Weblog Bas - Hoe zwaar weegt betrouwbaarheid?
De Nissan Qashqai is volgens de Britse consumentenorganisatie Which de betrouwbaarste auto op de markt. Ik ga niet ‘saai’ roepen. Ik zeg: van harte, Nissan-rijders. Ik weet hoe fijn het is, betrouwbaar materiaal. In december 2021 kocht ik na twee decennia youngtimers voor het eerst weer een nieuwe auto. Een elektrische, en daar kan helemaal niets aan kapot. Heerlijk. Al ruim een jaar hoefde ik niet één keer naar de dealer, terwijl ik met de oude brikken in de kelder pendeldiensten onderhoud tussen parkeerkelder en werkplaats.
Maar hoe zwaar weegt betrouwbaarheid echt bij de keuze van een auto? Oké, in Engeland verkoopt de nieuwe Qashqai als een dolle. Maar volgens de statistieken wint het gevoel het toch best vaak van het verstand.
Wrangste bewijs is de J.D. Power Index, het hoog aangeschreven jaarlijkse betrouwbaarheidsonderzoek van het Amerikaanse consumentenonderzoeksbureau J.D. Power. Afgelopen jaar werden de plaats 1 tot 5 bezet door respectievelijk Kia, Buick (wablief?), Hyundai, Genesis en Toyota. Lexus, jarenlang nummer één, staat op zes. Scroll even verder naar beneden, want daar wordt het echt interessant. Daar vind je de topmerken. BMW staat vijftiende, Mercedes negentiende, Land Rover is hekkensluiter met plaats 33. De nieuwe verliezers zijn de premiumspelers met het grootste prestige en de sterkste aantrekkingskracht. Ik ken geen journalist, ondergetekende inbegrepen, die niet in katzwijm heeft gelegen van de nieuwe Range Rover. Waren wij van het journaille rappers of voetballers geweest, dan hadden we er collectief eentje besteld.
Hoe scoort zo’n monument over een jaar of twee bij J.D. Power? Nou, dat wil de koper letterlijk niet weten. Misschien kan het hem echt niet schelen. Mensen met geld hebben minder last van technische gebreken. Als ze voorkomen, vallen ze onder de garantie. Na reparatie is hun nieuwe Range nog steeds de mooiste SUV op aarde. Belangrijker: Voor de garantie is verstreken hebben ze een nieuwe. De rekening is voor de tweedehandskoper. Die mag met vier- en vijfcijferige bedragen voor zijn premium-ellende bloeden. Die gaat op onderhoud bezuinigen en zijn kostbare bezit laten verkommeren totdat zijn S-klasse of Britse zeecontainer rijp is voor een enkeltje Albanië. Je hoort die auto’s hier op straat krakend en rammelend hun ondergang voorspellen.
De conclusie moet dan ook luiden; hoe meer geld mensen hebben, hoe minder ze om betrouwbaarheid geven. Ze willen hun droomauto, whatever the costs. Ik ken het gevoel. Wat heb ik genoten van de BMW 540d Touring die hier afgelopen week in de garage stond. De testauto deed €130.000. Was ik voor zo’n auto in de markt geweest, dan had ik elke cent bloedend van geluk betaald. Na mij de zondvloed. Ik weet precies wie hem over vijftien jaar rijdt. Iemand die na 3.000 kilometer rammelen kapot gaat aan de laatste onderhoudsfactuur. Maar hij rijdt wel BMW. Zo sterk is imago.
Anderzijds zie je in de J.D. Power Index 2022 de voor prestigemerken griezelige keerzijde van dit verhaal. Als nieuwe spelers wegen vinden om de echte autoliefhebbers voor zich te winnen, kunnen ze de machtsverhoudingen op hun kop zetten. Dit proces is al in volle gang. Dat Kia en Hyundai, het laatste merk ook met zijn eigen couturemerk Genesis, nu al de J.D. Power-ranglijst aanvoeren zegt veel. Nog meer dat ik in gesprek met een collega, na 70.000 probleemvrije kilometers in zijn EV6 Kia-fan voor het leven, toegaf een Koreaan als volgende EV niet meer uit te sluiten. Hij komt uit een Alfa Romeo, ik rijd na een reeks Mercedessen en Volvo’s BMW. Wij houden mateloos van echte auto’s, en die kwamen bijna altijd uit Europa.
Mijn principes wankelen al langer. Toen ik op zoek naar een kleine EV de BMW-dealer binnenstapte, had ik in mijn achterhoofd het voornemen daarna nog even te gaan kijken naar een Kia Soul met het grote batterijpakket. Objectief bezien was dat misschien niet zozeer de betere auto als de betere keus geweest; meer range, meer ruimte, sneller laden. Waarom het dan toch de i3 werd? Stijl, design. Nul spijt hoor. Meesterlijk autootje dat me van elke kilometer laat genieten. Maar nu bouwen de Koreanen opeens auto’s die een vergelijkbare begeerte oproepen. Dat is nieuw. De EV6 vond ik mooi, van de Ioniq 5 was en ben ik verrukt. Ik beken: mijn volgende EV zou best eens de Ioniq 6 kunnen worden. Bijzonder en waarschijnlijk nog betrouwbaar ook, het beste van twee werelden.
Wel nieuwsgierig naar die top scorende Buicks nu, trouwens. Moeten we snel eens achteraan.

Bas van Putten
Columnist/Schrijver
Bas van Putten is schrijver en columnist voor diverse kranten en tijdschriften. Zijn wortels liggen in de muziek, maar zijn hart gaat al jaren uit naar auto's.