Weblog Bas: 'Displays domineren, alsof alles bijzaak is geworden'

Waarom displays design zullen verslaan

Hondavissen

Op het eerste gezicht lijken we getuigen van een kleine plagiaatestafette. Vanuit China en Japan zie je de Tesla-copycats zich snel vermenigvuldigen. Ook onderweg naar ons is een vloot forse, strak gelijnde elektrische middenklassers met het gestroomlijnde profiel van Tesla’s hatchbacks. Al die auto’s lijken afkomstig uit dezelfde bakvorm.

De Xpeng P5 is een vrij routineuze, minder elegante herinterpretatie van de Model 3. De Toyota bZ3 – waarom die onmogelijke namen? – is een verjapanste Model 3 met BYD-techniek uit China, en het ontwerp is zo ontworteld als zijn herkomst. Dan heb je nog de Nio ET5 en de BYD Han – beide geen misbaksels, maar je ziet waar ze de mosterd haalden.

Stap in en kijk om je heen. Wat opvalt is zowel het escalerende formaat van de displays als hun architectonische inspiratiebron. Het staande scherm is in de Xpeng als een enorme spiegel op de middentunnel neergeplant. De vorm is helemaal Tesla Model S, alleen groter. In de Byd Han een breedbeeld liggend scherm à la Model 3. De bZ3 verbindt iets Toyota-achtiger het scherm met de middentunnel, die als een gebogen vel karton via een knoppencluster naar het display opklimt, maar ook daar ruik je Musk. In de Nio leunt een staand scherm als een billboard op het dashboard. Merk op: de displays domineren volledig, alsof verder alles bijzaak is geworden. Ook de buitenkant.

Mijn observatie wordt geen variatie op het oude lied dat auto’s steeds meer op elkaar gaan lijken. Dat deden ze, weet iedereen die zijn geschiedenis een beetje kent, een eeuw geleden ook. Wat ik wil aankaarten is dat design, dat in Europa en Korea graag extremen opzoekt, vanuit China aan het neutraliseren is. En dat dit erop zou kunnen wijzen dat hun uiterlijk voor de makers minder relevant begint te worden, omdat er iets voor in de plaats komt. Schermen. In vervolg op de mobiele telefoon wordt ook de auto toegangspoort naar de beeldcultuur van het virtuele universum. Daar koop je hem voor.

Zo’n transformatie zagen we eerder. De leek ziet nu al geen verschil meer tussen een Samsung en een iPhone met het scherm op zwart. Veel meer is hij geïnteresseerd in wat zich op hun displays afspeelt. Net als bij de smartphone verplaatst zich ook in auto’s nu het visuele avontuur van het ontwerp naar het beeldscherm, van de reële naar de virtuele wereld waarin via hun avatars en aliassen al veel mensen leven. De ontwerpers van de Tesla-derivaten zijn in dat perspectief geen naäpers, maar architecten van een overgangsproces. Ze zijn de voorstelling van auto’s als esthetische objecten al voorbij. Wat wij volgens fossiele schoonheidsnormen nog als lemmingengedrag betitelen, staat in hun bubbel voor een post-designtijdperk waarin de buitenkant van auto’s weinig meer is dan neutraal omhulsel voor de content in de cockpit. Wat zou de automens van nu nog anders moeten prikkelen dan visueel vertier? Qua prestaties hebben we sinds de EV eigenlijk alles wel gezien, het geluid zijn we kwijt, op fysieke vormen lijken we uitgekeken. Het infotainment is de laatste strohalm.

Laatst reed ik, verrukt, een weekje Honda E. Alle autoliefhebbers die ik sprak prezen net als ik het aandoenlijke design, terwijl dat eigenlijk niet eens zo bijzonder is. Voor- en achterkant zijn identiek en het koetsje is in al zijn onweerstaanbare knulligheid zoals een kind een auto had getekend. Het zijn de ronde oogjes die het autootje boven het sjabloonachtige verheffen, de rest is objectief bezien vrij anoniem. Maar waar vervolgens iedereen de loftrompet over begon te steken, was de aquarium-screensaver op het dashboardbrede display. Daar kon ik me iets bij voorstellen. Toen ik die optie in het multimediamediaprogramma had gevonden raakte ik er niet op uitgekeken. Dat is raar omdat het naar de hightech-maatstaf weinig voorstelt. Je ziet visjes op je dashboard van het ene schermcompartiment naar het andere zwemmen, big deal.

Waarom was ik dan net als iedereen betoverd? Omdat Honda heeft begrepen wat we missen. Zo keek je als kind ademloos naar een echt aquarium, met de verwondering over de schoonheid van een wereld waar geen mens kon komen. Die zen-achtige beelden bevredigen, zoals voorheen design met droomontwerpen deed, een verlangen naar de vlucht uit de werkelijkheid. Hun beeldromantiek wordt komende decennia de clou van de rijbeleving, vermoed ik. Of hij nu wel of niet ooit autonoom zal rijden, ik zie de auto veranderen in een vluchtheuvel voor de dromers die we in het echte leven niet meer kunnen zijn. In Autoweek zag ik net de BYD Atto. Carrosserie neutraal en uitwisselbaar, interieur een wulpse, bijna mateloze fantasie. Zelfde verhaal.

Lezersreacties (80)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.