Weblog Bas – Kleur bekennen
Auto’s kopen werd er niet gemakkelijker op. In een andere tijd was een optie één ding en de optielijst beperkt. Je kon een schuifdak bestellen, misschien elektrische ramen, leren bekleding, een radio, een tweede buitenspiegel en in uitzonderlijke gevallen airco – als je al iets te kiezen had. Luxe bestond niet en mensen aten wat de pot schafte.
Toen de welvaart doorzette en de materiële noden groeiden, werden optielijsten gaandeweg zo lang als de menukaart bij de dorps-Chinees. Dat liep vooral bij premiummerken uit de hand, waarna werd besloten de customer journey te vereenvoudigen met optiepakketten. Ze heetten Pro Line, Advanced Edition, Summum of High Executive en ze serveerden al je hartewensen in één koop.
Het idee achter pakketten is pragmatisch. Mensen zijn liever lui dan moe en zeker in de hogere segmenten willen ze toch alles wat het hart begeert. Dan is het zinloos optielijsten op te splitsen in een berg afzonderlijke extra’s. Het zou een logistieke chaos worden in de onderdelengrabbelton langs de productielijnen. Dat zou de fabrikanten maar op kosten jagen en er is toch niemand die een kale Golf bestelt met stuurverwarming als enige optie. Zou in deze materialistische eeuw ooit een S-klasse, Range Rover of 911 in basistrim zijn afgeleverd? No way.
Pakketten dus. Op de auto die ik net kocht, kon je ze bestellen in drie smaken: M, L en XL. Ze bleken het moderne equivalent van wat op eighties-kofferkleppen werd uitgedrukt met de letters L, GL, GLS, GXL of Ghia: beetje luxe, beetje meer luxe en boven aan de voedselketen all the way. Zo heb je bij BMW naast de M-sportpakketten tegenwoordig Comfort, Innovation en Travel Packs. Bij Volvo EX30 zijn de smaken Core, Plus en Ultra en Mercedes praat je al naar gelang je voorkeur in een Avantgarde of AMG, een Business Line en Luxury Line.
Zolang de markt het slikt, is er niks aan de hand. Toch zou het leuk zijn als je iets meer keus had. Dan zag je meer unieke auto’s op de weg, want deze koers werkt eenvormigheid in de hand. De behoefte is er niet, blijkbaar. Het is net als met kleuren: niemand durft uit de band te springen. Zoek op websites van premiumfabrikanten maar eens auto’s met leuke kleuren. Bij BMW, dat weer meer durft, is er nog kans op treffers – ik zag een waanzinnige oranje i4 M50 met lichtbruin leer - maar bij Mercedes-Benz is alles grijs en zwart. Zelfs blauw wordt blijkbaar te frivool geacht door de Mercedes-rijder van vandaag. Ik deed een rondje A-klasses op de Mercedes-websites. Alleen maar pikzwarte interieurs. Deprimerend. Terwijl de auto zo leuk is.
Zo dwingend zijn de formats. Iedereen heeft de mond vol over individualisering, maar waag het niet je eigen spoor te trekken. Kan ik nog ergens een los glazen panoramadak bestellen, stuurverwarming, een draadloze telefoonoplader? Soms wel, vaak niet, want muurvast in een pakket verankerd. Een gekke kleurencombinatie? Toch maar niet. De baas kijkt mee. Bij Peugeot hoef je het niet eens meer te proberen. Ik herinner me prachtig blauw leer in een witte test-308. Niet meer te krijgen, zie ik. De markt heeft geoordeeld. Niemand wil het. Binnen is alles standaard zwart.
Wat jammer toch. Ga eens bij de oosterburen kijken, waar af en toe nog iemand buiten de lijnen durft te vinken. Bij een BMW-dealer nabij Berlijn staat al een eeuwigheid een 420d Gran Coupé te koop in een unieke kleurencombinatie: binnen leer Dakota in Venetobeige met hoogglans wortelnotenhout op het dashboard, buiten Aventurintrot-metallic, een paarsige BMW Individual-kleur die ik nooit eerder tegenkwam, echt smullen. Als pathologische Mobile-watcher zag ik de prijs inmiddels twee keer dalen. Op het moment van schrijven staat hij op €26.500, een spotprijs voor een zes jaar oude topdiesel met nog geen ton op de teller, en er kan vast nog wel iets af.
Mooi toch? Maar niemand wil hem hebben. Duitsland niet en Nederland kijkt wel uit; geen youngtimer en €2.100 mrb per jaar. Dan moet je stevig dieselen om hem ’s avonds op de bank een sceptische geliefde door de strot te duwen. Anderzijds: hij is zo zuinig dat het loont. Je rijdt in Nederland makkelijk 1 op 20 met die auto, dus met voldoende kilometers valt de schade mee en afschrijven doen nieuwe auto’s nog veel harder. Mensen, koop hem alsjeblieft. Hij is zo mooi. Hij bekent kleur. Hij is mobiele reclame voor de autoliefde.

Bas van Putten
Columnist/Schrijver
Bas van Putten is schrijver en columnist voor diverse kranten en tijdschriften. Zijn wortels liggen in de muziek, maar zijn hart gaat al jaren uit naar auto's.