Weblog Bas – Een zonnebank op een tropisch strand
Het eerste infodisplay voor de passagier spotte ik in de Ferrari GTC4 Lusso. De bijrijder kon nu met eigen ogen zien hoe hard het ging en hoeveel toeren de V8 draaide, wat een pret. Maar toen ik mijn gast op de mogelijkheid attendeerde, toonde hij nul belangstelling. Kom zeg, dan pakte hij net zo lief zijn iPhone. Hij hield van auto’s, niet van schermpjes. Hij genoot van de pokkenherrie en de monsterlijke duw in zijn rug.
Het tweede autobrede scherm vond ik in de Honda E, de magistraal geflopte maar verrukkelijke stekkerstadsauto. Een van de screensavers was een aquarium met bewegende vissen, die onder de spijlen tussen de aan elkaar geplakte schermen doorzwommen alsof er echt water zat. Daar keek ik wél naar, omdat het zo’n betoverend gezicht was, maar alleen als het kon. Dat was zelden het geval, want het is druk en gevaarlijk in het Hollandse verkeer, waar je je ogen liever op de weg houdt.
De derde confrontatie vond plaats in de net gelanceerde Audi Q6 e-tron. Mijn bijrijdster heeft er geen seconde naar gekeken. Wij hoeven geen schermpjes, wij hebben elkaar. Wel begreep ik, driemaal scheepsrecht, dat alweer een voorheen exclusieve gadget mode was geworden. Die ongein ga je straks in elke Golf en Kona tegenkomen. Het is met tech net als met tennis, paardrijden en hockey: elke elitesport eindigt als volksvermaak.
Omdat tegenwoordig alles in de wereld lijkt te zijn bedoeld om meningen over te hebben, was mijn eerste gedachte: wat vind ik er eigenlijk van? Het antwoord was: Helemaal Niets. Als de consument er maar plezier van heeft, en als de gimmick aanslaat, héb ik niks te vinden, want de klant is koning. Onzin relativeren is in deze branche gelukkig niet zo moeilijk. Natuurlijk is zo’n scherm nergens voor nodig, maar dat zijn sfeerverlichting, elektrisch verstelbare stoelen of stoelmassage evenmin, en toch ben ik er dol op, soms. Zo is ook touchscreen-tech van game-app tot YouTube-link voor negentig procent het antwoord op een vraag die de markt nooit stelde. Alles wat je swipend en scrollend tegenkomt, zat bovendien al op je smartphone. Enfin, daarom spreekt de branche van infotainment. Zum Wohl, mensen! Maar vraag me hoe ik naar de bredere tendenzen achter deze speeltjes kijk en je hoort me diep zuchten.
Toevallig reed ik in oktober de nieuwe elektrische Macan met Autoweek-collega Cornelis Kit. Bij auto-introducties rijd je met zijn tweeën, dus ik zat ook wel eens op de bijrijdersstoel wanneer Cornelis reed. Met voor mij, kan niet missen, alweer zo’n meekijkscherm met het complete bedieningsaanbod van het hoofddisplay, via hetzelfde schermpje dat ik in de technisch nauw verwante Q6 al was tegengekomen. Je voelt hem komen; onderweg heb ik dat scherm met geen vinger beroerd en er nul aandacht aan geschonken. Als je gezellig met elkaar op pad bent, heb je wel wat anders aan je hoofd. Dan worden auto’s van liefhebbersobjecten weer gewoon vervoer. Je bent onderweg en je gaat ergens heen, dat is de hoofdzaak. De uitzichten in heuvelachtig Duitsland waren prachtig, de conversaties plezant.
Later, tijdens een tussenstop, heb ik dat scherm uit plichtsgevoel nader bekeken. Dat was hilarisch. Een van de apps leidde naar een sportnieuwsbulletin van de ARD, Sportschau in 100 Sekunden. Daar hoorde ik op 11 oktober 2024 dat Engeland op 10 oktober 2024 in de UEFA Nations League met 2-1 had verloren van de Grieken. Dat wist in de echte wereld vast al iedereen voor deze wereldvreemde nerd het hoorde. Is het dus gek dat die nerd werd overvallen door de zinloosheid van deze nieuwsvoorziening? De schermziekte is geen winst voor de veiligheid, zoals airbags en ABS. Geen stap voor het comfort, wat stoelverwarming wel is. Het is als innovatie opgediste mosterd na de maaltijd. Misschien is zo’n display ideaal voor echtparen met een slecht huwelijk. Hoeven ze even niet meer met elkaar te praten. In mijn ogen is het de zoveelste overtollige prikkel, en persoonlijk geloof ik in prikkelreducerend autorijden. Autofabrikanten zijn ver afgedwaald van hun morele plicht om rust te scheppen, de veiligheidsvoorwaarde bij uitstek. De bedieningsarchitectuur van de auto bevindt zich op de punten bereikbaarheid, toegankelijkheid, begrijpelijkheid en rustgevendheid in een diepe crisis. Met vijftig testauto’s per jaar op het menu mag ik dat uit bittere ervaring zeggen. Zodat ik uit mijn tenen dit appèl uitspreek: bestrijd de informatie- en vermaaksplaag in de auto. Eén scherm volstaat, meer is verloren tijd die je veel beter in elkaar kunt steken. Onze verscheurde samenleving kan een beetje vrede goed gebruiken.
Een week later na de Macan-rit stond ik in de Amsterdamse metro. Daar was iedereen van tien tot tachtig druk met zijn smartphone. Ik dacht maar één ding: dit kunnen ze dus ook op de passagiersstoel van de auto. Waarom zou je als autofabrikant dunnetjes overdoen wat mensen al op zak hebben? Dat is een zonnebank neerzetten op een tropisch strand. En als je ziet op welke punten de Q6 het allemaal laat afweten, vraag je je af of Audi’s schermtijd niet een betere zaak waardig was geweest.

Bas van Putten
Columnist/Schrijver
Bas van Putten is schrijver en columnist voor diverse kranten en tijdschriften. Zijn wortels liggen in de muziek, maar zijn hart gaat al jaren uit naar auto's.