost - Waar gaat het heen met de midi-MPV?
Ik maak me zorgen. En wel over de midi-MPV. Je kunt natuurlijk meteen jezelf afsluiten als dat type auto je niet boeit en naar het volgende artikel doorklikken. Toch denk ik dat deze categorie auto’s enorm wordt ondergewaardeerd. De grote vraag is: waar gaat het heen met deze veelzijdige alleskunners?
De term is al even vaag als je die goed in je opneemt. MPV klinkt ruim, midi maakt het weer kleiner. Op de weg kom je ze vaak tegen. Het zijn die personenauto’s, soms heb je het zelfs al over busjes, die zijn gebaseerd op kleine bestelauto’s. Ja, de Citroën Berlingo, de Peugeot Partner, de Volkswagen Caddy, Mercedes-Benz Citan of de Renault Kangoo. Niet direct auto’s waaraan je denkt als het om een MPV gaat, toch? De Renault Kangoo in personenauto-uitvoering heeft 16.811 mensen over de streep getrokken tussen 1997 en 2022, terwijl zijn ‘civiele’ tegenhanger Scenic in die jaren 77.745 keer werd verkocht. Kijken we naar de Citroën Berlingo, dan zijn er van dit model 14.655 stuks verkocht. De luxere varianten Citroën MPV’s van verschillende modellen haalden samen sinds 1996 een hoger verkoopaantal. De C4 Picasso alleen al werd tussen 2006 en 2019 zo’n 27.000 keer op kenteken gezet. Die ‘civiele’ uitvoeringen zijn inderdaad luxer afgewerkt, bieden een grotere keuze in motoren en bieden meer comfort. Maar je doet de midi-MPV echt tekort als je hem 1 op 1 vergelijkt met zijn bestelwagen-equivalent. Want die is pas echt functioneel ingericht.
Uitstervend ras?
Het lijkt wel of het ras uitsterft. Je ziet ze praktisch nooit in tests, je ziet er weinig advertenties van en ook op de weg lijken ze minder vaak te verschijnen dan vroeger. Op de prijslijsten van Ford, Volkswagen en Renault vind ik geen personenwagenuitvoering van de eerder genoemde modellen. Aan de andere kant: Bij Stellantis zijn er maar liefst vier van deze modellen beschikbaar van Citroën, Opel, Peugeot en met een zijsprong Toyota. Technisch en in maatvoering identiek en met elektrische aandrijving. Want met een benzine- of dieselmotor wordt hij te duur vanwege de milieueisen. De uitvoeringsdetails verschillen wel iets per merk. Dat hoeft uiteraard helemaal geen belemmering te zijn, de actieradius zal voor de meeste mensen voldoende zijn in het dagelijks leven. En als het moet kun je in ieder geval bij Peugeot zelfs een langere, zevenpersoons uitvoering van de Rifter bestellen.
Superpraktisch!
En dat is nou zó jammer, dat dit type auto weg lijkt te verdwijnen. Ze zijn namelijk zeer praktisch. Ik laat mijn gedachten gaan over de ei-gele Fiat Dobló ELX 105 JTD die ik in het verleden bezat. Van de eerste serie, je weet wel - met die grote kunststoffen neus (ik heb mijn toevlucht moeten nemen tot een archieffoto, helaas!). Het was de luxere uitvoering met onder meer lichtmetalen wielen en airconditioning. In het begin van de jaren 2000 was dat al heel wat. De motor, de 1.9 JTD met 105 pk, was een genot. Als je hem koud startte kon ik mijn voorzitterschap van de buurtvereniging wel vergeten, hij nagelde er lekker op los. Maar eenmaal op gang was het een fijne, redelijk stille en zelfs felle reismakker. Of ik alleen in de auto zat of met volle belasting: vijf volwassenen en ál hun bagage in volle gang op de snelweg naar de Champagnestreek. Geen krimp gaf hij. En op de terugweg had iedereen er nog een paar doosjes van het bruisende vocht bij gestopt. Geen probleem. Fietsen ín de auto meenemen en niet op de fietsendrager? Achterdeuren open en schuif er maar in. Basgitaarversterker, koffer en tas met bijbehorende spullen? Kom maar op. Lange reis, naar Engeland, dieper in Frankrijk? Ik kwam altijd uitgerust aan. De zijschuifdeuren bleken superhandig, zeker op nauwe parkeerplaatsen en ik heb hiermee achteruit inparkeren op de spiegels tot een gewoonte gemaakt. Zonder piepers of camera's. Eigenlijk had ik die auto na 175.000 km gewoon moeten houden. Want ik reed zonder problemen rond de 1 op 16 op diesel - en meestal op de snelweg. Buiten onderhoudsbeurten heb ik er nooit problemen mee gehad. Kortom: precies dat wat je van een auto verwacht, en meer.
Tja, wat nu?
Het is vreemd dat het grote publiek deze groep auto’s over het hoofd ziet. Ze zijn praktisch, ruim, betaalbaar (als je ervan uitgaat dat je met hetzelfde budget ook een elektrische Opel Mokka, Citroën ë-C4 of soortgelijke klasse kunt of wilt bestellen). Komen lekker met het verkeer mee. Je rijdt er inderdaad niet de klinkers mee uit de straat maar de prestaties stellen je vast niet teleur in het dagelijkse leven. Met dat allemaal in gedachten ben ik erg benieuwd of dit concept tóch de (elektrische) auto van de toekomst wordt? Zeker als je door het praktische ontwerp heenkijkt.

JF Boers
Columnist/schrijver
Joost Boers heeft een lange automobiele geschiedenis. Spelde al tijdens de basisschool het autonieuws. Hij startte het autobezit met een oude Volvo 66 en via de nodige Fiats kwam hij uit bij Mercedes (een A160 cdi en daarna een W203 C200 cdi die uiteindelijk 543.000 km op de teller had) en een Lexus CT200h. Volgde met een rallylicentie in de pocket in de jaren '90 de Cinquecento Trofeo van dichtbij maar rijdt net zo graag over de doorgaande wegen naar het zuiden van Frankrijk. En tegenwoordig beweegt hij zich ook elektrisch voort, met een Citroën ë-C4 op vier én op twee wielen.